Nieuw onderzoek legt de vinger op twee problemen. De vergrijzing van de publieke sector neemt zorgwekkende vormen aan, en “één op de drie HRM-medewerkers twijfelt aan de capaciteit van het personeel”.
Het gaat om een landelijk onderzoek uitgevoerd onder 300 HRM-medewerkers en 500 ambtenaren “over de match en mismatch van mens en werk in de publieke sector”, schrijft Driessen HRM, die de publieke arbeidsmarkt in kaart bracht met TNS Nipo (zie bijlage).
Conclusie: “33 Procent van de ondervraagde HRM’ers twijfelt aan de capaciteiten van het huidige personeelsbestand of ziet daar een tekort in. Een kleine 10 procent geeft zelfs aan dat zij zeker niet de juiste mensen in dienst hebben om de doelen te bereiken.”
Vrees
Vooral in de sectoren zorg en welzijn, onderwijs en bij de gemeenten blijkt de vrees groot. “Op basis van deze resultaten is het aannemelijk dat een aanzienlijk deel van de HRM’ers in de publieke sector het personeelsbestand van hun organisatie aan zou willen passen, zodat het beter aansluit bij (het realiseren van) de organisatiedoelstellingen”, staat in het onderzoek Werk(t) in de publieke sector.
“Maar ook wanneer men tevreden is over het huidige personeelsbestand, kunnen nieuwe medewerkers een organisatie verder helpen. De uitdaging is om de juiste mensen te vinden.” Eén op de vijf HRM-medewerkers blijken hier problemen mee te hebben, is de conclusie.
Probleem:
Weinig ambtenaren zijn op zoek naar ander werk. Als ze dat al doen, dan meestal binnen de eigen sector. Nieuwe, jongen mensen zijn met een lichtje te zoeken. “Op dit moment is het zelfs zo dat, bijvoorbeeld binnen gemeenten, slechts 1 procent van de werkzame beroepsbevolking jonger is dan 25 jaar.”
Flexibele schil
“Medewerkers in eigen dienst met een tijdelijke aanstelling vormen in de praktijk gemiddeld twee derde van de flexibele schil van een organisatie”, blijkt uit ondervragen van medewerkers van de publieke sector. “Een derde van de flexibele schil wordt gevormd door medewerkers die via een uitzend-, payroll of detacheringsbureau voor de organisatie aan de slag zijn.”
Afhankelijk van de uitvoering van projecten varieert de samenstelling en grootte van onze flexibele schil, antwoordt de gemeente Heerde, bijvoorbeeld. Momenteel kent de gemeente een flexibele schil van circa 20 procent; idealiter is deze rond
de 25 procent.
Externen
“We kunnen stellen dat intern flexibele medewerkers ervoor zorgen dat het werk doorgaat, terwijl externe flexibele medewerkers vooral worden ingezet om veranderingen of verbeteringen in de organisatie door te voeren. Intern en extern ontmoeten elkaar op de werkvloer daarbij vaak in specifieke projecten die een sterke samenhang hebben met de dagelijkse bedrijfsprocessen.”
Helpt de nieuwe cao?
Zowel de VNG als de vakbonden loven de nieuwe cao als middel om de arbeidsmarkt in beweging te krijgen.
B.H. Honselaar says
Goedemorgen,
Conclusie: 33 procent vd HRM’ers enz enz…… Ik vind een belangrijke taak van een HRM’er, te zorgen dat de juiste mensen op de juiste plek zitten, dat mensen goed functioneren etc. Als dat niet zo is zal daar aan gewerkt moeten worden door beide (verschillende) belanghebbenden.
Ik stel voor een onderzoek te doen onder de medewerkers wat zij vinden van de HRM’ers.
mvg Bernard Honselaar.