Goed voor de koopkracht, volgens minister Ronald Plasterk. Het hoogst haalbare, aldus het ABP en de vakbonden. “De VNG is het er niet mee eens.”
Werkgevers en werknemers in de publieke sector hebben een akkoord bereikt over een gewijzigde ABP-regeling. “We hebben gered wat er te redden valt: zoveel mogelijk pensioenopbouw binnen de kaders van de nieuwe wet”, liet Abvakabo FNV-onderhandelaar Jan Willem Dieten weten.
Mooi en aardig, maar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is het er niet mee eens. “De VNG kan zich dan ook vinden in het akkoord voor zover het gaat over de pensioenregeling. Er staat echter ook een afspraak in het akkoord die niet over de pensioenregeling maar over de sectorale cao’s gaat, en daar is de VNG het niet mee eens. Daarom ondertekent de VNG het akkoord niet.”
Cao-tafels
“Het gaat om een afspraak over de doorwerking van het pensioenakkoord aan de sectorale cao-tafels”, communiceert de vereniging via haar eigen website. “In het akkoord staat onder andere dat werkgevers minder pensioenpremies gaan betalen, met als uitgangspunt dat dit leidt tot een salarisverhoging op de cao-tafels. De VNG vindt niet dat partijen op de pensioentafel kunnen beslissen wat de partijen op de cao-tafel met dat geld doen.”
De VNG gaat dus niet tekenen maar denkt tegelijkertijd dat er bij andere werkgevers voldoende steun is om het akkoord te laten doorgaan. “Dit komt doordat binnen het Verbond Sectorwerkgevers Overheid (VSO) het kabinet 50 procent van de stemmen vertegenwoordigt.” De VNG is een van de veertien werkgevers in het VSO.
Stemverhoudingen
De vereniging kan het akkoord niet tegenhouden en maakt daarom een punt voor evenwichtiger stemverhoudingen: “Het aantal stemmen moet zijn gebaseerd op het aantal werknemers in de afzonderlijke sectoren.”
Als het akkoord wordt goedgekeurd, gaat de VNG met de vakbonden aan de cao-tafel afspreken hoe de uit de pensioenregeling vrijgevallen middelen worden besteed in de gemeentelijke sector.
Geef een reactie