Regisserende gemeente? Of ze nu afdelingshoofd of teamleider heten, middenmanagers blijven vaak nodig. De inhoud van hun werk verschilt echter fors van voorheen. Hun primaire taak is verschoven naar zorg en verantwoordelijkheid van en voor zelfstandige professionals.
In gemeenteland was het lang “common behaviour” dat door zowel directie als middenkader directief gestuurd werd. In een eenvoudige wereld een prima methode. Simpele aantrekkelijke intellectuele principes. Kreten als “orde moet er zijn”, “er zijn nu eenmaal regels” als uiting van verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Allemaal gebaseerd op vastgelegde macht. De nieuwe werkelijkheid heeft geleid tot meer consultatief gedrag. Verandert er dan iets? Nee.
De stroom blijft top-down, de manager controleert. Volgzaamheid en afhankelijkheid van zijn medewerkers blijft de onuitgesproken verwachting.
Hoe zit het bij een regisserende gemeente?
Als gemeenten gaan regisseren worden ze kleiner en hoogwaardiger. Hoogopgeleide professionals voeren de regie. Niet alleen over hun werk maar ook over zichzelf. Het principe “volgers kunnen ook leiders zijn” staat centraal. Regisseurs zoeken het “gevaar” door onafhankelijkheid en risico’s te nemen. De leidinggevende werkt aan het versterken van op vertrouwen gebaseerde communicatie en stimuleert zelfvertrouwen en moed. Doordat de leidinggevenden– veelal middenmanagers – veel tijd besteden aan het scheppen van de voorwaarden waardoor de professionele regisseurs hun talenten ten volle kunnen ontplooien verandert hun eigen positie ook.
Verschillen van blik?
Bij trainingen van enerzijds middenmanagementteams en anderzijds directieteams die beiden “regisseren” voorstaan komt iets opvallends aan het licht. Bij strategische veranderingen zoals co-creatie, coproductie of uitbesteden vragen directieteams om betrokkenheid op het terrein van financiën, controlling, informatiesystemen. Betrekken gaat trouwens niet verder dan consulteren. Argumentatie is dat middenmanagers teveel door eigen functiebril kijkt en geen totaalvisie hebben op de gemeente. Middenmanagers willen juist minder betrokkenheid bij de financiële functie en meer bij planning en human resources.
Zij vinden bovendien dat er onvoldoende gebruik wordt gemaakt van hun brede blik en het feit dat ze voortdurend over de muren heen naar de buitenwereld kijken.
Oplossing is geen “one-way street”.
In een regisserende gemeente werkt het anders. De methode die erbij hoort noemen wij “samen converseren”. Deze methode leert directieteams hoe middenmanagement een substantiële bijdrage levert aan de strategievorming. Via methodisch actief mee te denken werken ze intensief mee aan de richting en toekomst van de gemeente. Samen worden directies en middenmanagers zich bewust van de strategische facetten van hun eigen doen en laten. Belangrijke pijler is dat zichtbaar wordt dat deze vorm van “organisatieburgerzin” onontbeerlijk is voor de kwaliteit van de implementatie van het resultaat.
Wat zijn gevolgen van “samen converseren”?
Middenmanagers zijn nog meer toegewijd bezig met hun werk en met de organisatie. Ze worden beter in staat om met ambiguïteit om te gaan, op nieuwe manieren bronnen aan te boren en middelen oordeelkundig toe te wijzen. Samen met de bereidheid te investeren in ontwikkeling van henzelf en hun regiemedewerkers en bovendien voldoende tijd en energie te steken in bouwen aan en onderhouden van externe netwerken maakt hun deelname aan strategievorming cruciaal.
Vanuit het perspectief van regisseren is “samen converseren” van essentieel strategisch belang. Gaandeweg groeit samen een stevige verbinding waardoor alle managers op een organische manier steeds meer waarde toevoegen aan een nog betere gemeente.
Geef een reactie