Deze keer gaan we op pad in de Achterhoekse gemeente Oost Gelre met de enthousiaste ambtenaar Chris Frencken (29 jaar). Hij probeert initiatieven vanuit inwoners zoveel mogelijk te ondersteunen. ‘Het is andersom werken. In plaats vanuit de gemeente komen de ideeën van inwoners en haken wij aan door bijvoorbeeld een locatie te bieden.’
De gemeente Oost Gelre heeft bijna 30.000 inwoners, Groenlo en Lichtenvoorde zijn de grootste kernen. In de laatste ligt ook het gemeentehuis, waar een nieuw gedeelte aan het historische stadhuis is gebouwd met kantoren en flexplekken voor de ambtenaren. Frencken zit bij Team Communicatie en werkt vooral aan projecten op het raakvlak van het sociaal en ruimtelijk domein. ‘Mijn hart ligt bij het begeleiden van mooie initiatieven. Soms moet je de vrijheid pakken om daarmee bezig te zijn. Ik zoek de inwoners graag op,’ vertelt hij.
‘De wijk in om mensen met een goed en leuk idee een zetje te geven waar dat nodig is. Wij werken nog niet volgens het wijkgericht werken. Zo hebben we bijvoorbeeld geen wijkregisseurs of gebiedsregisseurs voor onze grote kernen. Als een bewonersinitiatief zich aandient, dan ga ik – net als een aantal andere proactieve collega’s – eropaf. Zonder dat het wordt uitgesproken, vinden wij het ondersteunen van bewonersinitiatieven een belangrijk onderdeel van ons reguliere werk.’
Het wordt volgens Frencken in Oost Gelre nog niet erg gestimuleerd om als ambtenaar op pad te gaan, maar ook niet tegengehouden. ‘Het moet vanuit jezelf komen. Ik fiets elke dag over de Vlinderbrug, een project dat extra mooi is geworden door de inzet van omwonenden. Mijn collega Vincent Lette heeft daar een spreuk geplaatst. Het past bij de situatie, maar ook bij mijzelf: ‘Of er is een weg, Of ik vind een weg, Of ik maak een weg.’
Ontmoetingstuin ’t Hooiland
Vanuit het stadhuis in Lichtenvoorde pakken we de fiets door het dorp om twee van de projecten te bezoeken waar Frencken een rol in heeft gespeeld en heel trots op is. Het eerste is Ontmoetingstuin ’t Hooiland. Een tuin om het gebouw van de wijkvereniging, waar bewoners samen aan gewerkt hebben. ‘Bedoeld om de wijk een echt hart te geven, een plek voor activiteiten en waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Goed voor de leefbaarheid van Het Hooiland,’ legt Frencken uit. Hij is in 2015 aangehaakt op het project. ‘We hielden een enquête en deden daarna een oproep. Wie mee wilde werken aan de ontmoetingstuin was welkom. Zo is deze door een ontwerper uit de wijk getekend. Het plan is door de inwoners samen met mij en de jongerenwerker opgesteld. Ik regelde dat de wijkvereniging haar plan mocht presenteren aan de wethouder en collega’s die we nodig hadden. Dat zorgde voor meer wederzijds begrip’.
Worsteling
Een andere worsteling op het gemeentehuis was om het geld bij elkaar te krijgen; 50 procent vanuit de wijkvereniging, 50 procent vanuit de gemeente. Vanuit bestaande budgetten zoals groen en welzijn werd 25 procent van het benodigde bedrag bij elkaar geschraapt, de overige 25 procent stelde de gemeenteraad beschikbaar. Uiteindelijk is het project flink goedkoper uitgevallen dan verwacht. Er is onderhandeld over de prijzen, betaalde werkzaamheden zijn door vrijwilligers uitgevoerd en er zijn buitengymtoestellen geschonken.
‘Netwerken is heel belangrijk in mijn werk,’ zegt Frencken. ‘Je moet de juiste mensen weten te vinden en het vertrouwen laten groeien. Toen ik hier voor het eerst kwam schrok ik wel een beetje, er zat een groot hek omheen en mensen kwamen hier alleen om te stemmen, als ze al kwamen. De truc is om in te laten zien dat het anders kan, én dat ze daar zelf invloed op hebben. Nu is de uitstraling veel opener en toegankelijker.’ En het werkt, het wijkgebouw wordt een stuk beter bezocht en de bingoavonden zitten vol. In de tuin worden buurtactiviteiten georganiseerd, omliggende scholen komen er en er is een tuinploeg van buurtbewoners opgezet die zorgdraagt voor het onderhoud.
Lokalen
Een paar minuten verderop zit in een oud-schoolgebouw ‘Lokalen’, een werkplek voor negen lokale creatieve ondernemers zoals een kunstenaar, fotograaf, dj en restaurator. ‘Het is bijzonder dat we in onze eigen gemeente zitten en Oost Gelre inzet op de creatieve sector en maakindustrie,’ vindt landschapsontwikkelaar Dyon Temming. ‘Chris heeft hard gewerkt om dit met de initiatiefnemer op te zetten en het idee door de ambtelijke organisatie te loodsen. Dat kan soms heel ontmoedigend werken, maar hij hield de moed erin door zijn geloof in ons. Ik denk dat Chris goed gezien heeft hoe je als gemeente anders kunt omgaan met lokale ondernemers en leegstand. Dat is een voorbeeld voor de Achterhoek en de rest van het land. We betekenen veel voor de lokale economie en ook voor de buurt is het een oppepper. In plaats van een leegstaande school is er leven in de brouwerij, maar zonder overlast,’ zegt Temming.
Gewoon doen
‘Anders waren de creatieve ondernemers misschien naar Arnhem gegaan, het is fantastisch voor de gemeente dat ze nu hier blijven. Ook hier gold de omgekeerde manier van werken. In plaats van als gemeente iets te bedenken kwamen ze zelf met het voorstel en hebben het plan gepresenteerd aan het college. Dat besloot om daar ruimte voor te creëren waardoor het ineens kon, gewoon doen,’ vertelt Frencken met veel enthousiasme.
Lokalen kreeg groen licht voor een pilot van twee jaar. In die periode hoefde ze geen huur te betalen. Wel vroeg de gemeente hun creatieve inzet in het kader van ‘social return’. Frencken heeft geholpen bij de start en het kiezen van de locatie. Samen met collega Leonie Heutinck werkte hij een week vanuit Lokalen als ‘ambtenaar in residence’. ‘Een geweldige week waarin we op een creatieve manier de kansen voor samenwerking lieten zien.’ In de gezamenlijke ruimte praat Frencken de ondernemers nog even bij over de voortgang van de pilot, die bijna afloopt. Het is onofficieel al wel zeker dat Lokalen mag blijven, alleen de precieze voorwaarden zijn nog niet duidelijk.
Eén loket
Als we terugfietsen naar het gemeentehuis zien we op veel plekken de Achterhoekse vlag wapperen. ‘We hebben een hele actieve gemeenschap, dat is de figuurlijke motor van de Zwarte Cross, het bloemencorso en het carnaval. En zo zijn er een heleboel initiatieven van inwoners. Ik zie zeker kansen om initiatiefnemers nog beter te ondersteunen,’ zegt Frencken. ‘Bewonersinitiatieven zouden via één loket aangemeld moeten kunnen worden. Vanuit de gemeente één aanspreekpunt of platform en daar ook tijd voor vrijmaken om het op te pakken. En een visie ontwikkelen hoe om te gaan met ideeën van inwoners inclusief een flexibele regeling om financieel initiatieven aan te jagen,’ somt hij op. Maar toch is hij heel tevreden met wat wél wordt bereikt. ‘Ik wil soms sneller dan mogelijk is, maar pak de kansen.’
Geef een reactie