De besturing en organisatie van een ambtelijke fusie tussen gemeenten is complex, tijdrovend en brengt hogere administratieve lasten met zich mee. De dienstverlening aan de bevolking wordt er niet beter van en de beoogde kostenbesparing valt tegen.
Dat concludeert onderzoeksbureau Berenschot, dat samen met hoogleraren van drie universiteiten onderzoek deed naar de ambtelijke fusie. De provincies Zuid-Holland en Gelderland hadden om het onderzoek gevraagd. Op dit moment werken volgens de onderzoekers 61 gemeenten met een ambtelijke fusie. Vier gemeenten zijn hun samenwerking alweer aan het opheffen en een aantal gemeenten heeft er voor gekozen om toch helemaal samen te gaan.
Zelfstandigheid
Bij een ambtelijke fusie behouden gemeenten hun zelfstandigheid met een eigen burgemeester en een eigen gemeenteraad. Op ambtelijk niveau gaan ze echter volledig samenwerken. Vooral bij middelgrote gemeenten die hun zelfstandigheid niet willen opgeven, maar die het groeiend aantal gemeentelijke taken niet aankunnen is de fusie in trek. Volgens de onderzoekers staat de ambtelijke fusie bij veel gemeenten op de agenda om de slagkracht te vergroten.
Gemeentelijke herindeling
Belangrijk probleem is dat ambtenaren jaren tijd nodig hebben om te leren werken in de nieuwe organisatie. Er is weinig zin om autonomie in te leveren. Ambtenaren, maar ook colleges van B en W zijn veel tijd kwijt aan fricties. In Ommen/Hardenberg en in IJsselstein/Montfoort is daarom besloten te stoppen met de fusie. En ook het plan voor de fusie tussen Heerlen en Landgraaf ging in december definitief van tafel. De onderzoekers vinden het aanwijzen van een centrumgemeente in een regio of een gemeentelijke herindeling in veel gevallen een betere oplossing, alhoewel er veel kritiek is op de procedure bij herindeling.
Geef een reactie