Bij het invoeren van gemeentelijke regie wordt gebouwd aan een gestroomlijnde, kleinere en op strategische taken gerichte werkwijze. Dat vraagt als vanzelf om scherp toezicht.
– VISIE- Piet van Mourik
Gebruik maken van kennis en uitvoering dat elders plaatsvindt is het parool voor regisserende gemeenten. Zo ontstaan steeds meer stichtingen die als onafhankelijke organisaties de gemeenten ondersteunen. De regierol van de gemeente focust zich op samenwerking. Samen met een stichting trachten een of meerdere gemeenten maatschappelijke beoogde doelen te bereiken. Kunnen vertrouwen op transparant en integer handelen speelt hierbij een cruciale rol.
Wel de besturen maar niet de toezichthouders op die stichtingen worden op integer handelen beoordeeld. De enige route is strikt volgens de statutaire afspraken te werk gaan. Er wordt op vertrouwd dat dit gebeurt. Is dat wel genoeg? Wie knipt de kapper?
De gebeurtenis
Uit betrouwbare en geverifieerde bron ben ik onlangs geïnformeerd over de gang van zaken in een recente vergadering van een Raad van Toezicht van zo’n stichting. De statuten zeggen dat deze de belangen van de stichting bewaakt en toezicht houdt op de bedrijfsvoering door de bestuurder. De raad heeft geen bevoegdheid naar buiten.
De afgelopen jaren is de stichting uitgegroeid tot een gerenommeerd, onafhankelijk van de markt opererend bedrijf en werkzaam voor een fors aantal gemeenten. De Raad van Toezicht bestaat uit gemeentebestuurders en een vertegenwoordiger van een gelieerde marktpartij. Tijdens genoemde Raad van Toezicht vergadering blijkt dat de leden vooraf en volledig in strijd met haar statutaire bevoegdheden ”in de achterkamer” hebben afgesproken dat het bedrijf van de zich aan tafel bevindende – niet onafhankelijke – “bevriende concurrent” de stichting gaat overnemen. De bestuurder, die van niks weet en protesteert, wordt overruled.
De analyse
Dat we hier getuige zijn van een grove vorm van integriteitsschending hoeft geen betoog. Hoe kon dit gebeuren? Waarom worden de regels die juist zijn opgesteld om te voorkomen dat dit gebeurt opzij gezet om een bedrijf waar niks aan mankeert op te offeren ten gunste van een “bevriende concurrent”? Lastig te beantwoorden omdat ik niet in de hoofden kan kijken. Het scenario zou kunnen zijn dat de politieke cultuur van “voor wat hoort wat” er toe leidt dat men het niet zo nauw neemt bij het kiezen van persoonlijk of zakelijk gewin. Of is het gewoon menselijk?
Gemeentebestuurders zijn niet gewend te worden tegengesproken en kennen een grote vrijheid van handelen. Als de pakkans klein is en de negatieve belangen voor een andere machtige organisatie groot zijn dan zal deze alle beïnvloedingsmethoden inzetten.
Hier gaat het om toezichthouders van een stichting die schadelijk wordt voor de economische belangen van een invloedrijk gelieerd marktlobbybedrijf dat bovendien in de raad aan tafel zit. De kat zit op het spek en de kans dat collega-raadsleden “intensief benaderd” worden kan elk kind bedenken.
Wat te doen?
Het lijkt een incident. Maar is dat wel zo? Onderzoek van RTL 4 over afgelopen jaar toont aan dat in dat jaar 934 integriteitsschendingen bij de (semi-) overheid hebben plaatsgevonden. Hoewel het gaat om strafbare feiten is slechts in 36 gevallen aangifte gedaan. In de vele gedragscodes bij de overheid vinden we alom de zinsnede “dat schijn van belangenverstrengeling, het hebben van persoonlijke of zakelijke betrekkingen dan wel gebruik maken van voorkennis al genoeg is om hard in te grijpen”. Maar we schieten weinig op als gedragscodes aan de laars worden gelapt.
Blijft: Regisseren en integriteit is één. Echter uit de vraag “Wie knipt de kapper?” kom ik even niet. Hebt u een idee?
Henk Schouwenaars says
Piet,
Antwoord heb ik niet zomaar. Integriteit blijkt geen vanzelfsprekend onderdeel van gemeentebestuurders te zijn. Regels zoals hier in statuten vastgelegd zijn om dit te voorkomen, zoals je terecht schrijft, blijken niet voldoende. Transparantie en bespreekbaar krijgen zijn de toverwoorden, niet de regeltjes. Valt het allemaal mee, en zeggen de cijfers alles? Hoe dan wel te voorkomen? Publiciteit denk ik is een manier zoals bij de burgemeesters van Maarstricht en Schiedam en de wethouders van Roermond en Delft. Uit je column blijkt dat het over burgemeesters en/of wethouders gaat maar helaas niet over welke stichtingen het gaat. Dat zou van jou uit weer niet kunnen (gedragscode van organisatieadviseurs). Uit het verhaal maak ik op dat hier op een af andere manier gaat om omkoping. Iets dat we met wortel en tak moeten uitroeien en onmiddellijk een einde aan de bestuurlijke carri?re van de betrokkenen moet maken. Het is niet voor niks een misdrijf. Misschien is het genoeg dat de betrokkenen zich dit realiseren en zichzelf bij lezing razendsnel corrigeren. Juridisch procedures zijn in dit soort zaken ook vaak geen oplossing. Daarmee zouden ze overigens behoren bij degenen die vrijuit gaan. Bovendien biedt het nog geen oplossing om het te voorkomen. Nogmaals integriteit gaat niet op regels en procedures, maar om mentaliteit. Bij openbre bestuurders, zou “hun raad” er en zaak van moeten maken.
Henk Schouwenaars
pgm elbers says
Piet
Je vraag is: wie knipt de kapper?
Het antwoord: Het openbare lichaam dat de kapper heeft benoemt.
Volgende vraag: Wie knipt het openbare lichaam dat de kapper niet knipt?
antwoord 1: De controlerende raden van gemeente- of provinciebesturen
als dat niet gebeurt volgt antwoord 2 .
Antwoord 2: De kiezer bij de eerst volgende verkiezing.