Er komt steeds meer wetenschappelijk bewijs voor de klimaatverandering die ons te wachten staat. ‘De regen die ons is voorspeld voor 2050, valt nu al’. Deltacommissaris Kuijken heeft het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie gelanceerd.
Het ministerie van Economische Zaken heet voortaan ministerie van Economische Zaken en Klimaat – ook wel, het ministerie van Zon en Regen. Maar wat gebeurt er in gemeenteland? Krijgt de oproep van Kees Jan de Vet (Dijkgraaf en oud-VNG-directeur) om in de komende colleges speciale Wethouders Klimaat aan te stellen, enige weerklank? En krijgt Ruimtelijke Adaptatie een prominente plaats in de collegeprogramma’s? De raad is aan zet!
Op 15 februari organiseerde VNG afdeling Utrecht, samen met de provincie, het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en drie andere waterschappen, een themamidddag over ‘Ruimtelijke Adaptatie’. Dagvoorzitter De Jong, burgemeester van Houten, constateerde dat het thema in de lokale politiek nog nauwelijks leeft: in minder dan een kwart van alle verkiezingsprogramma’s wordt er aandacht aan geschonken. Het programma is gelanceerd om Nederland in 2050 ‘klimaatbestendig en waterrobuust’ te maken. Om te voorkomen dat tegen 2050 de schade als gevolg van de klimaatverandering zal oplopen tot ruim 70 miljard euro.
Stresstest
Lokale overheden moeten vanaf 2019, elke zes jaar een ‘stresstest’ ondergaan. De test laat de gevolgen van extreme regenval en hoge waterstanden zien. Ook bodemdaling kan er mee worden gemonitord. Lokale overheden kunnen nu al aan de slag met een ‘light’ versie van de stresstest. Zij kunnen daarmee zelf integrale (maatschappelijke) kosten/baten-afwegingen maken en prioriteiten bepalen. Klimaatbestedigheid vergt grote aanpassingen (adaptatie) in de ruimtelijke omgeving – en daarmee enorme investeringen. Het gaat ook om interbestuurlijke afstemming en samenwerking: klimaatproblemen houden niet op bij bestuurlijke grenzen.
Van Domburg, burgemeester van IJssel-stein, introduceerde de Intentieverklaring Meerlaagsveiligheid Utrecht die vervolgens door de provincie Utrecht, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, drie aangrenzende waterschappen en bijna alle gemeenten in de Utrechtse regio werd ondertekend. Zij erkennen daarmee de risico’s van klimaatverandering en verklaren zich bereid tot samenwerking om het risico van overstromingen te beperken en slachtoffers, materiële schade en maatschappelijke ontwrichting, te voorkomen.
Samenwerking
Samenwerking is aldus de norm. In zekere zin zet ruimtelijke adaptatie het streven naar decentralisatie en meer gemeentelijke autonomie onder druk. Het is niet wenselijk dat afzonderlijke gemeenten zelf aan de slag gaan met stesstests, al dan niet geholpen door verschillende adviesbureaus. De Deltacommissaris zal zorgen voor een gestandaardiseerde test maar zal die niet dwingend voorschrijven. Het is zeer gewenst dat provincies en/of waterschappen de uitvoering van tests coördineren.
De Omgevingswet die op stapel staat is het algemene bestuurlijk-juridische kader voor integrale en interbestuurlijke visievorming en uitvoering. Ruimtelijke adaptatie moet onderdeel zijn van de ruimtelijke plannen, en ook in de bouwregelgeving zal nog meer met milieu- en klimaataspecten rekening gehouden moeten worden. We zullen eerder met méér regels te maken krijgen, dan met minder. En of de met de Omgevingswet beoogde verkorting van de vergunningsprocedures van 26 tot 8 weken dan nog haalbaar is, is nog maar de vraag.
Ook participatie zal niet altijd leiden tot kortere procedures. Toch is participatie van inwoners en ondernemers essentieel voor het verkrijgen van draagvlak, en voor het verkrijgen van gegevens. Het helpt echt, wanneer de lokale bevolking zelf waarnemingen doet. Er komen steeds meer en goedkopere middelen beschikbaar, zoals sensoren en handige app’s.
Wat moet de raad met Ruimtelijke Adaptatie? Allereerst, ervoor zorgen dat dit onderwerp op de agenda komt, dat het wordt benoemd in het college- en het raadsprogramma. Verder moet druk vanuit de raad ervoor zorgen dat er één wethouder komt die op ‘klimaat’ aanspreekbaar is. Vervolgens zal de raad er op moeten toezien dat de in de regio noodzakelijke samenwerking tot stand komt. Uiteraard zal de raad er op letten dat de stresstests worden uitgevoerd en opgevolgd. Daar moet voldoende budget voor zijn: ook daar moet de raad voor zorgen. En last but not least: de raad moet kritisch zijn, waar het gaat om de betrouwbaarheid van de informatie waarmee de beleidsvorming wordt gevoed.
Voorwaar een belangrijke opgave!
Kees Duijvelaar, lid Algemeen Bestuur Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en raadslid gemeente IJsselstein
Foto: Liesbeth Geurtsen
Geef een reactie