De 28 omgevingsdiensten vinden ieder hun eigen, dure wiel uit. Het takenpakket van Regionale uitvoeringsdiensten (Rud’s) is homogeen; toch wordt het op zeer diverse manieren georganiseerd.
De focus lag tot begin dit jaar vooral op het besturen en inrichten van de eigen organisatie, stellen Arena Consulting en Telengy na hun onderzoek van de Rud’s, ook wel omgevingsdiensten genoemd. Ze missen “een gezamenlijk platform om regie en sturing te geven aan de noodzakelijke standaardisatie”, is een conclusie.
“Er is beperkt aandacht geweest voor de afstemming met gemeenten en andere partners, waardoor het gevaar bestaat dat het middel ons zicht op het doel vertroebelt.” De uitvoeringsdiensten zijn vooral ingericht om te voldoen aan een checklist met eisen. Het voorkomen van calamiteiten en het verminderen van milieucriminaliteit raakt hiermee op de achtergrond.
Een gedeelde kijk op de zaak, laat staan een gezamenlijke architectuur voor de informatie, ontbreekt grotendeels. “Er moet nog veel ontwikkeld worden”, zegt adviseur Ton de Wit, een van de schrijvers van het rapport. “Toch moet je niet veel langer wachten met de gezamenlijke aanpak.”
Eigen wiel
In iedere regio zijn eigen keuzen gemaakt over de verdeling van taken tussen gemeenten en omgevingsdiensten, zowel aan de voorkant als de achterkant van het proces. Ook de uitvoeringsdocumenten verschillen sterk van elkaar. “Iedere omgevingsdienst heeft gekozen voor en eigen structuur, diepgang en reikwijdte”, staat in het rapport.
Het delen van informatie staat in de kinderschoenen. Innovatie krijgt weinig aandacht. De winst van standaardisering wordt niet verzilverd. De Rud’s hebben regie en sturing nodig. Het onderzoeksrapport doet hiervoor twaalf aanbevelingen:
- Denk vanuit de keten en de achterliggende ambities;
- Geef prioriteit aan het gebruik van gemeenschappelijke oplossingen, onder meer voor producten-, diensten- en zaaktypencatalogussen, digitale dossiers, registratie, et cetera;
- Bouw een platform voor het gezamenlijke beheer en de ontwikkeling van de informatievoorziening;
- Richt een taskforce in voor het delen van informatie over milieucriminaliteit;
- Verbind de onderliggende architecturen van RUD-i, GEMMA en VERA;
- Zorg voor een paragraaf over informatievoorziening in de nieuwe Omgevingswet door het onderwerp op de landelijke agenda te zeten;
- Besef dat ‘verlengde kabels’ geen optie kunnen zijn voor de (middel)lange termijn;
- Reserveer voldoende middelen voor doorontwikkeling van de gezamenlijke informatievoorziening;
- Verbind het dienstverleningsconcept van de omgevingsdienst met dat van de gemeenten;
- Bouw een platform op landelijk niveau voor regionale best practices;
- Organiseer een stevige centrale sturing op het ontwikkelen van gemeenschappelijke basisvoorzieningen;
- Laat formele en informele leiders stimuleren dat medewerkers elkaar leren kennen en vertrouwen.
Planning
Een gezamenlijke kijk op de zaak begint met de wil om samen te werken. Dat klinkt waarschijnlijk logisch, maar in de praktijk moet het vaak nog wel gebeuren. Het advies van De Wit is dan ook om een groep mensen aan te wijzen die hiermee aan de slag gaan. Zij kunnen dan in kaart brengen welke partijen er zijn, welke oplossingen bedacht worden en een planning maken om hier verbindingen te realiseren.
Het voordeel is vooral dat het zo overbodig wordt om een omgevingsdienst weer voor drie tot vijf jaar vast te leggen met een deeloplossing. Op termijn betekent dat minder kosten voor het uitvoeren van de taken.
Omgevingsdiensten
De 28 omgevingsdiensten verlenen vergunningen, houden toezicht en moeten handhaven. De meeste Rud’s werken op basis van een Gemeenschappelijke regeling met een openbaar lichaam. Ongeveer de helft van de diensten is een backoffice van gemeenten of provincies.
Geef een reactie