Moderne technologie maakt het mogelijk de overheid op een andere manier te organiseren, vanuit de samenleving. Dat begint met het faciliteren van zelforganisatie en cocreatie.
– INTERVIEW – Davied van Berlo
Mijn vierde interview in de serie over de toekomst van de overheid is met Arre Zuurmond, voormalig hoogleraar ICT en de toekomst van het openbaar bestuur en één van de initiatiefnemers van de
Frontlijnwerkers kunnen vervolgens bijspringen en waar nodig specialisten betrekken. Deze werkwijze vraagt wel om een ander soort ambtenaar: de professionele professional die de juiste mensen bij elkaar brengt en oplossingen organiseert om publieke waarde te creëren en mensen verder te helpen.
Copernicaanse wending
Papier is ook ICT, een informatie- en communicatietechnologie. De bureaucratie hanteert papier als belangrijkste technologie. Andersom dwingt papier een bureaucratie af als organisatievorm omdat het van A naar B moet worden geschoven. Daarom bestaat de overheid uit hiërarchische organisaties. Zo werkt het hele systeem: de politiek komt met een wet, in die wet staat een bepaald doel en daarvoor wordt een uitvoeringsorganisatie opgericht.
Echter, veel moderne problemen vragen om samenwerking tussen verschillende van die hiërarchische taakorganisaties. Daarom is een copernicaanse wending nodig, een paradigmasprong van een klassieke bureaucratie met een aanbodgedreven dienstverlening naar een netwerkgeorganiseerde overheid die in golven van buiten naar binnen werkt en waar vanuit de vraag een samenstel van antwoorden wordt geleverd.
Cocreatie op drie niveaus
Die manier van werken vraagt om een organisatie van de overheid in drie golven of kringen. Bij het eerste niveau wordt de nadruk gelegd op zelforganisatie, met ondersteuning van technologie. Denk daarbij aan BurgerNet en AED Alert (via sms), voorleesmoeders via Skype,
Het tweede niveau bestaat uit frontlijnorganisaties, waar generalisten werken die overzicht hebben over een groot aantal aanbieders van specialistische hulp enerzijds en die aan de andere kant praktische dingen kunnen doen, zoals helpen met het invullen van formulieren, steunkousen aandoen, etc. Deze “accountmanagers” kunnen
Waar nodig schakelt de frontlijner een netwerk van specialisten in, het derde niveau. Deze specialisten zijn modulair georganiseerd en flexibel inzetbaar in multidisciplinaire teams rond een klant of probleem, bijvoorbeeld een psycholoog of schuldhulpverlener. Die frontlijner is vervolgens in staat om informatie uit al deze verschillende dossiers bij elkaar te brengen en in samenhang te bespreken met de klant.
De professionele professional
Of het nu gaat om een hartaanval of om een burgerinitiatief, het begint in de samenleving. Vervolgens kunnen we met moderne technologie andere vormen van organiseren mogelijk maken en tot cocreatie komen. Een klassieke professional kan dat ook als bedreiging zien: een AED is toch een soort ingeblikte verpleegkundige. De professional moet dus ophouden om vanuit een monodisciplinaire koker te kijken.
Voor een echte transformatie hebben we een nieuw type ambtenaar nodig: niet zomaar een professional maar een zogenaamde professionele professional, die ondernemender is en meer van buiten naar binnen redeneert, die niet denkt in regels maar in oplossingen.
Video:
Interview met Arre Zuurmond over zelforganisatie en cocreatie from Davied on Vimeo.
Wouter says
“Een nieuwe ambtenaar denkt niet in regels”
Het is maar hoe je het bekijkt.
Als daarentegen juist steeds goed doordachte en dus functionele regels gerespecteerd waren, dan hadden veel problemen voorkomen kunnen worden.
En dan zouden daar vervolgens ook geen, helaas weer te dure oplossingen voor hebben moeten komen.
Stef says
Het klinkt heel mooi: cocreatie, niet-hierarchisch en papierloos. Toch mist er in deze tekst (ik heb de video nog niet bekeken) een essentiele zaak: het algemeen belang.
Als overheid, en als individuele ambtenaar, zit je er voor het algemeen belang. Als hier dan gesteld wordt dat je cocreatie moet doen, en als ‘professionele professional’ (lijkt een contradictio in terminis, maar goed) naar buiten moet kijken, komt het algemeen belang om de hoek kijken. Want als van buiten de vraag komt om iets te regelen, en in het belang van cocreatie en professionele professionaliteit werk je daar als ambtenaar aan mee, dien je dan het algemeen belang?
Als bijvoorbeeld de vraag is: zorg voor overlastvermindering, dus weg met die hangplek, wat dan? Nou, cocreatie en professionele professionaliteit volgend zou je die hangplek dus moeten verwijderen. Maar is dat in het algemeen belang? Want wat moeten die jongeren zonder hangplek? En als ze een nieuwe hangplek vinden waar minder toezicht is dan de huidige hangplek, schieten we er dan wel wat mee op?
Cocreatie en dingen van buiten meenemen klinkt altijd mooi. Het klinkt altijd als luisteren naar de burger, en dat hoort een overheid te doen. Toch? Nou, het probleem is dat het altijd individuele belangen zijn die een burger door de overheid wil zien worden gediend. Niet het algemeen belang. En dus ga je het schip in met cocreatie en professionele professionaliteit.
Ik wil daarmee niet het hele verhaal van tafel vegen. Je mag best wat minder “papier verschuiven” en cocreeren. Maar praktisch werkt ’t net even iets anders dan op bovenstaande tekentafel.
En verder: skype e.d. is allemaal heel leuk, maar gaan burgers echt overdag met de overheid skypen over hun problemen? Lijkt me nog iets te zonnig gedacht.
Arjan says
Klinkt toch een beetje als ‘de toekomst is het vergeten verleden’ (Russisch spreekwoord). De overheid is ooit kleinschalig begonnen (van gilde naar product- en bedrijfschappen zal ik maar zeggen en van burgemeester als ‘bijbaan’ naar burgemeester als professioneel bestuurder) en daarna geprofessionaliseerd en gebureaucratiseerd.
Het zou mooi zijn als we m.b.v. moderne middelen weer terug kunnen naar die menselijke maat. Zo is er een gemeente die het zonder gemeentehuis wil proberen. Ook dit net als (heel) vroeger toen de raad in het zaaltje achterin het buurtcafe vergaderde.
Overigens is de vraag om regels (boerkaverbod) of om rechtsgelijkheid wel heel dwingend aanwezig hoor. Dus laten we ons ook weer niet al te veel illusies maken.
A.B. Visscher says
Zeer interessante stelling. Zou zeggen schaf alle regels af. Pas dan kun je als zodanig te werk gaan., zou je zeggen. Maar helaas.
Veel regels werden/worden geschapen die voortvloeien uit oplossingsgericht denken. Meestal vanwege een enkele situatie die zich voordoet/heeft voor gedaan.
De ambtenaar van de oude stempel kon deze vertaalslag zonder meer maken en daadwerkelijk een oplossing bieden (toepassen hardheidsclausule/beleidsregels maken en kortstondig overleg intern/extern ook op het politieke vlak) en voor in de toekomst de oplossing in regels om te zetten, de maatschappelijke relevantie ervan te bepalen en uiteindelijk de politieke/maatschappelijk doelstelling vast te leggen.
Maar de “oude”ambtenaren die zo denigrerend als “verschuilers achter wetgeving” worden betiteld beschouwden hun werk niet als een “goed betaald baantje”, maar waren veel meer in het maatschappelijke/politieke betrokken. Dit heeft vooral te maken, omdat ze vanaf het begin ook gedegen werden opgeleid en een veel breder getrokken opleiding (algemeen bestuursambtenaar en pas nadien een specialisatie) genoten. Die dusdanig breed was, dat ze naast de taken en verhoudingen binnen de eigen organisatie kregen aangeleerd, ook de taken/verhoudingen tussen de diverse ambtelijke organisaties (provincie/schappen/rijk) en op politiek vlak.
Hierdoor heb je dus niet al die tussenlagen/overleggen nodig die juist de bureaucratie bevorderen en de kwaliteit doen verlagen en de kosten doen verhogen.
Naar mijn inziens, zijn dan ook de “nieuwe”ambtenaren” veel te beperkt in hun scholing. Maar ja dat zijn de nieuwe tijden, we geven liever 10x een beetje geld uit aan slechte dingen dan 1x iets meer aan iets goeds. De verkeerde zuinigheid.
Toch ben ik van mening dat het gros z’n stinkende best doet en het beste gestreefd.