Bouwend Nederland gaat gemeenten die geen respons gaven op de enquête naar de staat van onderhoud van bruggen en viaducten vragen dit alsnog te doen.
De vereniging brengt de uitkomst van dit onderzoek dat de helft van gemeentelijke bruggen matig tot slecht onderhouden is, ook onder de aandacht van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Dat zegt voorzitter Jil Ligterink van de vakgroep civiele betonbouw van Bouwend Nederland.
Dat amper dertig procent van de 400 gemeenten aan het infra-onderzoek meedeed, toont volgens Ligterink dat veel gemeenten het lastig vinden om vragen te beantwoorden over de staat waarin kunstwerken verkeren. Door over de enquête-uitkomsten ook met de VNG contact op te nemen, hoopt hij sneller tot een oplossing te komen voor dit probleem: “Misschien vinden we samen een beter antwoord.”
“Als je als gemeente serieus omgaat met je assets en die elk jaar keurig inspecteert, is het beantwoorden van de enquêtevragen makkelijk. Maar vaak weten gemeenten zelfs niet hoeveel gemeentelijke kunstwerken er zijn, laat staan dat ze weten hoe oud die zijn of dat er sprake is van regelmatige inspectie”, aldus Ligterink die ook directeur is van civiele bouwer Van Hattum en Blankevoort.
Zulke gemeenten steken volgens hem hun kop in het zand: “Het heeft ook te maken met dat voor politici iets vaak pas belangrijk wordt als het fout gaat. Maar je moet er dus niet aan denken dat gemeenten pas actie ondernemen als er echt een brug inzakt. Ons onderzoek is bedoeld om dit te voorkomen, door het probleem bij gemeenten extra onder de aandacht te brengen.”
Ligterink benadrukt dat er niet al ergens sprake is van een acuut onveilige situatie: “Maar het feit dat we in een welvarend land als het onze nu deze discussie met elkaar moeten voeren, stemt wel zorgelijk.” Bouwend Nederland heeft gemeenten gevraagd om een actueel overzicht van de bruggen in haar beheer. Een vraag die valt onder de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Dat sterkt Ligterink in zijn vertrouwen dat gemeenten die geen respons gaven, dat alsnog zullen doen: “Maar het belangrijkste is dat gemeenten zich die vragen zelf gaan stellen en daar beleid op gaan voeren. Met eerst een inventarisatie van hun bezit aan kunstwerken en met vervolgens een onderhouds- en inspectieplan.”
APK
Hij erkent dat zo’n periodieke ‘APK-keuring’ van kunstwerken gemeenten extra geld kost, maar voegt er direct aan toe dat niks te doen uiteindelijk duurder is: “Net als bij schilderwerk aan je eigen huis. Als je dat niet eens in de paar jaar overschildert, rest je op een gegeven moment niet anders meer dan vervanging van al je kozijnen.” Rotterdam noemt hij een mooi voorbeeld van gemeenten met een kunstwerken-beleid dat wel goed op orde is: “Die stad heeft zijn kunstwerken goed in beeld gebracht met ook een risicogestuurd onderhoudsplan. Daarbij wordt dus gekeken naar welke bruggen en viaducten eerder onderhoud vergen, omdat ze meer en zwaarder worden belast, en naar wat later kan.”
Haarlem is volgens Ligterink ook een gemeente die het goed aanpakt. Dat weet hij uit eerste hand omdat zijn bedrijf sinds begin dit jaar in die gemeente op basis van een prestatiecontract voor vier jaar verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van onder meer 212 bruggen, 6 (spoor)tunnels en 3 (spoor)viaducten. Hij noemt prestatiegericht onderhoud van kunstwerken ook een goede optie voor andere gemeenten omdat de betrokken aannemer dan ook de ‘beschikbaarheid’ van die kunstwerken garandeert, inclusief het verhelpen van storingen binnen een bepaalde tijd.
Geef een reactie