Leo Huberts omschrijft het begrip ‘integritisme’ als integriteit te breed oprekken en zaken ten onrechte tot integriteitskwesties rekenen. Het is een van de pijnpunten waar de integriteitspraktijk volgens hem mee te maken heeft en eerder toe- dan afneemt.
We moeten terug naar de kern van het integriteitsbegrip betoogt hij. In het onderstaande licht ik toe dat dat niet alleen voor de theoretische discussie geldt. Ook in de praktijk blijkt ‘integritisme’ een goede reden om regelmatig en expliciet normen en waarden met elkaar te delen.
Verstoorde arbeidsrelatie
Integritisme lijkt te zijn geïntroduceerd door theoretici die geen oplossing wisten voor ‘inflatoire’ gevallen van integriteit. Zoals dat van een chef en haar ondergeschikte. Er was op een gegeven moment sprake van ongewenste seksuele avances van de leidinggevende. Onderzoek leverde op dat daar heel voorzichtige en beperkt betrouwbare aanwijzingen voor waren. Maar er was ook sprake van een, bij de organisatie al jaren bekende, diep verstoorde arbeidsrelatie tussen de twee met een heel concrete aanleiding die niets met integriteit te maken had. De organisatieleiding had verzuimd daar iets aan te doen. Nu hoopte men dat een integriteitsonderzoek een oplossing zou kunnen brengen. Daarmee inflateer je het belang van integriteit.
Beschuldigen
Na de zoveelste #MeToo-kwestie in de nieuwsmedia ergeren twee mannelijke chefs zich zo vreselijk aan de, in hun ogen volstrekt uit de hand gelopen, integriteitsbeschuldigingen dat ze zelf maar vertrouwenspersoon bij elkaars afdeling worden. Dan zullen medewerkers wel twee keer nadenken voor ze met integritisme op de proppen komen. Door deze stap verwachten ze alleen nog maar serieuze klachten. En inderdaad, het is meteen afgelopen met die flauwekul. Het hele volgende jaar is er geen enkele klacht meer.
Ongemakkelijk nieuws
De integriteit binnen deze organisatie is er uiteraard niet mee gediend. Integriteit afdoen als integritisme, zoals de beide chefs uit het voorbeeld, is vergelijkbaar met ongemakkelijk nieuws afdoen als FakeNews. Degenen die het nieuws ongemakkelijk vinden, geven de boodschapper de schuld en maken de casus daarmee dood. Vaak om zo zelf buiten beeld te blijven.
Misbruikschandalen
Als er al sprake is van integritisme, dan duidt dat vaak op het ontbreken van een gedeeld normenkader over integriteit. Wie zich verdiept in de media die uitgebreid de misbruikschandalen in de RK Kerk hebben beschreven, of in het onderzoek van de commissie Deetman, kan daar lezen hoe door een ontbrekende gedeelde normering misbruik lang kon blijven voortbestaan. Voor het slachtoffer was de ervaring uiterst traumatisch, het kerkelijk gezag zag overplaatsing als ongeveer de zwaarste sanctie in het geval van klachten.
Wie integritisme in zijn omgeving tegenkomt, doet er goed aan te onderzoeken of er wel een gedeeld normenkader over integriteit bestaat. Dat klinkt voor de hand liggend. Natuurlijk zijn we allemaal integer. Maar daar gaat het helemaal niet om. Bepalend is of wat ik als integer beschouw voor u ook geldig is. En u zult er nog wel eens verrast over kunnen opkijken hoe enorm de verschillen in opvatting in uw gemeenteraad zijn.
Extreme voorbeelden
Het begint allemaal met de bekende extreme voorbeelden. Maar een integriteitsschending gaat zelden gepaard met het verschijnen van de man met twee polshorloges om die je als raadslid of ambtenaar om een gunst vraagt, waarna je een van beide polshorloges mag kiezen als tegenprestatie. Zo helder en direct is het nooit.
Overlast
Stel je hebt als raadslid een afspraak met de eigenaar van een eetcafé waarover veel buren in jouw kiesdistrict klagen over diverse vormen van overlast. Het blijkt een gewone vriendelijke, hulpvaardige en begripvolle man. Zoals jij dat thuis ook voor je gasten doet, biedt hij jou een kop koffie aan. Je bent nerveus en wil niet met de deur in huis vallen. Eerst moet het ijs breken. Het gesprek verloopt open, aangenaam en vriendelijk. Er volgt een tweede afspraak, geheel door toeval gedurende etenstijd. Geen probleem, de eigenaar van het eetcafé zorgt voor een hapje eten. En weer een heel gewoon open en vriendelijk gesprek. De overlast lijkt ook een beetje af te nemen. Het gaat de goede kant op. Weken later volgt weer een afspraak, helaas ook weer rond etenstijd. Geen probleem, vandaag zijn er heerlijke dagschotels, zo wordt nuttig en aangenaam verenigd. Nog steeds geen nieuwe groeiende overlast. De sociale investeringen (van beide kanten) blijken te werken. Inmiddels wordt er een biertje bij de dagschotels gedronken. Dat gaat zo door tot op een gegeven moment het raadslid en de café-eigenaar bijna vrienden zijn geworden. Een examenfeestje van de zoon van het raadslid wordt in het café gehouden en keurig door het raadslid betaald. Maar die arme examenkandidaat hoeft niet het vel over de oren te worden gehaald, zegt de café-eigenaar. Hij mag zelf zijn vaten bier aanleveren. Dan tapt de café-eigenaar uit dat vaatje en hoeft zo geen losse biertjes in rekening te brengen. Alleen voor wijn en snacks wordt betaald. Inmiddels nemen de klachten over overlast weer toe…
Coffeeshop
Draait u deze film nog eens terug. Wanneer was het nog integritisme en wanneer kwam integer handelen volgens u echt in het gedrang? Stel dat het niet om een eetcafé ging, maar om een coffeeshop. En u was nog wel zo alert om de door de eigenaar aangeboden joint af te slaan. U rookt graag een joint, dus u betaalde zelf. Maar de eigenaar was zo galant de door u betaalde joint op te halen en persoonlijk aan u te overhandigen. En laat nou net een andere bezoeker dit allemaal met zijn smartphone op video hebben vastgelegd. Nog geen vijf minuten later wordt het via sociale media gepubliceerd.
Representatiekosten
En u komt het iedere keer tegen in uw raadsledenpraktijk. Een pen weggeven, of pepermuntjes. Wordt allemaal betaald uit de campagnekas. Maar soms staat er in de verordening op de fractievergoedingen dat deze ook mag worden ingezet voor communicatie met de inwoners. Een voorbeeld daarvan is een advertentie met verantwoording wat de fractie heeft bereikt. Dat die advertentie net in verkiezingstijd wordt geplaatst is toeval. Zo gaat het bij representatiekosten verder met de voetbalclub die niets heeft aan een bloemetje bij zijn 50-jarig bestaan. Sponsor maar een voetbal voor de club voor hetzelfde bedrag als een bos bloemen. Maar die eenmalige sponsoring gaat over in een jaarlijkse. Daarna niet één maar tien ballen, met de naam van de partij erop. Van integritisme naar een echte schending? Zegt u het maar!
En daar zit de sleutel. Wees niet te snel om zelf iets als integritisme aan te duiden en accepteer het ook niet zomaar als een ander dat roept. Juist omdat beschuldigingen van niet-integer gedrag mensen diep raken, moet je onnodige beschuldigingen voorkomen. Maar ook voorkomen dat integriteitsschenders ermee wegkomen door heel hard te roepen dat iets integritisme is om hen te beschuldigen.
Regelmatig toetsen
Integriteit is een ‘levend’ normenkader. Dat kader ziet er in Amsterdam anders uit dan in een kleinere gemeente op de Veluwe. Zo’n (beperkt) verschil is helemaal niet erg en kan zelfs de gedragenheid vergroten. Het verschilt niet alleen naar plaats, maar ook in tijd. Daarom is het goed om regelmatig te toetsen in hoeverre er nog een gedeeld normenkader over integriteit bestaat.
Wat zegt u? Dat heeft u allang gedaan? U heeft een integriteitsverordening? Of een gedragscode? Helaas blijkt maar al te vaak dat de gedragscode een volstrekte kopie is van het door #minBZK aangeboden voorbeeld. Geen woord erin dat een couleur locale verraadt. Of het ligt op de vensterbank en er is inmiddels een heleboel stof op terechtgekomen. Maar het vormt geen weerslag van het actuele normenkader. Dan heb je er niet veel aan.
Integriteitsopvattingen moet je nou eenmaal voortdurend met elkaar delen. Pas dan kun je elkaar er ook op aanspreken. Hoe vaak? Minstens eenmaal per raadsperiode, maar vaker aandacht eraan besteden kan heel goed helpen. Als er eenmaal een integriteitsschending aan de orde is, is het te laat om dat te doen. Dan lopen emoties vaak zo hoog op dat een weloverwogen zakelijke discussie niet goed meer mogelijk is. Bovendien bestaat dan de neiging om de normering aan te passen aan de voorliggende kwestie. Dat leidt vaak tot een te krap jasje, zodat een nieuwe ‘vermeende’ schending moeilijk met dit voorgaande geval te vergelijken is. Let dus op als u zelf iets ‘integritisme’ vindt of een ander uw opmerkingen zo kwalificeert. De kans is dan groot dat uw integriteitsnorm een geheel andere is dan die van uw collega-raadslid. En dat is lastig in een politieke omgeving, daar kunnen behoorlijke brokken uit voortkomen. Dat kun je beter voor zijn.
(L. Huberts, ‘Integriteit anno 2015: pijnpunten op de agenda’, in: J. Talsma & E. Karssing (red.), Jaarboek Integriteit 2015, ’s-Gravenhage: BIOS 2015, p.12-21.)
Eric Willems, integriteitsadviseur, eerder griffier en gemeenteraadslid
Geef een reactie