Het voormalige Roermondse college van burgemeester en wethouders is hoofdschuldige aan het debacle rond het cultureel centrum in de gemeente.
Dat staat in een hard rapport dat Necker van Naem schreef in opdracht van de Raad van Roermond. Het onderzocht de gang van zaken rond verandering van het vervallen fabriekscomplex van de Elektro Chemische Industrie (ECI) naar een gewenste culturele hotspot. De cultuurfabriek die er kwam kampt echter met een enorm exploitatietekort (ruim 500.000 euro). Dat voor de gemeenteraad aanleiding was om een raadsonderzoek te starten.
Cultuur
Het rapport is bijzonder duidelijk in zijn conclusie: “Wensdenken heeft geleid tot een onrealistische culturele ambitie voor de ECI Cultuurfabriek.” Het toenmalig college van B&W van Roermond heeft vooral een nieuw gebouw willen ontwikkelen. “De culturele bestemming van het gebouw is vanaf het begin het ‘ondergeschoven kind’ geweest.”
In de ECI Cultuurfabriek moesten verschillende culturele functies zoals muziek, musea en amateurkunsten een plek krijgen. Een cultuurtempel met zowel lokale als (boven)regionale allure. “Overhaaste besluitvorming, onvoldoende financiële en inhoudelijke onderbouwing, onduidelijkheid over de ambitie en uiteindelijk grote exploitatietekorten leiden tot een onrealistische culturele ambitie en een onvolledig cultureel aanbod”, aldus de onderzoekers.
Checks and balances
Maar het onderzoek is niet alleen duidelijk over het ‘çulturele gedeelte’ van het project. Ook wordt de vinger gelegd op een aantal andere grote problemen. “Gedurende de herbestemming, bouw en exploitatie van de ECI Cultuurfabriek is er een gebrek aan checks and balances en eenduidige sturing.” En alsof dat niet genoeg is concludeert het rapport ook dat “de gemeenteraad onterecht onvoldoende, onvolledig en op onderdelen niet geïnformeerd over het project ECI Cultuurfabriek.”
Een grote fout was ook dat het project van 15 miljoen euro werd niet openbaar aanbesteed, zoals dat wel van diverse kanten was aangeraden. “Het publieke belang heeft bij de besluitvorming om als gemeente niet aan te besteden een ondergeschikte rol heeft gespeeld. Het toenmalig college koerste aan op een vorm van (mede-)eigendom, maar kiest niet voor een openbare aanbesteding.” Het publieke belang van een zo laag mogelijke prijs speelde hiermee nauwelijks een rol.
Aanbevelingen
De onderzoekers doen ook enkele aanbevelingen voor toekomstig grote projecten. Alles zeggend over hoe dit project is verlopen is de aanbeveling om de “informatievoorziening aan de raad volgens wet- en regelgeving” te laten verlopen. Een open deur zou je denken.
De onderzoekscommissie beveelt daarnaast onder andere aan “dat bestuurlijke afwegingen altijd ten dienste van het publieke belang gemaakt worden en navolgbaar dienen te zijn. Binnen en tussen de gemeentelijke organen (raad, college, organisatie) dient er voldoende tegenwicht georganiseerd te worden. Daarnaast moet er bij projecten van grote omvang altijd volgens een vast kader met betrekking tot projectorganisatie, rollen en bevoegdheden worden gewerkt.”
Geef een reactie