Zijn fusies nu succesvol? Zelden. De gefuseerde gemeente wordt wel groter maar niet beter.
Gemeenten houden niet van herindelen. Toch komt het ervan. Na een hoop gedoe met intergemeentelijk samenwerken wordt soms eerst door in tact blijvende gemeenten geëxperimenteerd met ambtelijke samenvoeging. Met kort succes. Vroeg of laat doemen bestuurlijke of ambtelijke “cultuurschuur”-problemen op. Zorgelijke ambtelijke en bestuurlijke vergaderingen volgen. Na complete ontreddering roept een radeloze maar optimistisch ingestelde bestuurder “dan maar fuseren”.
Zijn fusies succesvol?
Zelden. Hoewel het een uitgelezen kans is om een snelle, effectieve, wendbare – kortom regisserende – gemeente te worden wordt deze meestal niet gegrepen. Het belangrijkste geloof om te fuseren is naast “toename bestuurlijke drukte” dat gemeentelijke organisaties te belast worden door decentrale taken. Plotseling is schaalvergroting de panacee voor regionale aanpak van problemen. Imponerende rapporten verschijnen. Hard aan gewerkt en goed bedoeld. Oude plannen die briljant nieuw lijken. Een fatale vergissing. De gefuseerde gemeente wordt wel groter maar niet beter.
Hoe dan wel?
Eerst de essentiële vraag beantwoorden “wat voor gemeente wil de samenleving?”. Daarvoor is een spel met nieuwe organisatieregels nodig. Krijg inzicht in wat de samenleving beroert. Meestal zijn dat idealen en toekomst. Laat inwoners van de samengaande gemeenten sprankelende ideeën en oplossingen aandragen. Zorg samen met hen voor een idealistische bindende toekomstrichting. Hou koele rekenaars en juristen buiten de deur. Laat – als dat nog kan – ook nog de bestaande organisaties in tact. Om de regietransformatie goed aan te pakken is een “transitieregisseur” nodig die de maatschappelijke werkelijkheid naar de regisserende organisatie weet te vertalen en weet hoe het regieproces geleid moet worden.
Wat doet de transitieregisseur?
Onder directe bestuurlijke vertegenwoordiging van de fuserende gemeenten wordt zorgvuldig een regieteam samengesteld. Het team wordt omzoomd door een “advieskring” van netwerkvertegenwoordigers uit de samenleving. De transitieregisseur leidt niet alleen het team maar houdt ook de bestuurders control. Daar staat tegenover dat bestuurders waken voor tegenlobby en barrières slechten. Nauw samen optrekkend tegen humeurige heksenverbranders creëren ze de “vertrouwen”-voorwaarde.
Dwang en drang?
Welnee. Continu contact met medewerkers, bestuurders en buitenwereld garandeert een transparant proces. Door “cross-functioneel” te werk te gaan bouwt het team een kleine, snelle en hoogwaardige organisatie. Door de teamleden tegelijk “regie-ambachtelijk” te trainen groeit gaandeweg het regieteam van de toekomst. Hun voorbeeldgedrag valt op. Niks eindeloze vergaderingen, overbodige bijeenkomsten, overdreven documenteren, continu planningen aanpassen, stroeve besluitvorming, laat staan een beroep doen op een “hogere” instantie. Zo ontwikkelt zich de teamkwaliteit en tegelijk de zelfregie van de teamleden. Wekelijks zijn er “kantine”-bijeenkomsten om uiteen te zetten welke voortgang wordt geboekt. Besluiten worden genomen, veranderingen worden direct doorgevoerd. Medewerkers ervaren meteen in de praktijk hoe het werkt.
Midden in de samenleving?
Het succes komt doordat al experimenterend en methodisch gebouwd wordt aan een nieuwe organisatie gebaseerd op de drie regieprincipes “samen maken”, “samen doen” en “uitbesteden”. Niet als paniekzaaierij, wel een nuchtere analyse van wat nodig is, en vooral een aansporing om werk te maken van alternatieven. Geen blauwdruk maar continu aanpassingen testen en eventueel bijstellen. Via “realtime” transparantie en intensieve communicatie met de “advieskring” en de inwoners borgen van vertrouwen in elkaar. De aanpak van het regieteam bouwt de passende werkcultuur. Resultaat? Gefuseerd en midden in de samenleving.
l.a.m. aarden says
goed artikel! Desalniettemin ontbreekt tenminste een element: de menselijke neiging ook van raadsleden om hun positie te behouden. Hun positie is doel geworden in plaats van middel: adequaat duurzaam en democratisch bestuur. Het CDA voorstel om de vergoeding van raadsleden in kleine gemeenten te verhogen lijkt dit te stimuleren. Het is al lang niet nieuw, dat er twijfels zijn aan de democratische legitimiteit bij intergemeentelijke samenwerking. Dit was reden voor de evaluatie van de WGR eerste helft van de 90-er jaren. Ook toen al twijfels over de betrokkenheid van gemeenteraden. Het brede verzet van raadsleden is hetzelfde gebleven ondanks alle pogingen om raadsleden bij de regio te betrekken. Opvallend is dat, daar waar gemeenteraden en dus (meerderheden van) de raadsleden kiezen voor bestuurlijke duurzaamheid door herindeling, de inwoners van die gemeenten zich doorgaans niet lijken te verzetten. Prikkelend gesteld: het 19e eeuwse "Huis van Thorbecke" heeft zichzelf meer dan ruimschoots overleefd.
W Dijkhuis says
Citaat: "Hou koele rekenaars en juristen buiten de deur."
Als je dat doet wordt het beoogde "spel met nieuwe organisatieregels" net zo iets als een potje voetbal zonder scheidsrechter.
VRAAG: sinds wanneer proberen overheidsadviseurs onder de tucht van de rechtsstaat uit te komen? (sinds besturen vooral gezien wordt als "communicatie" met "de" burger?)
. Het kan beter says
Mooi sprankelend artikel. Een fusie tussen gemeenten ontstaat niet bij de burgers. Het is opgelegd door de Rijksoverheid, waar niet één burger in wordt gekend. Neen, het besluit van de Rijksoverheid staat al vast en de fuserende gemeente moeten op nieuw het wiel uitvinden. Burgers worden wel geraadpleegd maar niet naar geluisterd. De politiek stelt gewoon de burger heeft geen kijk op de noodzaak van fusie. Helemaal niet worden de motto's ''samen maken en samen doen'' gedaan. De gemeente komt steeds verderaf van de burger te staan. Ook de participatie – waar iedere betaalde kracht van de gemeente druk mee is, is niet meer dan een manier van denken en doen om het echte werk door vrijwilligers te laten uitvoeren. Hier ziet een goede kant aan maar ook minder goede kant. Te gemakkelijk en te snel worden projecten uit de grond gestamd, meestal zonder plan met geringe toegevoegde waarde. In feite waar de gemeente met vinger tussen zit, is het plan bij voorbaat al mislukt. Gemeenten willen heel graag de regie houden en de portemonee dicht houden en de gemeente wil vooral evalueren over wat ze bereikt hebben. Bedoeld wordt wat vrijwilligers samen bereikt hebben. Opvallend is ook dat ambtenaren bijna nooit vrijwilligerswerk doen (onbetaald) ER IS NOG EEN WERELD TE WINNEN