Rijk en decentrale overheden werken steeds vaker samen en gemeenten hebben de grote financiële verliezen uit de crisisjaren definitief achter zich liggen. Dat zijn een aantal conclusies uit de Staat van het Bestuur 2018.
De Staat van het Bestuur is een onderzoek dat het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) om het jaar uitbrengt. Het biedt ook inzicht in de ontwikkelingen bij gemeenten. Het ministerie laat naar eigen zeggen trends zien waarmee beleid ontwikkeld en onderbouwd kan worden.
Een van die trends is dat Rijk en decentrale overheden steeds vaker samenwerken. Bijvoorbeeld via akkoorden als de ‘regiodeals’ en ‘citydeals’ en door het mogelijk maken van maatwerk in het openbaar bestuur. Minister Ollongren is blij dat in de cijfers terug te zien. ‘Ik geloof erg in samenwerking. Door meer maatwerk kan de overheid beter rekening houden met de grote verschillen tussen stad en platteland, binnen steden, tussen groepen inwoners en tussen de opgaven in de verschillende regio’s in Nederland.’
96 procent
Nederland telt 1168 samenwerkingsverbanden. Gemeenten zijn betrokken bij 96 procent van de samenwerkingsverbanden, ter vergelijking: provincies bij 18 procenten, waterschappen bij 7 procent. Een gemeente heeft gemiddeld 27 samenwerkingsverbanden.
De top 5 beleidsterreinen die samen opgepakt worden zijn het fysiek domein (18 procent van de samenwerkingen), sociaal domein (17 procent), economie en veiligheid & gezondheid (beide 9 procent), en ondersteunende processen (7 procent).
Financiën
Nadat de gemeenten tijdens de crisis ingeteerd hebben op hun eigen vermogen is sinds 2014 weer een licht herstel zichtbaar, laat de Staat van het Bestuur zien. Ook hebben in vergelijking met 2015 en 2016 meer gemeenten een goedkeurende accountantsverklaring: 96 procent met betrekking tot getrouwheid en 87 procent met betrekking tot rechtmatigheid. In 2018 staan zes gemeenten onder preventief toezicht, en is er één armlastige gemeente die een aanvullende artikel 12-uitkering ontvangt.
Het gemeentelijk grondbeleid is in 2017 na de crisisjaren voor veel gemeenten weer een belangrijke inkomstenbron. In totaal gaat het om 5,1 miljard euro aan inkomsten. ‘Regionaal zijn deze inkomsten echter niet gelijk verdeeld en tegenover deze inkomsten staan investeringen die gemeenten in eerdere jaren gemaakt hebben. Het is dan ook lastig om eenduidig aan te geven hoeveel het gemeentelijk grondbeleid opgeleverd heeft, maar duidelijk is dat de grote verliezen van de crisisjaren achter ons liggen,’ is te lezen in het onderzoek.
Bron: CBS o.b.v. IV3 Statline: Gemeenterekeningen
Grootste kostenpost
Gemeenten hebben in 2017 gezamenlijk bijna 65 miljard euro uitgegeven. Zoals bekend geven gemeenten het meeste geld uit aan taken in het sociaal domein. Andere grote kostenposten zijn ‘verkeer, vervoer en waterstaat’, ‘volksgezondheid en milieu’ en ‘ruimtelijk beleid’ en ‘bestuur en ondersteuning’. Hier vallen alle kosten onder die nodig zijn om gemeenten draaiende te houden, zoals de overhead, maar ook bestuurskosten, ondersteuning van de Raad en het gemeenteloket.
Verdeling van inkomsten naar beleidsdomein
Bron: CBS o.b.v. IV3 Statline: Gemeenterekeningen
Uit de crisis
De financiële positie van gemeenten in de Staat van het Bestuur in het overzicht komt grotendeels overeen met de uitkomsten van het recente onderzoek van accountants- en adviesbureau BDO. Sinds 2014 is een licht herstel te zien. Zo schrijft het merendeel van de gemeenten weer zwarte cijfers en neemt het eigen vermogen toe. Investeringen nemen voorzichtig toe.
‘Het afbouwen van de schuldpositie, of het aanvullen van de reserves, kost echter tijd en de financiële positie is nog niet op het niveau van voor de crisis,’ meldt de Staat van het Bestuur. ‘Een deel van het herstel wordt veroorzaakt door opbrengsten uit het gemeentelijk grondbeleid waarvan onzeker is of deze opbrengsten structureel zijn. Daarnaast is het uitgavenpatroon met betrekking het sociaal domein onzeker evenals de kosten in het kader van de energietransitie. Een vinger aan de pols is nodig om de gevolgen van deze ontwikkelingen inzichtelijk is maken.’
Geef een reactie