Gemeenten hebben aanvullende instrumenten nodig om de woningbouw aan te jagen. Ze willen beter in staat zijn ‘om hetzij de bouw af te dwingen, hetzij de bouwmogelijkheid te schrappen’. Daarnaast moeten provincies ‘minder rigide’ vasthouden aan berekeningen van de vraag.
Dit staat in de VNG-inzet wonen, een stuk dat de belangenbehartiger onlangs publiceerde. Lokale overheden liggen de laatste tijd geregeld onder vuur vanwege de woningnood en hun rol daarin. Volgens critici doen ze te weinig om nieuwbouw te stimuleren. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten erkent in het document dat realisatie van nieuwbouw ‘vooral een zaak van gemeenten is, al dan niet in regionaal verband’.
Grond onteigenen
Desondanks zou het nog ontbreken aan mogelijkheden om in te grijpen, bijvoorbeeld bij onwillige marktpartijen. ‘Wanneer de gemeente een bouwinitiatief wenst en een grondeigenaar aangeeft het plan zelf te willen realiseren, maar dit vervolgens niet doet, moet de gemeente de mogelijkheid krijgen om deze grond te onteigenen,’ stelt de VNG met een verwijzing naar het advies Grond voor gebiedsontwikkeling van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur.
Ook staan de gemeenten stil bij de bestuurslaag die hen in de praktijk nogal eens overrulet bij bouwplannen: de provincies. ‘Provincies moeten woningbouw meer stimuleren. Prognoses moeten minder rigide gehanteerd worden. Belangrijker dan prognoses is de werkelijk geconstateerde vraag.’ Die werkelijke vraag leiden gemeenten af uit ‘wachtlijsten, aantallen belangstellenden, woonwensenonderzoek’.
Voorkeur binnenstad
Bij het Rijk wordt aangedrongen op extra geld voor de ‘onrendabele top’ van binnenstedelijke herstructurering. Dit geniet voor steden en provincies de voorkeur boven uitbreiding op nieuwe locaties. ‘Het levert meer economische groei op, leidt tot afname van de mobiliteitsvraagstukken, biedt meer mogelijkheden voor het ontwikkelen van gemengde wijken, leidt tot een snellere duurzaamheidstransitie en de landschappelijke kwaliteiten van het buitengebied worden beter behouden.’
De VNG noemt het verder ‘noodzakelijk dat woningcorporaties genoeg investeringscapaciteit hebben’. Uitbreiding van de woningvoorraad in dit segment moet tegemoetkomen aan de vraag naar betaalbare woningen. Maar corporaties kunnen nu onvoldoende geld steken in de ontwikkeling. Het Rijk roomt te veel af, zo luidt de klacht. ‘Corporaties dragen drie tot vier maandhuren per jaar af aan de Belastingdienst.’ De corporaties zelf wijzen overigens ook naar gemeenten.
Geef een reactie