Met het wegvallen van grote projecten blijkt Bouw- en Woningtoezicht een kostbare aangelegenheid voor gemeenten. “In de toekomst zal het belang van certificaten alleen maar toenemen.”
Er wordt druk nagedacht over een manier om dit aan de markt over te laten. Certificering zal hierbij een rol gaan spelen. Volgens het Bouwbesluit moeten kwaliteitsverklaringen nu al door gemeenten worden geaccepteerd als voldoende bewijs dat aan de regelgeving wordt voldaan.
“De invoering van het Bouwbesluit 2012 betekent dat wij ook de grondslagen van al onze certificaten moeten aanpassen.” Aan het woord is Lodewijk Niemöller, directeur van het KOMO-keurmerk. “Dat is nodig, omdat de bouwketen er op moet kunnen vertrouwen dat onze erkende kwaliteitsverklaringen goed aansluiten op de regelgeving. Dat is ook belangrijk voor goed toezicht binnen gemeenten.”
KOMO vierde vorig jaar haar 50-jarig bestaan. Het keurmerk certificeert bouwproducten als hout, betonelementen en de bekende vuilniszakken, maar ook bouwdelen, bouw- en installatieprocessen en andere bouwgerelateerde diensten. Sinds kort zijn daar ook complete bouwsystemen en bouwwerken bijgekomen.
Criteria
De criteria voor het keurmerk worden opgesteld door een breed samengesteld College van Deskundigen en vastgesteld na een formele openbare kritiekronde en beoordeling door de toetsingscommissie Bouwbesluit van de Stichting Bouwkwaliteit. Daarmee is er zekerheid dat niet alleen de regelgeving, maar ook de markttechnische behoeften op een juiste wijze in de beoordelingsrichtlijn zijn verwerkt.
Wat als een bedrijf zich niet houdt aan de criteria? “Dan volgen sancties”, verklaart de keurmerkdirecteur. “Eerst krijgt de ondernemer te maken met een oplopend regime van extra keuringen en navenante kosten. Uiteindelijk kan dit leiden tot het intrekken van het keurmerk. Een adequaat sanctieregime is het fundament onder een keurmerk.”
Het systeem neemt werk uit handen van de gemeenteambtenaar. Die hoeft niet meer te boordelen of bepaalde producten of bouwwerken aan alle specificaties voldoen. Als er gecertificeerde bouwproducten, -delen of -processen worden toegepast, dan moet erop worden vertrouwd dat alles goed is geregeld.
Bouwtoezicht
Het adagium bij bouwtoezicht verschuift steeds meer naar ‘privaat wat kan, publiek wat moet’. Niemöller verwacht dat dit in de nabije toekomst zal leiden tot een hybride systeem van kwaliteitsborging. Daarbij zullen certificering en toetsing steeds vaker aan de markt worden gelaten.
“We gaan naar complete bouwwerken welke onder erkende kwaliteitsverklaringen worden geleverd.” In dat geval kan de technische Bouwbesluit toets wellicht helemaal achterwege blijven. Als het ‘repeterende’ bouwwerken of –systemen betreft, zoals bij bepaalde woningen of magazijnen, dan is certificatie voor een bouwbedrijf ook veel goedkoper dan elke keer langs Bouw- en Woningtoezicht te moeten.
Voor de minder standaard bouwwerken zal KOMO bureaus certificeren voor Bouwplantoetsing en Bouwtoezicht. Opdrachtgevers kunnen dan in de toekomst kiezen of ze hun bouwplan laten keuren door gecertificeerde private partijen of Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente. De overheid blijft overigens wel systeemverantwoordelijk door te kijken of het stelsel van private kwaliteitsborging voldoende is ingericht.
Niemöller: “Dit systeem is te vertrouwen. In de praktijk blijven klachten echter mogelijk, waarna het systeem moet worden verbeterd aan de hand van deze praktijkproblemen.
Eindhoven
De gemeente Eindhoven neemt een koploperspositie in als het gaat om de herziening van regelgeving en het vergunningsproces rondom het bouwen in de stad. Het toetsing- en indieningskader van lichte bouwactiviteiten wordt vereenvoudigd, zodra dit binnen de Crisis- en herstelwet mogelijk is en er ligt een besluit van B&W om als tweede gemeente in Nederland de welstandscommissie voor een groot deel van de gemeente afschaffen.
Meest in het oog springend is echter de pilot die de Brabantse gemeente gaat starten, waarbij de bouwtechnische toets en het bouwtoezicht voortaan overgelaten worden aan door bijvoorbeeld KOMO gecertificeerde private partijen. De gemeente blijft overigens de vergunning verlenende instantie.
Hadrian says
Dit is een grote onzin verhaal. Ervaring heeft inmiddels geleerd dat privatiseringen altijd leidt tot meer kosten voor minder service. Bouwtoezicht wordt helemaal niet goedkoper. Het is alleen een verschuiving van geld. Bouwtoezicht wordt nu gedaan door ONAFHANKELIJKE ambtenaren. Dat is met private toetsing helemaal NIET het geval. In de private wereld staat kwaliteit niet voorop, maar geld en winstbejag.
In de jaren 90 zijn pogingen gedaan tot kwaliteitsverbeteringen met de ISO-certificaten. Echter dat heeft tot niets geleid, alleen maar zinloze administratie. Het gaat steeds slechter met de bouw, deskundigheid neemt drastisch af, onverschilligheid neemt toe.
Het is veel zinniger om iets te doen aan de enorme hoge faalkosten die aannemers maken. Dat bedraagt al jaren ruim 10% van de omzet, ofwel zo’n 6 miljard euroj per jaar. En dan heb ik het nog niet over verborgen ontwerpfouten, ook nog eens miljarden jaarlijks.
De bouwwereld moet werken aan een cultuuromslag. En dat vergt jaren en jaren. De mentaliteit is nu dat problemen altijd worden afgewenteld op een ander. Men steeks nooit de hand in eigen boezem. Het is afschuiven en afeschuiven. Bovendien als de ene onderaannemer 100 euro kan besparen ten koste van 1000 euro schade voor een ander, zal hij het niet laten.