Het is niet onwaarschijnlijk dat de dennenprocessierups binnenkort zijn intrede doet in Nederland, of dit zelfs al heeft gedaan. Wat betekent dit voor gemeenten, die na jarenlang overlast bestrijden van de eikenprocessierups deze invasieve exoot onder de duim hebben, en nu dus een nieuwe plaag mogen verwachten? Expert Silvia Hellingman legt uit wat de verwachting is.
Recent zijn er vlinders van de dennenprocessierups waargenomen in 3 Belgische provincies vlak bij de Nederlandse grens, zo bericht natuurplatform Nature Today. ‘Het is derhalve een kwestie van tijd voordat deze soort zich in Nederland gaat vestigen. Gelet op de actieradius van de vlinders is het niet uitgesloten dat de eerste exemplaren Nederland inmiddels al hebben bereikt.’ Een aantal jaar geleden waarschuwde het platform al dat ook deze rupsensoort naar Nederland zou komen. Inmiddels wordt er al gemonitord door feromoonvallen te gebruiken. En wie winternesten van het plaagdier ziet, wordt gevraagd deze te melden op waarneming.nl
Meer brandharen
Als deze rups voet aan wal zet, wat betekent dit dan voor de overlast? En waarin verschilt deze rups van de eikenprocessierups? Dennenprocessierupsen verpoppen zich altijd in de grond, wat de kans op contact groter maakt. Vooral als ze lang over de grond lopen, in hun zoektocht naar een geschikte plek. En ook bezit dit plaagdier meer brandharen, maar die laten ze alleen los bij verstoring.
De dennenprocessierups huist vooral in allerlei naaldbomen. De timing van de verschillende levensstadia verschilt duidelijk met die van de eikenprocessierups. De dennenprocessierups komt namelijk in september uit het ei en gaat als rups de winter door. Ze vormen hun nesten direct na uitkomst van de eitjes. Hierdoor zijn ze makkelijker op te sporen. In maart verlaten ze het nest en lopen ze in processie op zoek naar een plek om zich in te graven in de grond om zich te verpoppen. Juist als ze over de grond lopen, is er een grotere kans op contact.
Advies voor gemeenten
Gemeenten hebben de afgelopen jaren veel gedaan aan het bestrijden en beheersen van de overlast door de eikenprocessierups, van het doven van de straatverlichting tot en met proeven met paintballpistolen. Met succes, want de overlast van de eikenprocessierupsen af. De plaagdruk is dit jaar veel lager, alleen in het noorden leek het recent iets toe te nemen.
Gemeente.nu vroeg expert Silvia Hellingman naar advies voor gemeenten. Wat kunnen ze verwachten? ’Om te beginnen: bij de aanvang van een populatie verwacht ik geen probleem. Wel is het zaak om te weten waar ze zijn en hoe de populatie zich ontwikkelt in Nederland. Daarom werken Kennisplatform Processierups en Kenniscentrum Eikenprocessierups aan het opzetten van een monitoringslijn vanaf Maastricht tot aan Winterswijk. Alles valt en staat met preventief handelen en niet wachten totdat het een probleem wordt.’
Paniek niet nodig, voorlichting wel
We hoeven niet paniekerig te zijn over de dennenprocessierupsen, zo verzekert de expert. ‘Vanaf hun uitkomst vormen ze nestjes en verhuizen een paar keer. Hierdoor zijn ze al makkelijk te zien. Uiteindelijk bouwen ze hun karakteristieke winternesten die op katoenballetjes lijken.’ Bovendien zijn de dennenprocessierupsen erg relaxed in hun nesten, aldus Hellingman. ‘Ze laten hun brandharen alleen los in geval van verstoring en stress. Het probleem van de dennenprocessierups is dat ze grote afstanden kunnen afleggen op zoek naar een geschikte plek om zich in te graven in de grond. De rupsen kunnen overigens in verlengde diapauze gaan en 3 tot 7, soms wel 9, jaar in de grond blijven. Omstandigheden bepalen wanneer de vlinders daarvan uitkomen.’
Toch is er wel een gevaar. ‘Tijdens hun processies kunnen ze bijvoorbeeld in gebouwen, tuinen, weilanden terechtkomen waardoor mensen en dieren in contact kunnen komen met de brandharen en daar ongemak van krijgen. Vooral honden kunnen ernstig letsel oplopen met de dood tot gevolg. Er moet tijdig goede voorlichting komen voor gemeenten én inwoners, zodat mensen ze gaan herkennen en zodoende contact vermijden.
Niet afwachten
Wat zijn de lessen voor gemeenten uit de afgelopen periode waarin de eikenprocessierups werd bestreden? ‘Wacht niet totdat de populatie uitdijt en voor problemen zorgt. Vanuit het Kennisplatform en Kenniscentrum wordt gewerkt aan protocollen voor herkenning en beheersing van de dennenprocessierups. Ook zullen er nieuwsbrieven worden verzonden aan de beheerders en informatie worden opgenomen in de website Processierups.nu.’
Gelden hiervoor dan ook dezelfde protocollen als voor de eikenprocessierups, via beheersen en bestrijden? ‘Dennenprocessierupsen in hun winternesten zijn makkelijk te vinden en te verwijderen. Het is absoluut niet nodig om gebieden preventief te bespuiten.’
Natuurlijke bestrijders
En dus vat de expert het samen: ‘Op dit moment is er niets aan de hand. Overigens: koolmezen, hop, wielewaal en spreeuwen eten ook dennenprocessierupsen. En ook andere natuurlijke bestrijders kunnen de populatie regulieren zoals mieren, wespen, sluipvliegen, roofkevers- en wantsen, gaas- en zweefvlieglarven. Genoeg methoden om ze te beheersen zonder te hoeven spuiten, met alle neveneffecten van dien.’
Overlast eikenprocessierups verklaard
Bij de overlast door de eikenprocessierups stak dat iets ander in elkaar. ‘Het aantal eikenprocessierupsen steeg explosief, waardoor er veel overlast was voor mensen en dieren,’ verklaart Hellingman. ‘Bovendien was het toen nog niet bekend dat ze in verlengde diapauze kunnen gaan, als rups en pop. Veel van de overlast kwam door de plotselinge uitbraak van rupsen die hun cyclus niet hadden gecompleteerd, de bomen verlieten en ongeveer 11 maanden later plotseling opdoken. Ook op locaties die preventief waren bespoten. Ten onrechte werd beweerd dat de preventieve bespuitingen niet hadden gewerkt.’ In 2023 is daarover een onderzoek gepresenteerd aan gemeenten, provincies en beheerders: Grondnesten en verlengde diapauze van de eikenprocessierups.
Geef een reactie