Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken blijft er naar eigen zeggen aan werken om meer ruimte te geven voor lokaal maatwerk. ‘Ik ben hierover in gesprek om te bezien hoe gemeenten kunnen worden gefaciliteerd,’ schrijft de bewindsvrouw in een Kamerbrief.
Ze gaf hierin antwoord op vragen van Eerste Kamerlid Alexander van Hattum (PVV). Een van de concrete voorbeelden van lokaal maatwerk is het wetsvoorstel dat voor verruiming van de ontheffing van het woonplaatsvereiste voor wethouders en gedeputeerden moest zorgen. Maar dat voorstel is na felle kritiek door de eerste Kamer verworpen.
Verruiming woonplaatsvereiste
Wethouders zijn verplicht te wonen in de gemeente die zij besturen. De gemeenteraad kan daar een ontheffing van één jaar voor verlenen. Hierna kan deze in bijzondere gevallen, steeds opnieuw met één jaar verlengd worden. Ollongren wilde met het wetsvoorstel zorgen dat deze ontheffing in principe nog maar één keer per bestuursperiode hoefde te worden afgegeven. Het voorstel kwam er door een motie van VVD-Kamerlid Pieter Litjens en door ‘een breed gedragen wens vanuit de praktijk om op onder andere dit punt meer ruimte voor lokaal maatwerk te bieden’, aldus de minister.
Meer ruimte
Maar de Eerste Kamer voelde hier niets voor, ‘omdat het de Gemeentewet ondermijnt’ en omdat een wethouder dan geen deel uitmaakt van de lokale gemeenschap die hij moet besturen en daar dus geen voeling mee kan hebben. ‘De Eerste Kamer heeft deze voorgestelde wijzigingen weliswaar verworpen, maar er zijn meer onderwerpen waarbij gemeenten aangeven meer ruimte te willen voor lokaal maatwerk om zodoende nieuwe werkwijzen te kunnen toepassen’, aldus Ollongren.
Wettelijk kader
De minister gaf al eerder aan dat gemeenten wat haar betreft meer mogen experimenteren en ook haar beleidsvoornemen om meer ruimte te creëren voor lokaal maatwerk is niet nieuw. ‘Ik ben hierover in gesprek met gemeenten en de VNG om te bezien hoe gemeenten kunnen worden gefaciliteerd. Vaak blijken die werkwijzen te passen binnen bestaande wet- en regelgeving. Daar waar echter sprake is van wettelijke belemmeringen ben ik bereid aanpassingen van het wettelijk kader te overwegen, waarbij het laatste woord aan de formele wetgever is.’
Geef een reactie