In gemeenteland zijn ‘transitie’ en ‘transformatie’ een soort stopwoorden geworden. Een beroepsgroep van non-valeurs spint daar helaas garen bij.
‘Ja, in deze tijd van transitie hebben we behoefte aan de juiste instrumenten om de gewenste transformatie integraal te verwezenlijken. We dienen een agile landschap te creëren waarin medewerkers optimaal hun talenten tot ontplooiing kunnen brengen.’
Je denkt nu misschien dat ik een flauwe zin bedenk waarin een aantal modewoorden achter elkaar geplaatst is. Dat is niet zo. Dit is een letterlijke uitspraak van een verandercoach die voor een aantal ambtenaren zijn aanpak ging uitleggen. En het meest schokkende vond ik dat diezelfde ambtenaren geïnteresseerd ‘ja’ zaten te knikken, alsof ze vonden dat dit een verstandige zin was.
Pardon?
Ik weet niet hoe het met jou is, beste lezer, maar als ik vroeger aan tafel een dergelijke zin had uitgekraamd had ik van mijn vader een draai om mijn oren gehad. Niet omdat hij de inhoud niet zou begrijpen, hij was zelf hoogopgeleid. Nee, omdat ik ben opgevoed door ouders die vinden dat je taal niet moet misbruiken om je gebrek aan kennis te camoufleren. Ze noemden dat met een mooi woord: ‘opscheppen’.
Onbegrijpelijke taal
Het kan aan mij liggen, maar bij een verandering gaat het er altijd om dat degene die gedragsverandering moet vertonen op zijn minst snapt wat er van hem of haar wordt verlangd. Daarnaast is het niet onbelangrijk dat die persoon ook gemotiveerd is om iets te veranderen en tot slot kan het helpen als diezelfde persoon ook het gevoel heeft dat hij of zij die verandering teweeg kan brengen. Dus er zijn steeds maar drie stappen nodig. Overzichtelijk, lijkt me.
Toch slagen veel agile coaches, scrum masters, black belters en andere luchtverkopers er regelmatig in om met volslagen onbegrijpelijke taal het hele proces van verandering in een training te stoppen. Natuurlijk willen deelnemers liever niet te dom overkomen. In de evaluatie worden een paar kleine opmerkingen gemaakt en de betreffende trainer komt er met een 7 gemiddeld mee weg. Voor de duidelijkheid: een 7 wil zeggen dat de deelnemers zeer waarschijnlijk niets met de inhoud gaan doen. Pas ruim boven een 8 heb je werkelijk iets bijgedragen en scoor je een dikke onvoldoende dan heb je mensen op zijn minst aan het denken gezet. Alles beter dan een 6 of 7!
Waarom trainen?
De gemeentesecretaris en directie vinden op enig moment dat het zo niet langer kan. In deze moderne tijd moeten we als gemeente niet meer in onze ivoren toren blijven zitten, maar juist deelnemen aan maatschappelijke processen. Een paar experimenten met werk- en vergaderplekken buiten de deur in de samenleving, open koffie met de burgemeester, inspraaktafels en andere integratieplannen blijken positieve reacties op te leveren. Veel van die vormen passen absoluut in deze tijd. Dus is het tijd voor de volgende stap.
Via een dure aanbestedingsprocedure komt een kandidaat bovendrijven. Ook al begrijpen we diens veranderjargon niet helemaal, hij komt wel erg overtuigd en zelfverzekerd over. Bovendien heeft hij in drie vergelijkbare gemeenten hetzelfde ‘kunstje geflikt’. Dus vooruit met de geit.
Nogal wat hobbels
Ik hoop van harte dat jij in een gemeente werkt waar jouw ervaring anders is. Waar de verandering van een gesloten naar een open organisatie zich voltrekt in een constructieve sfeer met klinkende resultaten. Als dat zo is, dan nodig ik je bij deze van harte uit om jouw ervaring in een reactie op dit stukje kenbaar te maken. Echter, het kan ook zijn dat jij gemerkt hebt dat er nogal wat hobbels zijn waar op voorhand geen rekening mee was gehouden.
Bijvoorbeeld de angstcultuur die nog altijd in veel gemeentehuizen heerst. De verworven rechten die oudere ambtenaren niet zomaar afstaan. De effecten van veranderingen in raad en college op dit proces. En, niet onbelangrijk, de mate waarin de gehanteerde methode ‘heilig’ is. Met andere woorden, als het niet slaagt, ligt het aan de medewerker.
Wat dan?
Bij deze mijn oproep aan gemeenten om te stoppen met het accepteren van taalgebruik dat mooi klinkt maar niks zegt. Vraag door! Wat betekent dit morgen, overmorgen? Hoe gaan burgers dit merken? En vooral: ‘Ik begrijp wérkelijk niet waar u het over heeft. Kunt u het ook in gewoon Nederlands uitleggen?’
Uco van Veen says
Mooie blog Rob! En volgens mij niet alleen een oproep aan gemeenten, maar ook aan de “agile coaches, scrum masters, black belters en andere luchtverkopers” om niet het hulpmiddel maar de hulpvraag van de ander voorop te zetten – altijd een valkuil!
Peter Berghs says
De spijker op zijn kop.
Transparantie, openheid, lef en ondernemerschap wordt er gepredikt door bestuurders en in hun kielzog de verandermanagers.
Totdat puntje bij paaltje komt, dan komt het wantrouwen in de pas bekeerde harten weer bovendrijven en moeten er voor elke minieme actie weer 10 parafen worden gezet.
Hans Doorenspleet says
Heb ik gedaan Rob.
Dankzij het feit dat ik als schrijver van 2 van de 3 gerelateerde columns ook weer aandacht krijg, heb ik diverse aanmeldingen voor mijn nieuwsbrief en mijn e-boek Herstel het Vertrouwen, http://tiny.cc/p5zemy en dat is een leuk effect!
Rob Janssen says
Dank voor je reactie Hans.
Ik hoop idd dat deze column tot nadenken en discussie leidt.
Wellicht wil jij m delen in jouw netwerk?
Hans Doorenspleet says
Uit het hart gegrepen, Rob!
Methoden zijn vooral modeverschijnsel, waarmee politici en managers zich van de hedendaagse kant kunnen laten zien. Dat er uiteindelijk niets gebeurt is niet eens zo erg, want het was vaak slechts bedoeld om de boel weer ‘een beetje op te schudden’. Als we eens gewoon gaan doen, vanuit de bedoeling en in goede afstemming zaken aanpakken, dan verandert er wel van alles, en nog ten goede ook. Ik hoop dat je column veel mensen aan het denken zet!
Groet, Hans