Per 1 januari 2015 zijn 16 gemeenten bij een herindeling betrokken.
Zo ontstaan er zes ‘nieuwe’ gemeenten. Alkmaar krijgt Schermer en Graft – De Rijp erbij, Millingen aan de Rijn en Ubbergen zijn toegevoegd aan Groesbeek, Oss en ‘s-Hertogenbosch krijgen ieder een stukje Maasdonk, dat wordt opgeheven. Helemaal nieuw zijn de twee fusie gemeenten, Krimpenerwaard (Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist) en Nissewaard (Bernisse en Spijkenisse).
Om deze gedecentraliseerde taken in het sociaal domein goed in te kunnen vullen zijn verschillende gemeenten in gesprek over samenwerking of samengaan. Hoewel fusie daarbij niet de meest populaire oplossing lijkt te zijn.
Vroeger
In 1840 bestond ons land nog uit 1 219 gemeenten. Sindsdien is het aantal flink gedaald als gevolg van bestuurlijk herindelingen. Het doel was steeds om het gemeentebestuur krachtiger en doelmatiger te maken zonder belemmeringen van gemeentegrenzen. In 1856 kwam het aantal gemeenten onder de 1 200. Daarna duurde het tot 1922, 66 jaar, voordat Nederland minder dan 1 100 gemeenten had. Vooral na 1960 zette de daling goed door. Het snelst ging het tussen 1997 en 2002, toen we in vijf jaar van minder dan 600 naar minder dan 500 gemeenten gingen. De daling tot onder de vierhonderd gemeenten duurde voor het eerst weer langer dan eerdere passages van een honderdtal, dertien jaar.
Dat er nu minder hard gemeenten verdwijnen heeft ook te maken met dat per 2002 gemeentelijke herindelingen in principe van onderaf geregeld worden. Het betekent dat vanaf dat moment gemeenten zelf beslissen of en met welke andere gemeenten zij samengaan en dat de centrale overheid daar niet meer over gaat.
Kennislink
Geef een reactie