Onnodige administratieve werkzaamheden. Als ambtenaren ergens een hekel aan hebben dan is dat het wel.
De bureaucratie is de grootste ergernis van ambtenaren,
blijkt uit resultaten van Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2010,
uitgevoerd door TNO en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Niet alleen bij
de overheden drukken de stapels formulieren zwaar op de schouders. Ook in de
private sector is dit een grote ergernis.
Wekelijks
Een kwart van de werknemers in de publieke sector stoort zich minimaal
wekelijks aan de bureaucratie, zodoende dat zij worden gehinderd hun eigenlijke
werk te doen. In het bedrijfsleven gaat het om circa 15 procent. Andere
belemmering om het werk te doen zijn: disfunctionerende collega’s of vervoersproblemen.
Persoonlijke omstandigheden worden door 6 procent van alle werkenden als
belemmerend ervaren.
Lin says
Reactie op R.Ditvoorst: de wetgever is niet de 2e kamer maar wordt gevormd door regering (de troon + de ministers) samen met de StatenGeneraal. Kiezers kunnen alleen voor hun partij kiezen, maar niet hoe de wetten eruit gaan zien, daar hebben zij totaal geen invloed op.
R. Ditvoorst says
Recht van spreken?
De wetgever, de tweede kamer, bepaalt de wetgeving. Daarbij horen vaak administratieve wetten. De wetgever wordt gelegitimeerd door de kiezer. De kiezer heeft vaak echter ook een baan. Vanuit zijn functie beredeneerd heeft hij/zij blijkbaar veel last van de wetgever, wekelijks resp. 25% en 15%. Dat is te verwachten als wetten met een meerderheid worden aangenomen, zeker als die meerderheid de laatste jaren niet zo groot is. Als iemand de wetgever echter gelegitimeerd heeft is hij/zij ook medeverantwoordelijk. Zo werkt dat met een democratie.
Kobus says
Vaak worddt gedacht dat ambtenaren dit uitvinden. Maar de beslismacht over de papierbureaucratie zit toch vooral bij politici en managers die schade en schande hebben opgelopen. Er is sprake van een groot wantrouwen tussen overheid en de burgers. Soms terecht soms niet terecht. In een congres van drie jaar geleden presenteerde de VNG een uitkomst waar de bureaucratie van de “regeltjes” vandaan kwam na een enquete daarover bij het bedrijfsleven. De cijfers zijn onthutsend want 95% rijksoverheid, 3% autonoom gebied gemeente en 2% autonoom gebied provincies en waterschappen. De belangrijkste conclusie is dat de meeste winst is te halen bij de rijksoverheid.