Een deel van de Tweede Kamer, waaronder coalitiepartijen CDA en ChristenUnie, twijfelt over de haalbaarheid van de volkshuisvestingsplannen van minister De Jonge. Linkse partijen zijn vooral kritisch over de toekomstige aantallen sociale huurwoningen die de minister presenteert, gelet op de forse aantallen die dreigen te verdwijnen en de nog onbekende aantallen die gemeenten uiteindelijk overhouden.
Personeelstekort, gebrek aan bouwgrond, tekort aan materialen én de stikstofproblemen kunnen ertoe leiden dat de voorgenomen bouw van 900.000 woningen eind 2030 niet wordt gehaald, stellen verschillende fracties. ‘Schept u niet te hoge verwachtingen?’ vroeg CDA-Kamerlid Geurts aan de verantwoordelijke minister, tevens partijgenoot, tijdens het woningbouwdebat.
Prestatieafspraken
In ruil voor afschaffing van de verhuurderheffing per 2023 kwam De Jonge deze week tot wederkerig afdwingbare prestatieafspraken, aldus de minister. Andere partijen hierbij zijn de woningcorporaties, de Woonbond die namens huurders spreekt, en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Het bouwtempo van sociale huurwoningen moet verdubbelen, aldus het akkoord. Daarnaast dienen er 50.000 nieuwe middenhuurwoningen te komen, met een huur van 850 tot 1000 euro per maand. Deze huizen moeten voor 2024 klaar zijn.
Verdubbeling
ChristenUnie, PvdA en SP zijn kritisch over de beloofde verdubbeling van de bouwcapaciteit voor de meest betaalbare woningen, de hoofdmoot van het akkoord, met een huurprijs tot 763 euro. Het bouwtempo moet daarbij van 15.000 naar 30.000 woningen per jaar. Eind 2030 betekent dit 250.000 nieuwe sociale huurwoningen. Maar volgens de SP verdwijnen er ondertussen 150.000 wegens sloop of verkoop. Netto zijn er dus maximaal 100.000 extra sociale huurwoningen in 2030, zegt SP-Kamerlid Beckerman.
Zo rekent ook de VNG. Die had daarom nationale afspraken willen maken over het aantal te slopen, te verkopen en te liberaliseren woningen, maar dat is niet gelukt. ‘Gemeenten zetten zich er op lokaal niveau voor in dat de netto toevoeging groter uitvalt dan slechts 100.000. Belangrijk voor de VNG is dat de groei van de sociale woningvoorraad in relatie staat tot de lokale gemeentelijke opgaven. Betrokken partijen voeren jaarlijks hierover het gesprek.’
Flexibele belofte
De eerdere belofte van De Jonge om in elke gemeente toe te werken naar 30 procent sociale huurwoningen, blijkt in het akkoord ‘flexibel’ te zijn. Sommige gemeenten mogen onder dit percentage blijven als andere juist meer bouwen. Het doel is dat regionaal de norm van 30 procent wordt gehaald, verduidelijkt de minister. Hij wil de norm niet koppelen aan nieuwbouwprojecten, zoals ChristenUnie voorstelt.
Sloop en verkoop
PvdA en SP willen de norm per gemeente opleggen. Beckerman kondigde tijdens het debat een motie aan om dit te regelen en te voorkomen dat sociale huurwoningen in ijltempo verkocht of gesloopt worden. Anders zou plaatselijk ‘volstrekt onduidelijk’ blijven of het aandeel sociale huur daadwerkelijk toeneemt de komende jaren.
Maar de oproep voor een bouwopgave per gemeente vindt weinig steun. Zo bedankte de minister onlangs voor een opgewarmd initiatiefwetsvoorstel uit 2018, waarin PvdA en SP dit ook al opperden. Bij de stemming was er geen meerderheid voor. De minister verwees hierbij naar zijn eigen plannen, waaronder de prestatieafspraken, die inmiddels dus bekend zijn.
Het akkoord telt negentien pagina’s met tal van verplichtingen. Hoe de afdwingbaarheid ervan precies vorm krijgt, hangt nog wel af van een aparte wet die is aangekondigd. Adviseurs van het kabinet stelden twee weken geleden dat het Rijk de regie moet grijpen.
Niet opgelost
De Woonbond, weliswaar een van de ondertekenaars, lijkt nog niet helemaal overtuigd dat succes nu is gegarandeerd. Woonbonddirecteur Zeno Winkels benadrukt dat de wooncrisis met het bereikte akkoord niet voorbij is. De achterban van huurders zou ook nog niet massaal staan te juichen. ‘Dit is een stap, maar echt een begin,’ verklaarde bestuursvoorzitter Saskia Bolten bij het tekenmoment. ‘Het lost niet snel de woningnood op.’
Vol lof
Minister De Jonge en voorzitter Martin van Rijn van de koepel van woningcorporaties Aedes, benadrukken juist het verstrekkende, onherroepelijke karakter van hun afspraken. De minister spreekt van een ‘enorme mijlpaal’ en een ‘omslag in beleid’. Door het schrappen van de verhuurderheffing kunnen corporaties meer en sneller bouwen, bevestigt Van Rijn.
Het tij zit hem ondertussen niet mee, dat ziet De Jonge ook. De zorgen over de bekende problemen die onder meer zijn partij opsomt, deelt hij. Maar die nieuwe woningen komen er, hoe dan ook. ‘Ja er is tegenwind, maar dit kan omdat het moet.’
Jannie says
Per saldo dus maar 100.000 extra woningen in 2030 en dat met de grenzen nog steeds wijd open. Gaat niet goed komen.