De infrastructuur nog zo lang mogelijk zelf blijven doen, of nu al langjarig uitbesteden aan een private partij. “Gemeenten moeten de kansen van innovatie niet onderschatten.”
Pauline van Abswoude, die als senior account manager veel pps-financieringen heeft begeleid namens BNG Bank ziet het al een tijdje gebeuren. “Overheden hebben steeds minder middelen tot hun beschikking, terwijl ze wel steeds meer taken naar zich toegeschoven krijgen. Ze verliezen expertise en mankracht en dat gaat meer dan eens ten koste van de bestaande infrastructuur. Private partijen hebben die kennis en mankracht wel, dus wat gemeenten als Haarlem doen door in een keer de nieuwbouw en het onderhoud van een heel infrastructuurpakket voor een groot aantal jaren aan private partijen uit te besteden, zul je steeds vaker zien gebeuren.”
Risicobeheersing
Het zijn niet alleen de overheden die in beweging zijn. Ook marktpartijen springen op de nieuwe werkelijkheid in. Zo heeft VolkerWessels de ‘Mini-PPS’ voor de openbare ruimte ontwikkeld, een lokale Publiek Private Samenwerking, die overheden voor projecten tot een aanneemsom van 2 miljoen euro ontzorgt. Voor een vaste beschikbaarheidsvergoeding levert een samenwerkingsverband de functionele specificatie, ontwerp, aanleg, onderhoud en zo nodig financiering. “De Mini-PPS biedt de kans om ambities waar te maken en tegelijk een gezond huishoudboekje te bewaren,” zegt Raad van Bestuur-lid Henri van der Kamp. “Wij zien het als een innovatieve manier om projecten niet alleen goedkoper, duurzamer en sneller te realiseren, maar door de integrale aanpak ook met een beter resultaat en een betere risicobeheersing voor de opdrachtgever.”
Een Publiek Private Samenwerking (PPS) heeft volgens Van Abswoude direct voordeel. “Het geeft de overheden zekerheid en houvast. Ze krijgen de investeringskosten van nieuwbouw en onderhoud niet in één keer op hun bord, maar uitgesmeerd over de looptijd van het project en vaak prestatieafhankelijk. Ze hebben bovendien een veel kleiner ambtenarenapparaat nodig. Hun rol verschuift van uitvoeringsorganisatie naar die van contractmanager.” Dit is iets waar veel gemeenten volgens haar eerst nog aan moeten wennen. “Er bestaat nog een beetje koudwatervrees voor dit soort innovatieve manieren van aanbesteden. Veel gemeenten vinden het lastig om de uitvoeringsregie uit handen te geven.”
Innovatie
Thijs van Dieren heeft als directeur van de herontwikkeling van Strijp-S in Eindhoven inmiddels veel PPS-ervaring. “Strijp-S ontwikkelt zich al een aantal jaren op basis van gelijk partnerschap. En met succes.” Het vergt van partijen wel een totaal andere benadering. “Contracten mogen niet knellen. En dat hoeft ook niet. Wij zijn opgeschoven van het exact omschrijven van wat wij willen, naar meer een raamwerkcontract waarbinnen de taakstelling wordt omschreven en de eisen van wat bereikt moet gaan worden. Door het einddoel in een jarenlange samenwerking te plaatsen, ontstaat ruimte voor de meest optimale oplossing.” En ruimte voor innovatie, zeggen zowel Thijs van Dieren als Pauline van Abswoude. Van Abswoude: “Lokale overheden denken nog te vaak op de korte termijn. Risicobeheersing, maar ook duurzaamheidsoplossingen komen het best tot hun recht in een levenscyclusbenadering. Je komt dan gezamenlijk tot andere oplossingen. Led-verlichting kan nu te duur zijn, maar over de hele levensduur gezien verdient het zichzelf terug in lagere energiekosten en langere branduren. Het voordeel van lange termijn-samenwerking dient de efficiëntie en schept daarmee ruimte voor extra investeringen elders. De private partij is een partner en niet meer sec een opdrachtnemer. Je gaat belangen delen. Spreek als gemeente, provincie of waterschap je belang ook gewoon uit, en zorg dat je door het formuleren van een gemeenschappelijk doel de krachten bundelt. Uiteindelijk kun je meer bereiken in PPS. De traditionele manier is uitgewerkt. De buitenruimte heeft een kostprijs. Maar juist door samenwerking laat je ruimte voor slimmere oplossingen en optimalisatie.”
Van project- naar procesmatig nadenken
Na een ingrijpende reorganisatie in 2012, loopt Haarlem sinds dit jaar voorop in het uitbesteden van taken aan de markt. De circa 75 bestaande infra-contracten zijn teruggebracht tot elf. Daarvan zijn domeinen als asfalt en markering, kunstwerken en oevers, beweegbare bruggen, openbare verlichting, verkeersregelingsinstallaties, riolering en grondwater aanbesteed naar marktpartijen. De overige contracten zitten bij de dochter N.V. Spaarnelanden. Een procesmanager zorgt voor de contracten en heeft daarbij de hulp van een extern auditbureau dat procesmatig de controle doet.
Floris Vosse, implementatie-adviseur van de Hoofdafdeling Gebiedsontwikkeling en Beheer zegt: “We hebben de marktpartijen onder een taakstellend budget heel veel vrijheid gegeven. Dat bedrag – op basis van normbedragen, ervaring en ons areaal – hebben we in de aanbesteding meegegeven. De marktpartij heeft alleen kunnen aangeven of hij het contract kon uitvoeren en de marge die hij hiervoor nodig acht.” Met het budget als gegeven, konden de bedrijven alleen inschrijven op kwaliteit en de manier waarop ze het partnerschap en samenwerking in wilden vullen. Vosse: “Voor ons is het voordeel dat we weten waar we de komende jaren financieel aan toe zijn en dat het werk gebeurt zoals we dat in gedachten hadden.”
Doet de private partner het goed, dan is hij acht jaar lang (vier jaar plus tweemaal verlenging met twee jaar) verzekerd van de samenwerking en die marge. “De basis is vertrouwen en samenwerking vanuit een gezamenlijk belang. Je werkt in de geest van de overeenkomst, en niet volgens de letter van het contract. Je zoekt als opdrachtgever een partner die bij je past en die weet hoe het is om te werken in de openbare ruimte van een grote stad met een politieke omgeving eromheen. Gemeenten moeten leren los te laten en marktpartijen moeten omgevingsbewust worden van politiek en gebruikers van de stad. Het loslaten van hun winstprikkel en het vanuit het grote geheel naar de samenwerking kijken vragen aandacht. Werken in regie is uiteindelijk sturen op einddoel en eindresultaat, van een project- naar een procesmatige manier van nadenken.”
Geef een reactie