Het aantal bedrijfsvoeringsorganisaties zou weleens een enorme vlucht kunnen nemen bij de aanstaande samenwerkingen.
– column – Rob de Greef, VU Law Academy
In een recent bij de Tweede Kamer ingediend wetsvoorstel wordt een nieuwe lichte samenwerkingsvorm geïntroduceerd in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr): de bedrijfsvoeringsorganisatie. De belangrijkste verandering is de introductie van een enkelvoudig bestuur in plaats van een geleed bestuur. Op die manier wordt bestuurlijke drukte deels voorkomen, en wordt de aansturing van de bedrijfsvoeringsorganisatie eenvoudiger. Daarmee kan een vlucht naar privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden worden voorkomen, nu deze qua sturing en verantwoording suboptimaal zijn.
Afbakening
De bedrijfsvoeringsorganisatie kan uitsluitend worden ingesteld bij zogenoemde collegeregelingen, regeling waaraan uitsluitend colleges van burgemeester en wethouders (of gedeputeerde staten resp. het dagelijks bestuur van een waterschap) deelnemen. Daarmee is de samenwerking per definitie beperkt tot uitvoering of bedrijfsvoering, de wettelijke verantwoordelijkheden van dat college. De regering is verder van oordeel dat een bedrijfsvoeringsorganisatie niet teveel beleidsvrijheid mag hebben, het moet meer een intergemeentelijke uitvoeringsdienst zijn, een soort van concentratie (als tegenhanger van deconcentratie) zodoende.
Populariteit
Gelet op de decentralisaties van de afgelopen jaren, en de aankomende decentralisaties zou het aantal bedrijfsvoeringsorganisaties na de invoering weleens een enorme vlucht kunnen nemen. Het is een alternatief voor regionale belastingkantoren, voor sommige intergemeentelijke sociale diensten en mogelijk zelfs voor de regionale uitvoeringsdiensten.
Ook ten aanzien van bedrijfsvoering zou de bedrijfsvoeringsorganisatie weleens een vlucht kunnen nemen, nu steeds meer gemeenten onderzoeken hoe zij tot (ambtelijke) samenwerking kunnen komen in het kader van de decentralisaties en de opschalingsdiscussie. Een probleem dat het kabinet nog niet (voldoende) onder ogen heeft gezien zijn de aanbestedingsrechtelijke en btw-technische randvoorwaarden voor samenwerking. In de meeste gevallen is immers sprake van dienstverlening, en dan is al snel voldaan aan een aanbestedingsplicht of de plicht om btw in rekening te brengen.
Natuurlijk bestaan er verschillende uitzonderingen, maar deze zijn zeker voor bedrijfsvoeringstaken niet zomaar toepasbaar. Zo kunnen centrumgemeenteconstructies tegen aanbestedingsrechtelijke problemen aanlopen (geen taken van algemeen belang, of geen inbesteding), terwijl juist het openbaar lichaam of de nieuwe bedrijfsvoeringsorganisatie tegen problemen met de btw-plicht aanlopen, waardoor dienstverlening zomaar eens behoorlijk duurder kan worden (de zgn. koepelvrijstelling die weer niet van toepassing is op ict-taken, personeelsadministratie e.d.).
Vele afhankelijkheden
De VNG heeft met betrekking tot de omzetbelasting de noodklok geluid bij de Staatssecretaris van Financiën Frans Weekers. Hopelijk pakt de staatssecretaris dit voortvarend op, gelet op het credo van Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ronald Plasterk dat gemeenten steeds meer zullen moeten samenwerken. Het zou toch raar zijn als deze ‘verplichte’ samenwerking bijna automatisch tot een kostenverhoging voor de gemeenten, en daarmee de burger, leidt.
Dat laat onverlet dat ook gemeenten zich beter bewust moeten zijn van de verschillende juridische consequenties van hun samenwerkingsverbanden. Dat bestaat niet alleen maar uit de Wet gemeenschappelijke regelingen of het Burgerlijk Wetboek, maar er moet ook gedacht worden aan fiscale aspecten (vennootschaps- en omzetbelasting), Europeesrechtelijke aspecten (aanbestedings- en mededingingsrecht; staatssteun), personele aspecten (arbeids-, ambtenaren- en medezeggenschapsrecht), governance (verbonden partijen-problematiek) en bestuurlijk organisatierecht (bevoegdheidstoedeling; verantwoordingsrelaties e.d.). Dat is een breed palet, dat helaas vaak niet integraal aanwezig is bij een organisatie, laat staan bij één persoon.
Over de auteur: mr. Rob de Greef is partner bij KokxDeVoogd, docent/onderzoeker aan de Vrije Universiteit en kerndocent van de Leergang Samenwerkingsverbanden tussen decentrale overheden en van de Actualiteiten Wgr
afokker says
Interessante materie! Mag – als aanvulling – in het rijtje aspecten ook de inhoudelijke zorg voor de informatievoorziening en de archiefwet opgenomen worden?