Onafhankelijkheid en gemeentelijk regisseren zijn één. Waarom? Er wordt gewerkt met expertise uit de samenleving. Vandaar dat van meet af aan mijn stelling is “wel uitbesteden maar niet privatiseren”. Vestia, NS, Meavita en de Nederlandse Munt bevestigen deze stelling.
En toch blijven de meesten integer?
Het oorspronkelijke doel van privatiseren is “bedrijfsmatiger” en “innovatiever” werken. Prima gedachte? Op papier wel ja. Maar de werkelijkheid blijft het een “overheid in een nieuw jasje”. Het personeel gaat in de meeste gevallen “over naar het bedrijf”. En ambtenaren kennen – terecht – geen commercieel gedrag. Geprivatiseerde bedrijven zijn aanlokkelijk voor commerciële marktpartijen. Doordat veruit de meeste dan ex-ambtenaren integer zijn is de schade beperkt gebleven. Slechts een paar geprivatiseerde directieleden blijken dat niet te zijn. Net als de Lacoste-krokodil nooit de Lacoste-fabriek heeft gezien hebben veel “geprivatiseerde” directies nooit een commercieel bedrijf geleid. Dan gaat het fout. Het begint met fêteren. Al snel neemt de aannemer die woningen bouwt de keuken van de corporatiedirecteur even mee. Kerstgeschenkjes worden een “weekje zon” of “samen naar AC Milan – PSV”. Het “sky is the limit” gevoel krijgt de overhand. Met politici als toezichthouder zonder sjoege van het bedrijf.
Waarom werkt uitbesteden wel?
Ook hier kunnen de verantwoordelijke regisseurs in de verleiding komen. Opdrachtgeven gebeurt daarom altijd in teamverband. Waarom? Totale onafhankelijkheid is bij deze regievorm eenvoudig te regelen. Voor alle regisseurs geldt invulling van hun rollen via “checks and balances”. Sturen, coördineren, bewaken en rapporteren zijn doordrenkt met kennis en vaardigheden waarmee specifieke eindresultaten, randvoorwaarden en eisen rondom beheersaspecten worden geformuleerd. Dit gaat ver en dat moet ook. Bij opdrachtverlening moet de relatie met andere opdrachten en bijbehorende gevolgen in acht genomen worden. Daarmee zijn we er nog niet. Het opdrachtteam volgt lopende de uitvoering de zaak actief. Ze monitort, stelt bij en beschermt. Ze rapporteert en adviseert periodiek aan het gemeentebestuur over de inhoudelijke stand van zaken en beschikbaarheid van middelen.
Meteen stoppen met privatiseren?
Ja. Ambtenaren zijn ambtenaren. De waarden, normen en dus gedrag van ambtenaren gaan over maatschappelijke effecten en niet over geld. De loyaliteitsomgeving van de overheid is een groot goed. Helaas is de andere kant van de medaille “te goed van vertrouwen”. Door te privatiseren kan de onafhankelijkheid onvoldoende worden gewaarborgd. Bij opdrachtgeven aan commerciële bedrijven kan dat wel. Uitbesteden bereikt haar doel. Commerciële bedrijven zijn van nature efficiënter dan gemeenten.
Zijn we er dan?
Nee. Laten we stoppen met commerciële belangen gelijk te schakelen met maatschappelijke belangen. Dat zijn ze niet. Zoals ik in mijn februaricolumn – Ook legale corruptie mag niet – heb beschreven bouwen commerciële instanties commercieel-maatschappelijke verstrengelingen uit waar ze kunnen. Dat lukt goed bij “what’s in it for me”- bestuurders en ambtenaren. Maatschappelijke dienstbaarheid wordt dan vervangen door eigen carrièrebelang. Omdat “de slager zijn eigen vlees beoordeelt” waait de zaak over en er verandert niks. Gelukkig gloort er licht uit onverwachte hoek. Ruim een kwart van de nieuwe door jonge ondernemers opgerichte bedrijven zijn “social enterprises”. Kiezers hebben er steeds meer hun buik van te krijgen en een nieuwe generatie verfrissende politici begint het aan de kaak te stellen.
Geef een reactie