Huisvesting voor speciale doelgroepen is een hot topic. Het huisvesten van arbeidsmigranten houdt de gemoederen flink bezig – vaak in negatieve zin. Ten onrechte, vindt Frank van Gool, medeoprichter van KaFra Housing. ‘Het probleem van arbeidsmigratie is niet de arbeidsmigrant, maar het tekort aan huisvesting. Dat moeten we dus aanpakken. En niet onbelangrijk: dat kan snel.’
Eind mei sprak Frank van Gool met Erwin Asselman van VG Visie. Deze herpublicatie is geactualiseerd. Het origineel kunt u via deze link teruglezen.
Arbeidsmigranten weren omdat ze woningen van Nederlandse starters wegkapen, zoals vaak wordt gesuggereerd? Frank van Gool ziet dat heel anders. ‘Er is een groeiend tekort aan vakmensen in Nederland en dat wordt alleen maar erger. We hebben arbeidsmigranten de komende tijd keihard nodig om te voorkomen dat Nederland stilvalt. Deze groep kan echt een positieve bijdrage leveren aan onze maatschappij. Maar dan moeten we dat wel goed regelen. ’
Van Gool heeft daarom samen met Gert-Jan Segers, voormalig fractievoorzitter van de ChristenUnie, het Deltaplan ‘Grip op arbeidsmigratie’ geschreven. Hierin worden concrete voorstellen gedaan om arbeidsmigratie beter te organiseren en te reguleren. ‘Tot nu toe is arbeidsmigratie iets wat ons is ‘overkomen’. Wij pleiten ervoor de regie terug te pakken en te zorgen dat gemeenten 70 procent van hun arbeidsmigranten zelf huisvesten.’
In een oogwenk
KaFra Housing kan daarbij helpen met de ontwikkeling, realisatie en exploitatie van tijdelijke woningen voor – onder meer – arbeidsmigranten. ‘Een locatie is in korte tijd ‘up and running’, verzekert Van Gool. ‘Gemeenten willen het liefst permanente huisvesting voor hun inwoners realiseren – en dat is natuurlijk ook het mooiste. Maar de realiteit is dat we in Nederland worstelen met een groot woningtekort. Daarom zoeken wij de oplossing in tijdelijke woningen: een KaFra Tower of meerdere Flexwoningen op één locatie. Wij kunnen dat binnen 3 maanden organiseren, omdat we gebruikmaken van een tijdelijke omgevingsvergunning waarvoor het bestemmingsplan niet aangepast hoeft te worden. Zo kunnen wij heel snel een locatie realiseren zonder dat dat ten koste gaat van de kwaliteit én houdt de gemeente meer tijd over voor het zoeken naar permanente woonoplossingen.’
18 locaties
In 5 jaar tijd heeft KaFra 18 locaties gerealiseerd en de verwachting is dat er de komende 2 jaar nog eens 18 worden ontwikkeld. De flexibiliteit is groot. ‘Wij kiezen het liefst voor locaties van 80 mensen of meer, omdat we dan ook veel kunnen doen in de sfeer van voorzieningen. Zo hebben we recent in Venlo een locatie ontwikkeld voor 400 arbeidsmigranten en 400 Oekraïense vluchtelingen met een speeltuintje, een fitnesscentrum, algemene ruimtes en zelfs een winkel. Maar we doen ook kleinschaliger projecten. En wil een gemeente het zelf organiseren? Onze Flexwoningen zijn ook te huur.’
Verschillende doelgroepen bij elkaar
KaFra kiest ervoor om verschillende doelgroepen bij elkaar te huisvesten omdat je op die manier een bepaalde grootte creëert, waardoor je meer faciliteiten kunt aanbieden. ‘Dat zorgt weer voor reuring’, aldus Van Gool. ‘Daarnaast organiseer je met zo’n mix ook een stuk sociale cohesie en kun je integratie faciliteren. Mooie voorbeelden zijn onze locaties in Venlo en Almere, waar Oekraïense vluchtelingen samenleven met internationale medewerkers. Beide groepen zijn daar bijzonder positief over en geven aan dat ze meer begrip voor elkaar hebben gekregen.’
Woon-werk aanpak
Samen met onder andere OTTO Work Force werkt KaFra ook aan een gecombineerde woon-werk carrière voor asielzoekers en statushouders. Van Gool: ‘Waarom zou je arbeidsmigranten van ver weg halen als ze hier al beschikbaar zijn? Werk in bijvoorbeeld een distributiecentrum biedt statushouders de kans om weer in hun werkritme te komen. Terwijl ze intussen de Nederlandse taal leren, hun cv opbouwen of hun diploma’s laten certificeren, zodat ze binnen een paar jaar in hun eigen vak aan de slag kunnen. Als KaFra verzorgen wij de huisvestingskant, door deze doelgroep een tussenoplossing te bieden tussen het azc en een eigen huis. En het mooie is dat je zo’n KaFra Tower of Flexwoning na 5, 10 of 15 jaar ergens anders weer een tweede leven kunt geven.’
Interessant voor gemeenten
‘Het belangrijkste voordeel voor gemeenten is dat de huisvesting niet ten koste gaat van de eigen lokale bevolking en dat een werkende statushouder geen aanspraak maakt op de bijstandspot’, vervolgt Van Gool. ‘Bovendien werk je zo aan een generatie nieuwe Nederlanders die we goed kunnen gebruiken. Het zijn vaak jonge mensen die hier naartoe komen, dus dat is een mooie kans op verjonging van een gemeente.’
Koudwatervrees
De huisvester loopt wel aan tegen het NIMBY-effect (Not In My Back Yard) en koudwatervrees. Gemeenten die met KaFra in zee gaan, zijn echter enthousiast. ‘Zo kregen we onlangs op een informatiebijeenkomst voor huisvesting van asielzoekers van de aanwezige politie te horen: ‘Als wij horen dat KaFra een locatie gaat ontwikkelen zijn we blij, omdat we weten dat er dan minder overlast in de buurt komt en dat alles gewoon goed geregeld is’. ‘
Dat klopt volgens Van Gool want KaFra voelt zich verantwoordelijk voor de gebouwen en de mensen. ‘Daarom hebben we op elke locatie een Welfare Officer die de taal van de bewoners spreekt, het beheer verzorgt, mensen begeleidt en als aanspreekpunt fungeert voor bewoners en de omgeving. Zo blijven we in alle fasen van het proces in verbinding, en dat is een belangrijke succesfactor.’
Toekomstplannen
‘Alle concepten die we neerzetten zijn duurzaam en toekomstbestendig’, besluit Van Gool. ‘Daarnaast zijn we ook aan het kijken of we systemen kunnen maken die off the grid geplaatst kunnen worden. Elektriciteit is op dit moment een grote uitdaging, dus het is de kunst om met zo min mogelijk elektriciteit zoveel mogelijk locaties neer te zetten.’
Geef een reactie