Een pensioenpremie die van het nettoloon wordt betaald; dat wil het Verbond sectorwerkgevers overheid (VSO) graag voorkomen.
Op 15 mei hebben het VSO en de vakcentrales hun inzetten uitgewisseld voor de onderhandelingen over het ABP-pensioen. Aanleiding voor deze onderhandelingen is de wijziging van pensioenwetgeving en de verwachte wijziging van de rekenregels voor de pensioenfondsen per 2015.
Het kabinet wil dat werknemers langer doorwerken. Om dit te stimuleren wordt per 2015 de fiscale ruimte om pensioen op te bouwen verder beperkt. De huidige ABP-regeling voldoet niet aan dit fiscale kader. Als de regeling niet wordt gewijzigd, betekent dit een forse daling van de koopkracht van werknemers bij overheid en onderwijs. De pensioenpremie mag dan namelijk niet meer van het brutoloon worden betaald, maar moet van het nettoloon worden betaald. Het VSO wil dit voorkomen.
Inzet VSO
De beperking van de pensioenopbouw betekent dat de pensioenpremie daalt. Het VSO staat voor een goede pensioenregeling op AOW-leeftijd. Deze wordt bereikt door aanpassing van de pensioenopbouw. Daarbij wil het VSO met de vakcentrales afspraken maken om beter voorbereid te zijn op financiële mee- en tegenvallers.
Het VSO wil de vrijvallende premie besteden aan verbetering van de (primaire) arbeidsvoorwaarden. Werkgevers en werknemers aan de diverse cao-tafels bepalen in onderling overleg hoe dit beschikbare arbeidsvoorwaardengeld vanaf 2015 wordt besteed.
Overgangsregeling
De ABP-pensioenregeling kent een overgangsregeling voor vroegpensioen. Deze houdt in dat voor werknemers die in 2006 al in dienst waren bij een ABP-werkgever, extra pensioen wordt ingekocht. Dit extra pensioen wordt niet geraakt door de nieuwe fiscale regels. Het VSO wil dit overgangsrecht desalniettemin aanpassen conform de nieuwe fiscale grenzen. De reden hiervoor is dat vooral de oudere werknemers van het extra pensioen profiteren, terwijl de premie uiteindelijk wordt opgebracht door alle werknemers bij overheid en onderwijs.
Het VSO vindt het niet meer van deze tijd dat de pensioenopbouw van jongeren wordt verlaagd, terwijl de waarde van het extra pensioen ongemoeid wordt gelaten. De premiedaling die hierdoor ontstaat wil het VSO ook beschikbaar stellen aan de cao-tafels.
Binnen het VSO zijn alle werkgevers van overheid en onderwijs vertegenwoordigd. Gezamenlijk voeren zij het overleg met de vakcentrales over de ABP-pensioenregeling. Daarbij zetten zij in op balans in inkomen tussen nu en later.
De onderhandelingen moeten leiden tot een akkoord per 1 juli aanstaande.
Geef een reactie