De VNG reageert fel op de decentralisatiebrief van minister Plasterk: ‘Het bieden van de juiste randvoorwaarden en het opzetten van praktische samenwerkingsverbanden zijn daarbij belangrijker dan moeizaam afgedwongen structuurdiscussies.’
Gemeenten worden verantwoordelijk voor preventie en ondersteuning op gebied van jeugd, werk en zorg. De meeste gemeenten kiezen daarbij ervoor te streven naar een integrale benadering. De VNG ziet hiervoor steun bij de minister. “Gemeenten zijn zich al enige tijd aan het voorbereiden op de decentralisaties. Het is goed dat de minister gemeenten voldoende ruimte biedt hun taken integraal op te pakken. Daar spreekt vertrouwen uit”, aldus voorzitter Annemarie Jorritsma.
Minister Plasterk ondersteunt op korte termijn het uitgangspunt van samenwerking, maar wil tegelijkertijd op de langere termijn opschaling naar 100.000+ gemeenten bevorderen. Zijn streven is de komende vier jaar terug te gaan naar 300 gemeenten. Volgens Jorritsma zal deze discussie de uitvoering van de decentralisaties echter negatief beïnvloeden: “Zowel gemeenten als Rijk willen van de decentralisaties in het sociale domein een succes te maken. We zijn bezig met het aangaan van samenwerkingsvormen om de uitvoering zo goed mogelijk te organiseren. Het zoeken naar samenwerkingsvormen die de burgers optimaal bedienen wordt onnodig gefrustreerd wanneer het rijk dit als een voorbode van herindeling beschouwt.”
De VNG staat op het standpunt dat decentralisaties vanuit de inhoud vormgegeven moeten worden, de bestuurlijke schaal moet niet leidend zijn in de discussie over de uitvoeringskracht bij de decentralisaties. Jorritsma: “Gemeenten werken aan de uitvoeringskracht die nodig is om de decentralisaties goed uit te kunnen voeren.”
Onderzoek
De VNG en het Rijk spraken tijdens het Overhedenoverleg op 28 januari af de komende maanden intensief te overleggen over de decentralisaties in het sociale domein. Een speciaal door het kabinet ingestelde ministeriële commissie zal regelmatig met de koepelorganisaties van decentrale overheden (waaronder de VNG) overleggen over de vormgeving, financiële consequenties en voortgang.
Het kabinet gaf bij het overleg aan er vertrouwen in te hebben dat die taken het best dichtbij de mensen worden georganiseerd en deelt de ambitie van gemeenten om deze in samenhang op te pakken. De VNG drong bij het overhedenoverleg echter ook aan op een gezamenlijk onderzoek. Dit ondersteunt het kabinet niet, omdat het op dit moment niet mogelijk is om voor de drie decentralisaties een totaalbeeld te geven van de verschillende stadia van besluitvorming. Daarop besloot het VNG-bestuur op 15 februari zelf een onderzoek te starten. De VNG wil het CPB vragen dit uit te voeren.
Het onderzoek wordt een voortschrijdend proces, waarin het decentralisatieproces wordt ondersteund met objectief feitenmateriaal. Daartoe moeten in de verschillende besluitvormingsstadia feiten en cijfers op tafel komen die duidelijkheid en dieper inzicht geven, zonder het proces van decentralisaties te vertragen. De algemene financiële positie van gemeenten maar ook de bezuinigingsdoelstellingen van het kabinet bij de decentralisaties baren gemeenten namelijk zorgen.
Deze inzichten kan de VNG gebruiken om een betere dialoog met het Rijk te voeren en uiteindelijk van de decentralisaties een groter succes te maken.
Geef een reactie