‘Ik heb ook nachten wakker gelegen en het hele rouwproces doorgemaakt,’ klinkt het in de Kralingen zaal. Aan het woord is Martine Coevert, adviseur bodemdaling en funderingsproblematiek bij de gemeente Rotterdam. Op de achtergrond zijn foto’s te zien van straten die openliggen en heipalen in de grond.
In deze aflevering gaan we meer figuurlijk dan letterlijk op pad. We stonden niet met onze laarzen in een laag water of modder, en gingen niet ondergronds. Martine Coevert neemt ons in een presentatie wél mee in de wereld van de funderingsproblematiek. Ze put daarbij uit eigen ervaring en maakt met veel foto’s duidelijk hoe funderingsherstel in zijn werk gaat en hoe het er dan onder de grond uit ziet.
De presentatie is onderdeel van de Maand van de Onderwereld. Daarin vraagt de gemeente met lezingen, rondleidingen en excursies bij inwoners aandacht voor de ‘overvolle’ Rotterdamse bodem. Deze is gevuld met onder meer riolering, kabels, drinkwater- en gasleidingen en zakt gemiddeld tien millimeter per jaar. Er wordt al eeuwenlang op slappe veen- en kleigrond gebouwd. Coeverts collega stadsingenieur Anne Mollema vertelt tijdens de presentatie meer over bodemdaling en slappe grond. Afsluitend geeft John van Dijk van het funderingsloket een toelichting op de Rotterdamse aanpak van deze problematiek.
Slappe bodem
In de mooie Kralingen zaal in het historische Schielandhuis is een man of veertig aanwezig. Naast bezorgde inwoners ook mensen die professioneel betrokken zijn bij het onderwerp. Dat is tevens het publiek waar Coevert in haar dagelijkse werk mee te maken heeft als adviseur bodemdaling en funderingsproblematiek. ‘Ik zit tussen alles in en ben een spin in het web tussen onder meer gemeente, waterschap, inwoners en nutsbedrijven.’ Zo vertegenwoordigt ze de gemeente in het Platform Slappe Bodem. Daarin zoeken lokale en regionale overheden samen naar de perspectieven om de gevolgen van bodemdaling aan te pakken. ‘We willen vooral kennis en ervaring delen, zowel landelijk als overheden onderling. Er is veel overloop en samenhang. Gaan we dan 30 keer het wiel uitvinden of allemaal putten uit één toolbox?’
Prioriteiten
Eigenlijk had Coevert diezelfde dag ook naar het jaarlijkse congres van het platform gemoeten. ‘Ik was er graag bij geweest, maar het was toch te krap met deze presentatie,’ vertelt ze voor aanvang. Omdat ik in het platform zit is de informatie die voorbijkomt op het congres bekend en daardoor kon ik het wel laten gaan. Door de toenemende aandacht voor bodemdaling en de ondergrond is er elke week wel een bijeenkomst waar ik naar toe zou willen. Dan moet je keuzes maken en prioriteiten stellen.’
Terwijl Coevert de presentatie voorbereidt herkent ze een medewerker van het Schielandhuis. Het is haar oude achterbuurman, die op dit moment midden in een funderingstraject zit. Ze wisselen ervaringen en de stand van zaken uit. ‘Ik zal blij zijn als het proces straks echt op gang is,’ verzucht hij.
Funderingsherstel
Door haar vorige woning is het voor Coevert allemaal begonnen. Anderhalf jaar na aankoop van haar appartement kwam ze erachter dat er wel eens iets mis zou kunnen zijn met de fundering. Haar buren stemden er uiteindelijk mee in om collectief funderingsonderzoek uit te voeren. Daaruit bleek dat funderingsherstel op korte termijn onvermijdelijk was voor alle 23 huiseigenaren.
Dat had een hele grote impact. ‘Het lijkt een technisch probleem maar is feitelijk een sociaal en financieel probleem omdat de kosten zo fors zijn. En het moet met het hele blok worden aangepakt. Dus heel veel stappen doorlopen die steeds weer voor iedereen goed moeten zijn,’ licht Coevert toe. ‘Funderingsherstel kost gemiddeld 80.000 euro per pand. Dat raakt mensen diep in de portemonnee. Met alle gevolgen van dien. Als eigenaren niets doen, verzakt de woning en komen er scheuren in muren en gevels. In het ergste geval worden woningen ontruimd en uiteindelijk gesloopt. De kosten? Die zijn voor de huiseigenaar.’
De oorzaak van het funderingsprobleem was paalrot, een schimmelaantasting die veroorzaakt wordt door een te lage grondwaterstand. ‘Inwoners hebben vaak het idee dat de gemeente de grondwaterstand kan reguleren, maar dat is niet zo,’ helpt Coevert het misverstand de wereld uit. Binnen de erfgrens is het je eigen verantwoordelijkheid. ‘Je kunt de gemeente voor de rechter dagen, maar maakt niet veel kans.’
Fundering en bodemdaling
Het proces kan van twee tot meer dan tien jaar duren en er zelfs toe leiden dat je in de schuldhulp terechtkomt. Gelukkig was dit in Coeverts geval niet zo. Ze werd adviseur en aanspreekpunt voor de buurt en kreeg een steeds grotere rol in het hele funderingstraject. Door haar expertise werd ze in 2016 door de gemeente aangenomen ter versterking van het Funderingsloket, dat huiseigenaren bijstaat in de funderingsaanpak. Na ruim twee jaar volgde de interne overstap naar de afdeling Water, als adviseur bodemdaling en vanaf januari 2020 gaat ze nog meer de grond in, als assetmanager ondergrond.
Ze heeft overleg met diverse afdelingen van de gemeente en verschillende overheden, schrijft artikelen en blogs, geeft lezingen en gastcolleges en voert Underground Challenges uit met studenten. ‘Geen dag is hetzelfde en daar ben ik heel blij om. Bij het funderingsloket stond ik wat meer met mijn voeten in de klei en zat ik bij inwoners aan tafel, maar het gebeurt nog steeds wel. Het gaat allemaal om bewustwording en heel belangrijk daarin is voorlichting geven. Ik heb het meegemaakt en weet waar ik het over heb.’ Dat helpt ook bij de kritische bewoners met wie Coevert vaak te maken heeft.
Kennis bij elkaar brengen
Voor Coevert is het belangrijk om te verbinden en kennis te brengen en halen. ‘Als gemeenten vinden we elkaar en delen we onderling informatie. Bijvoorbeeld met Gouda, maar ook met Woerden hebben we veel contact. Zij zijn een paar stappen verder in bijvoorbeeld onderzoek. Ik wil het zo efficiënt mogelijk aanpakken; als andere gemeenten het al hebben gedaan is het onzin om zelf nog eens uit te gaan zoeken hoe het werkt.’ Zelf betrokken zijn en initiatief nemen is volgens haar een vereiste. ‘Kennis bij elkaar brengen vind ik leuk. Ik weet dat het er is en dat mensen het ook willen delen. Dat geldt ook voor mijn collega’s.’
Binnen de gemeente willen Coevert en haar collega’s de thema’s van het Rotterdams Weerwoord, zoals hitte, droogte en bodemdaling, wijkgericht uitrollen. Zo kunnen zaken als riolering en fundering tegelijk worden benaderd in plaats van dat mensen ‘keer op keer’ de gemeente over de vloer hebben. ‘Bij mij kwam als inwoner van Rotterdam alle problematiek zoals fundering, ondergelopen tuinen, putjes die overstromen en zelfs sinkholes in de straat, samen. Ik heb zelf meegemaakt dat het contact met de gemeente prettiger kon en dat het fijner is om het samen te doen. Met een vaste contactpersoon namens inwoners en namens de gemeente, kom je veel sneller tot resultaat. Communicatie is daarin heel belangrijk.’
Veel goeds
Coevert is inmiddels verhuisd, maar al met al heeft haar vorige appartement haar naast een hoop ellende ook veel goeds gebracht. ‘Mijn vriend werkt bij de gemeente. Als ik geen funderingsproblemen had gehad, had ik hem ook nooit ontmoet. En had ik nooit deze baan gehad,’ glundert ze.
Geef een reactie