Zeker 195 Nederlandse gemeenten gebruiken bacteriepreparaten of aaltjes in de strijd tegen de eikenprocessierups. Dat deze biologische bestrijdingsmiddelen worden ingezet, is volgens de Vlinderstichting echter niet zo positief als het lijkt. Ze zijn volgens de stichting schadelijk voor mens en dier.
‘Deze middelen doden ook de rupsen van ruim honderd soorten onschadelijke nachtvlinders, die op hun beurt weer een belangrijke voedselbron zijn voor vogels,’ aldus de Vlinderstichting. De organisatie maakt zich grote zorgen over de potentiële nevenschade van de preventieve bestrijding met bacteriepreparaten en aaltjes. ‘Wetenschappelijk onderzoek naar de effecten ontbreekt nagenoeg.’
‘Bestrijding met aaltjes of bacteriepreparaten wordt door veel gemeenten omschreven als onschuldige bestrijdingsmethoden voor mens en dier. Dit is niet het geval. De bacteriepreparaten kunnen huidirritatie veroorzaken bij mensen en mogelijk ook huisdieren.’ Daarom roept de stichting gemeenten op deze bestrijdingsmethoden te minimaliseren en te beperken tot plekken met ernstige overlast binnen de bebouwde kom.
Niet onschuldig
De Vlinderstichting deed onderzoek naar het gebruik van bestrijdingsmethoden. ‘Opvallend genoeg gebruiken 133 gemeenten zowel de schadelijke preventieve bestrijding met aaltjes of bacteriepreparaten als natuurvriendelijke maatregelen.’ Er werd gekeken naar informatie die gemeenten zelf op hun website melden over bestrijding van de jeukrups en naar berichten in regionale of lokale media.
Daaruit blijkt onder meer dat 64 procent van de 306 gemeenten waarvan informatie was te vinden preventief spuit met bacteriepreparaten en/of aaltjes. Dat gebeurt soms gericht op locaties met hoog risico maar soms ook massaal op het gehele eikenbestand in de gemeente. Eveneens 64 procent van de gemeenten zuigt de nesten weg, vaak als aanvullende maatregel op de preventieve bestrijding.
Nestkasten voor mezen, in de hoop dat de mezen de rupsen opeten, worden in 161 gemeenten gebruikt. Verder zetten gemeenten een natuurlijker bermbeheer (57), eveneens bedoeld om natuurlijke bestrijders van de rups te stimuleren, een diverse beplanting in het openbaar groen (52 gemeenten) en het inzaaien van bermen en perken met bloemen of bollen (50 gemeenten) in.
Proef met Vertimec mag niet
De Vlinderstichting zorgde er half april voor dat het middel Vertimec niet mag worden gebruikt bij een proef met de bestrijding van de eikenprocessierups. De risico’s van het middel zijn te groot voor andere insecten en vogels, zegt het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).
Vertimec werd in maart toegestaan voor een proef met maximaal 2500 bomen in de gemeente Utrecht, de Overijsselse gemeente Zwartewaterland en Son en Breugel, Reusel, Bladel en Eersel in Noord-Brabant. De Vlinderstichting tekende bezwaar aan omdat het middel ten minste zes maanden aanwezig zou blijven in de eik en gedurende die periode alle dieren die van het blad eten of met het stuifmeel in aanmerking komen zou doden.
Geef een reactie