Den Haag biedt in de begroting over 2023 het beste zicht op maatschappelijk vastgoed, volgens Bouwstenen voor Sociaal. De gemeente ontving de eretitel tijdens de Maatschappelijk Vastgoeddag voor de inkijk die Den Haag geeft in de kosten en baten van haar vastgoed.
De uitreiking is een initiatief van Bouwstenen voor Sociaal, een landelijk platform voor bestuurders en professionals in het maatschappelijk vastgoed. Eerder onderzoek uit 2021 naar vastgoed in de gemeentebegroting werd hiervoor herhaald.
Zicht op begroting
De hofstad komt dus als beste uit de bus, zo staat in het juryrapport ‘Gemeentebegroting 2023 met beste inzicht in maatschappelijk vastgoed.’ Den Haag heeft 788 scholen, sportaccommodaties en andere gebouwen, zo blijkt uit de begroting. Als enige gemeente brengt Den Haag de kosten en baten van dit vastgoed in beeld. De kosten hiervoor komen op zo’n 100 miljoen euro uit, waarvan circa 60 miljoen aan kapitaallasten.
Daar staat zo’n 35 miljoen euro aan huurinkomsten tegenover. ‘Hoewel er van alles te zeggen is over het inkijkje dat de gemeente Den Haag biedt in de kosten en baten van haar vastgoed, heeft zij toch juist hierom de prijs gewonnen. Veel andere gemeenten geven dit inkijkje namelijk niet.’
Verbeterpunten
Verbeterpunten zijn er ook voor de hofstad. Zo wordt volgens de jury geen inzicht gegeven in de doelen waarvoor het vastgoed wordt ingezet en ontbreekt de informatie over de opbouw van de portefeuille, in aantallen en vierkante meters. ‘Daarbij wordt in de begroting redelijk veel over duurzaamheid gezegd, maar wordt dit niet concreet gemaakt. Dat geldt overigens ook voor veel andere gemeenten.’
Nominaties
Den Haag laat daarmee de gemeenten Almere en Amsterdam achter zich. Almere was genomineerd omdat de gemeente meer inzicht in de opbouw van haar vastgoedportefeuille geeft dan andere gemeenten. Ook geeft de gemeente cijfers over de benodigde investeringen en de te slopen en te verkopen gebouwen. De gemeente Amsterdam geeft ook relatief veel informatie, bijvoorbeeld over woonwagens en camera’s, ‘maar niet het inzicht dat je van deze stad mag verwachten,’ aldus de jury.
Voorbeeldgemeenten
Voor de prijs werd de inhoud van de gemeentebegrotingen van de tien grootste gemeenten onder de loep genomen. Het idee hierachter is dat zij gezien de omvang van hun vastgoedportefeuille en het ambtelijk apparaat het goede voorbeeld kunnen geven. Daarnaast werd hetzelfde gedaan bij vijf andere gemeenten. Zij meldden zichzelf aan of werden hiervoor getipt, omdat hun begroting een goed beeld schetst van hun vastgoed.
De vijftien gemeenten zijn: Almere, Amersfoort, Amsterdam, Breda, Den Haag, Eindhoven, Groningen, ‘s Hertogenbosch, Kaag en Braassem, Nijmegen, Roerdam, Tilburg, Utrecht, Zevenaar en Zwolle.
Uitkomsten
Uit het onderzoek blijkt verder dat gemeenten over het algemeen een beperkt beeld geven van hun vastgoed. In acht van de vijftien begrotingen staat niet hoeveel maatschappelijke panden de gemeente in bezit heeft. Vaak wordt er wel iets genoemd over onderhoud. Soms met een onderbouwing van de kosten en kwaliteitsniveau, maar niet over kapitaallasten, beheerskosten en zakelijke lasten.
‘Hierdoor is er een slecht beeld op de totale financiële effecten van het hebben van vastgoed,’ aldus de jury. En er wordt vrijwel geen informatie verstrekt over de baten, kostprijsdekkendheid en de waarde van het vastgoed. ‘Slecht één gemeente rapporteert over de inkomsten van de vastgoedportefeuille.’
‘Werk aan de winkel’
Volgens de jury is er ‘nog flink werk aan de winkel’ en hoopt dat gemeenten komend jaar burgers, gemeenteraad en anderen meer inzicht gaan geven over hun vastgoedportefeuille, de kosten en baten daarvan en de benodigde investeringen. De jury benadrukt het belang hiervan ‘ook in verband met de grote vervangings- en duurzaamheidsopgave waar gemeenten voor staan. Vaak hebben gemeenten de benodigde informatie wel in huis, maar is het nog zaak dit goed en netjes in de begroting ook voor anderen inzichtelijk te maken,’ aldus het juryrapport.
Geef een reactie