Een jaar geleden startten 27 ‘proeftuinen’ voor aardgasvrije wijken. Uit de eerste voortgangsrapportage valt al heel wat te leren. Zo is de invulling van de regierol voor gemeenten een punt van aandacht. Het afkoppelen van een hele wijk is bovenal een intensief traject met bewoners en eigenaren, dat veel tijd en capaciteit vergt.
In de voortgangsbrief Programma Aardgasvrije Wijken van minister Knops (Binnenlandse Zaken) aan de Tweede Kamer staan de bevindingen die de 27 proeftuinen tot nu toe opleverden. De ervaringen worden meegenomen in het het kennis- en leerprogramma op dit gebied. De rapportage laat zien dat de proeftuinen voortvarend zijn gestart. De meeste gemeenten verwachten in 2020 tot een aanbod te komen waarin staat hoe de woningen en gebouwen verduurzaamd kunnen worden en wie wat betaalt. Op sommige plekken is al gestart met de uitvoering.
In het rapport staan verschillende conclusies en lessen. Veel gemeenten geven aan dat de proeftuin een impuls geeft aan de energietransitie, als het gaat om de samenwerking met stakeholders, wijkgericht werken en de communicatie en participatie met bewoners. Daarnaast geven zij aan dat het het draagvlak voor energietransitie binnen de gemeente vergroot en dat het spin-off genereert. Ook in andere wijken en dorpen ontstaat belangstelling en werkt het als vliegwiel voor andere initiatieven. Hoewel de proeftuinen goed uit de startblokken zijn gekomen, zijn er ook punten van aandacht.
Laagdrempelig en persoonlijk contact
De uitwerking van de concrete aanpak (techniek en businesscase) en de participatie van bewoners en gebouweigenaren, kost meer tijd, moeite en mankracht dan gedacht. Persoonlijk en laagdrempelig contact met de gemeente wordt belangrijk gevonden, en ontpopt zich als voorwaarde voor een succesvolle aanpak. Veel gemeenten die grootschalig begonnen, bijvoorbeeld met grote informatiebijeenkomsten, zijn overgestapt op een meer kleinschalige interactieve manier van werken, met activiteiten op buurtniveau. Dit maakt het proces intensief.
Ook intern hebben gemeenten tijd nodig om projectteams samen te stellen en de rol van de gemeente en de gemeenteraad uit te werken. Er zijn overigens grote verschillen in de aanpak en voortgang per gemeente; een wijkgerichte aanpak vraagt om maatwerk.
Vormen van participatie
Voor bewoners is het essentieel om vooraf helderheid te hebben over het participatieproces. Wanneer kan met bijvoorbeeld meedenken en -beslissen? Hoe gemeenten dit vormgeven, verschilt per proeftuin. Een deel zoekt samen met bewoners naar oplossingen zonder van tevoren de uitkomst voor ogen te hebben. Dit is zeker het geval als er actieve bewonersgroepen of energiecoöperaties zijn. Vaak wordt hier ook breder gekeken dan de energietransitie, naar maatregelen die de leefomgeving in de buurt of wijk verbeteren. Een ander deel van de gemeenten communiceert wel met de bewoners over het proces, maar wacht met actieve participatie totdat er een duidelijk aanbod ligt.
Betaalbaarheid speelt hoofdrol
Betaalbaarheid voor inwoners speelt de hoofdrol. Gemeenten hanteren daarom het uitgangspunt van ‘woonlastenneutraliteit’, maar een passend aanbod is daarbinnen niet altijd makkelijk gevonden. Een belangrijke randvoorwaarde is de beschikbaarheid van het Warmtefonds en de gebouwgebonden financiering. Daarnaast leveren de businesscases voor warmtenetten de nodige zorgen op. Bij de betrokkenheid van een (deels) commercieel warmtebedrijf verloopt het onvoldoende transparant voor gemeenten. De businesscase valt onder de huidige condities op verschillende plekken niet sluitend te krijgen.
Experiment Crisis- en herstelwet
Proefgemeenten vragen zich ook af hoe om te gaan met het heikele punt van bewoners die niet van het aardgas af willen. Er zouden géén juridische mogelijkheden zijn om dit te verplichten. De minister wil bij wijze van experiment de Crisis- en herstelwet gebruiken om wijken van het gas af te krijgen, en is van plan te onderzoeken ‘onder welke voorwaarden een zorgvuldig besluit om de levering van aardgas te beëindigen, genomen kan worden’.
Handreiking met praktijkvoorbeelden
De eerste lessen uit de proeftuinen en van gemeenten zijn gebundeld in de Handreiking Participatie en Communicatie wijkaanpak aardgasvrij. Deze handreiking bevat elf ‘bouwstenen’, geïllustreerd met praktijkvoorbeelden, praktische inzichten en nadere informatie of instrumenten.
Zo legt de gemeente Wageningen in een video uit hoe zij invulling geeft aan het thema ‘bewonerscommunicatie’ door een kijkwoning te openen. Op die manier kunnen inwoners met eigen ogen zien wat een aardgasvrije woning zoal betekent. Bij het thema ‘democratisch samenwerken’ doet Utrecht uit de doeken hoe zij samen optrekt met bewoners, bedrijven en corporaties en plannen maakt voor duurzame energievormen.
Nieuwe proeftuinen
Tegen de zomer wordt een nieuwe selectie proeftuinen bekendgemaakt. Na deze tweede selectie kunnen gemeenten opnieuw een aanvraag indienen voor een derde selectie, die in 2021 volgt.
Geef een reactie