Gemeenten hebben meer rust en stabiliteit nodig in budget en in wet- en regelgeving om het gemeentelijk beleid in het sociaal domein – met al haar uitdagingen – goed vorm te laten krijgen.
Dat stelt de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) in het advies ‘Geld (om te) zorgen’.
Rond de decentralisaties in het sociaal domein spelen veel discussies die betrekking hebben op de bekostiging. Voor de Rfv is dat aanleiding om toekomstige bewindslieden en de nieuwe Tweede Kamer advies te geven over hoe een toekomstbestendige bekostiging van het sociaal domein vormgegeven kan worden.
Effecten gemeentelijk beleid
De besparing op het sociaal domein is door het Rijk al ingeboekt, stelt de Rfv. Maar de effecten van gemeentelijk beleid moeten nog effect sorteren, en dat loopt weer achter op de maatschappelijke acceptatie van een andere vormgeving van zorg en ondersteuning.
In het advies staan onder meer de volgende aanbevelingen:
- Budget moet opgaan in algemene pot voor gemeenten
Gemeenten hebben budgettaire stabiliteit nodig om aan hun opgaven te kunnen voldoen. En minstens zo belangrijk: het budget voor de nieuwe taken moet opgaan in de algemene pot voor gemeenten, en niet meer apart zichtbaar blijven zoals nu. Alleen zo krijgen gemeenten de noodzakelijke flexibiliteit om voor hun burgers zorg en ondersteuning vorm te geven die het best passend is.
Bij een apart zichtbaar budget blijft de landelijke politiek meesturen, zegt de Rfv. In dat geval zou het Rijk ook het financiële risico moeten gaan dragen. Maar de Raad geeft aan dat meesturen door de landelijke politiek echter in tegenspraak met de overheveling van taken.
- Centralisatie en normstelling zijn niet de oplossing
Centralisatie naar aanleiding van incidenten is niet de oplossing voor de problemen die de laatste tijd in de media opduiken, zegt de Rfv. De Raad heeft deze vraagstukken geanalyseerd en oplossingen voorgesteld hoe deze wél op een goede manier binnen de financiële verhoudingen opgelost kunnen worden. Bij oplossingen gaat het vooral om stabiliteit in financiering, om minder bemoeienis door het Rijk en om meer flexibiliteit in de aanwending van middelen. Ook vindt de Raad dat gemeenten meer ruimte moeten krijgen om te experimenteren met nieuwe financiële arrangementen met hun keten- en regiopartners. Ze oppert om daarvoor het concept van ‘proeftuinen sociaal domein’ te gebruiken.
- WSW weer uit de kas van het Rijk bekostigen
Decentralisatie van budgetten heeft alleen zin als gemeenten kunnen sturen op financiële risico´s. Bij de afbouw sociale werkvoorziening (WSW) en de verplichte beschutte werkplekken kunnen gemeenten echter niet op financiële risico’s sturen, terwijl ze wel het financiële risico lopen.
De Raad adviseert daarom om de afbouw WSW weer met een specifieke uitkering ten laste van het Rijk te laten komen, zodat gemeenten geen financieel risico voor niet-beïnvloedbaar beleid meer lopen. Voor beschut werk zegt de Raad dat het van tweeën één is: ofwel de verplichting af te schaffen, ofwel de plaatsen van beschut werk uit de kas van het Rijk bekostigen. Zonder deze keuze wordt gemeenten niet alleen het ‘wat’ (bevorderen participatie) maar ook het ‘hoe’ voorgeschreven (beschut werk). Zonder keuze verdwijnen voor gemeenten de beleidsvrijheid en het doelmatigheidsvoordeel van decentralisatie.
- Oordeel of budget voldoende is, is niet mogelijk voor alleen de nieuwe taken
Het is nog te vroeg om te oordelen over het wel of niet slagen van de decentralisaties en over de financiële haalbaarheid ervan. De Raad vindt het niet zinvol om te proberen de toereikendheid van het budget vast te stellen. Want het gaat om volledig andere vormgeving van taken, die niet met een schaartje zijn los te knippen van reeds bestaande gemeentelijke taken. De gedachte is immers om integraal te werken.
Bovendien is het aan de gemeenteraad om de aanwending van middelen tegen elkaar af te wegen en de toereikendheid van het budget voor het sociaal domein te beoordelen. Het is slechts mogelijk om pas over enkele jaren een oordeel over het budget voor gemeenten te vellen, stelt de Rfv, en dan alleen voor álle gemeenten en álle taken (dus ook de fysieke) samen. Daarvoor is het nodig om dan zowel omvang, indexatie als verdeling van de rijksmiddelen voor gemeenten te beoordelen.
- Hardheidsclausule voor gemeenten met stapeling van problematiek die niet door hen te beïnvloeden is
Gemeenten die door externe oorzaken in financiële problemen komen door de nieuwe taken, kunnen niet wachten op een oordeel over enkele jaren. De Raad stelt daarom voor om een hardheidsclausule met maatwerk in te bouwen voor gemeenten die door een stapeling van externe, niet door eigen beleid beïnvloedbare oorzaken in financiële problemen komen. Per geval moet bekeken worden wie de kosten van deze hardheidsclausule moeten dragen.
Geef een reactie