Om onveilige verkeerssituaties aan te pakken ontvangen 188 gemeenten, samen met de provincies en twee waterschappen, vanuit het Rijk 165 miljoen euro. Hiermee kunnen gevaarlijke kruisingen, fietspaden, wegen en rotondes veiliger worden gemaakt. Gemeenten leggen hetzelfde bedrag in als dat ze wordt toegekend.
Dat schrijft minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) in een brief aan de Tweede Kamer over de Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2020-2021. Lokale en regionale overheden konden van juli tot en met september een rijksbijdrage aanvragen om de infrastructuur veiliger te maken.
In totaal kwamen er meer dan 200 aanvragen binnen voor onder meer veiligere kruisingen, fietspaden, wegen en rotondes. Denk daarbij aan maatregelen als verkeersdrempels, wegversmallingen, veilige bermen, vrijliggende fietspaden, het verbreden van fietspaden en het omvormen van onoverzichtelijk kruispunten naar rotondes.
Rijksverdubbelaar
Het kabinet stelt voor de komende tien jaar in totaal een half miljard euro beschikbaar voor het aanpakken van gevaarlijke verkeerssituaties. Een voorwaarde daarbij is wel dat gemeenten, provincies en waterschappen eenzelfde bedrag investeren. Van Nieuwenhuizen: ’Wij zetten de rijksverdubbelaar in. Op die manier kunnen de mensen bij de lokale en regionale overheden nu snel aan de slag om die gevaarlijke kruising of dat te smalle fietspad onder handen te nemen. Dit gaat echt een verschil maken en zorgen voor minder ongevallen op die wegen en fietspaden.’
Schoolzones
Het geld dat nu wordt toegekend, is onderdeel van de 200 miljoen euro die vanuit de rijksoverheid voor 2020 en 2021 beschikbaar is. Van de 165 miljoen euro gaat ongeveer een kwart naar de provincies en ongeveer driekwart naar de gemeenten. Dertig gemeenten hebben bijvoorbeeld geld gekregen voor het inrichten van veilige schoolzones.
Zo gaat Eindhoven verschillende zones inrichten met maatregelen die de snelheid beïnvloeden en kruispuntplateaus aanleggen om snelheid te reduceren en het oversteken veiliger te maken. Wethouder Monique List-de Roos (Mobiliteit) is blij met de bijdrage vanuit het Rijk: ‘Met het extra geld dat we nu ontvangen kunnen we versneld de resterende schoolzones aanleggen én maken we de situatie ook op andere plekken weer wat veiliger. Naast deze aanpak van de infrastructuur richten we ons de komende tijd ook op het gedrag van verkeersdeelnemers. Want uiteindelijk hebben we iedereen nodig om het veiliger te maken op straat!’
De gemeente Smallingerland krijgt geld voor voetgangersoversteekplaatsen en Rucphen om van 50 km-wegen 30 km-wegen te maken. Ook gaat er geld naar wegen waar 80 en 100 kilometer per uur wordt gereden, voor het inrichten van bermen, ongelijkvloerse kruisingen en de aanleg van rotondes.
Rotterdamse ambitie
Ook Rotterdam heeft de ambitie voor een veiligere infrastructuur. Dit jaar zijn er al vijf belangrijke onveilige plekken aangepakt, naast een tiental kleinere locaties. Voor volgend jaar staan er 23 locaties op de planning. De stad pakt blackspots – een onveilige plek waar in drie jaar tijd minimaal zes ongevallen met letsel zijn geweest – snel aan. Bij kruispunten of oversteekplaatsen voor fietsers en voetgangers wordt bijvoorbeeld gekozen voor een andere wegindeling, het verlagen van de snelheid naar 30 kilometer per uur óf een hogere attentiewaarde bij de verkeersdeelnemers.
Rekenmodel
Rotterdam heeft een innovatief rekenmodel ontwikkeld om op basis van data de verkeersveiligheid in de stad in kaart te brengen. Het Rotterdamse Verkeersveiligheidsmodel voorspelt waar een grote kans ontstaat op onveilige situaties en legt verbanden tussen kenmerken van ongevallen en kenmerken van de weg, de omgeving en het verkeer. Zo helpt het model locaties te prioriteren. Het houdt ook rekening met een veilig gevoel in het verkeer en de mening van Rotterdammers. Op basis van de data en de bewonerservaringen gaat de gemeente komend jaar in alle 14 gebieden één plek aanpakken die onveilig voelt.
Geef een reactie