Over het algemeen wordt minder verlies geleden op de grondposities van gemeenten, maar de regionale verschillen zijn groot.
Veel gemeenten hebben in 2013 beperkte aanvullende verliezen moeten nemen op grondexploitaties, maar in mindere mate dan voorheen en ook minder dan verwacht. Er is geen sprake van een eenduidige trend. Er zijn grote regionale verschillen tussen gemeenten, onder meer als gevolg van marktontwikkelingen, blijkt uit een rapport van Deloitte over de financiële situatie van gemeenten.
Het rapport is gebaseerd op openbare gegevens uit de jaarrekeningen van alle Nederlandse gemeenten. Eerder leek er nog sprake van te zijn dat gemeenten te optimistisch leken over het herstel van de markt.
Geen aanvullende verliezen
Op macroniveau lijken gemeenten geen aanvullende verliezen genomen te hebben. In een beperkt aantal gemeenten zijn de verliesvoorzieningen verlaagd, hetzij door balansopschoning, het verlagen van de boekwaarde door voorzieningen hiertegen weg te laten vallen, hetzij door afsluiten van plannen. Daarvoor gecorrigeerd is volgens Deloitte wel een aanvullende verliesneming van 250 miljoen bij het merendeel van de gemeenten zichtbaar, waar vorig jaar nog een bandbreedte van 700 miljoen tot 2.700 miljoen werd geschetst, afhankelijk van marktontwikkelingen.
Reservepositie wel verslechterd
Daarmee zijn de verliezen bij de meeste gemeenten beperkter dan voorheen en minder dan verwacht. De reservepositie van gemeenten is wel verder achteruit gegaan, maar ook hier in mindere mate dan de daling van eerdere jaren.
Tegelijkertijd is volgens het rapport zichtbaar dat gemeenten in de afgelopen jaren, ondanks verliezen op grondposities, flink hebben geïnvesteerd in maatschappelijk en gemeentelijk vastgoed. Dit blijkt uit de toegenomen balanspost op dit gebied: 9 procent groei tussen 2010 en 2013, een toename van 1,7 miljard.
Geef een reactie