De commissie-Remkes die zich boog over de stikstofaanpak, oordeelt in de marge snoeihard over de inzet van biomassa. De uitstootnormen moeten strenger en subsidies dienen te verdwijnen. Gemeenten die biomassaplannen hebben, zijn gewaarschuwd.
Het rapport van het Adviescollege Stikstofproblematiek onder leiding van VVD-coryfee Johan Remkes bevat een nog weinig belicht voorstel. Naast de alarmerende hoofdboodschap valt een pleidooi te lezen voor scherpere emissie-eisen aan middelgrote biomassa-installaties (tot 50 MW). Bovendien zou de subsidiekraan van de SDE+ hiervoor dichtgedraaid moeten worden.
Deze installaties, in gebruik bij onder meer bedrijven, zwembaden en warmtenetten veroorzaken op lage hoogte NOx-emissies. Dat zorgt volgens Remkes voor extra stikstofneerslag in nabijgelegen natura 2000-gebieden. De commissie dringt er daarom bij het kabinet op aan de normen aan te scherpen tot die van de grote stookinstallaties.
Installaties kunnen technisch strengere normen prima aan. De normen zijn echter nooit opgeschroefd, omdat dit duur en economisch niet rendabel zou zijn.
Bang voor wildgroei
Het Adviescollege vreest een wildgroei van biomassa-installaties als er niet wordt ingegrepen. Waar de uitstoot van gas- en kolencentrales op termijn zal afnemen, doordat er meer wind- en zonnestroom wordt opgewekt, zal die van biomassa-installaties alleen maar groeien. Er zijn er al meer dan tweehonderd in Nederland, becijfert Remkes, en 153 nieuwe installaties in aanbouw zijn al vergund.
Deze groei komt neer op een verdubbeling van de NOx-emissies in 2030 (naar 24 kiloton, wat op ongeveer 8 procent van de huidige totale NOx-uitstoot van Nederland neerkomt). Voor de meerderheid van de biomassa-installaties is steun vanuit de SDE+ aangevraagd.
Door de subsidie te stoppen zal het financieel minder interessant worden om dit type installaties neer te zetten. Remkes adviseert dit nadrukkelijk, ook al betekent het dat Nederland langer zal doorgaan met het verstoken van aardgas.
‘In sommige gevallen nodig’
Directeur Olof van der Gaag van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), dat zo’n 6000 bedrijven in deze sector vertegenwoordigt, vindt het geen slecht voorstel om de emissie-eisen aan te scherpen. ‘Strengere normen zullen de emissies van stoffen naar de omgeving verminderen. In sommige gevallen is dat nodig. Pas nog zijn omwonenden van een biomassa-installatie bij een zwembad in Winschoten door de rechter in het gelijk gesteld. Terecht, want de luchtzuivering deugde niet.
‘Maar,’ nuanceert Van der Gaag, ‘de meeste installaties werken goed en zijn met moderne filters uitgerust. We lopen internationaal gezien in Nederland voorop. Ik zou me meer zorgen maken om uitlaatgassen in het verkeer.’
Onvermeld in het rapport van Remkes is bovendien dat de uitstootnormen voor installaties tot 50 MW met ingang van 2022 sowieso worden aangescherpt. De vraag dringt zich op welke experts de commissie-Remkes heeft geraadpleegd.
Voorstellen niet consistent
Van der Gaag is ronduit tegen uitsluiting van de middelgrote biomassa-installaties van subsidie. ‘Ik snap het pleidooi van Remkes niet. Het is weinig consistent. Als de stikstofuitstoot van installaties met nieuwe normen is aangepakt, is het grootste probleem opgelost. Waarom zou je dan de subsidie willen afpakken om installaties vervolgens uit de markt te halen?’
Volgens de kenner gooi je zo het kind met het badwater weg. ‘Biomassa is heel hard nodig als klimaatoplossing, omdat je er duurzame warmte mee opwekt. En je kunt het vandaag al inzetten. We kunnen nog niet alles oplossen met wind- en zonne-energie. De keuze is: biomassa of Russisch aardgas. Dat laatste lijkt me niet wenselijk, want het geeft veel meer CO2-emissies dan Nederlands gas.’
Klimaatwinst gemeenten
Van der Gaag voorziet dat gemeenten in een lastig parket terecht zullen komen. ‘Het werk wordt voor hen een stuk moeilijker als je deze optie uitsluit. Veel gemeenten zien een rol voor biomassa om de gebouwde omgeving van het aardgas te halen. Biomassa is nodig in de energiemix en gemeenten kunnen er direct klimaatwinst mee boeken. De energietransitie gaat in stappen. De eerste stap is dat we van het gas af gaan. Biomassa levert daar binnen bepaalde randvoorwaarden, waaronder een schone uitstoot, een belangrijke bijdrage aan.’
Dat biomassa bredere perspectieven biedt, laat de gemeente Ede zien. De Gelderse plaats heeft een stadsverwarmingsnet draaien op lokale en regionale biomassa, goed voor 20 duizend woningequivalenten. Ook het gemeentehuis is op het net aangesloten. In zijn drie biomassa-installaties gebruikt het warmtebedrijf het snoeiafval uit tuinen en openbaar groen en reststromen van houttakken. Aan de ruim 30 kilometer aan warmtenet wil het commerciële bedrijf nieuwe bronnen vastknopen.
Flinke stap dankzij biomassa
Enkele lokale bedrijven leveren al restwarmte aan het net. Begin juni verleende het Rijk een vergunning om proefboringen naar aardwarmte te verrichten. In de toekomst zou dan alleen nog de biomassastook nodig zijn, om koudepieken in de winter op te vangen. Wethouder Lex Hoefsloot zegt blij te zijn met het warmtenet. ‘We hebben zo een flink stap vooruit kunnen maken met de warmtetransitie en het aardgasvrij maken van woningen en gebouwen. Wij zien biomassa als een tussenstap en hopen dat er straks andere bronnen zijn om het net te voeden.’
In Ede neemt het verzet tegen biomassa echter toe. Inwoners klagen over geuroverlast en met stofdeeltjes bedekte auto’s. ‘We zitten hier midden in de Gelderse vallei,’ legt Hoefsloot uit. ‘Door de fijnstofemissies van de landbouw is de luchtkwaliteit in onze regio slecht. Het aandeel van de biomassa-installaties hierin is gering, maar elke bijdrage is er één. Ook staat een van de installaties in een woonwijk. Dat inwoners zich zorgen maken, is dan ook goed. Schone lucht is belangrijk voor iedereen.’
Formeel kan de gemeente echter weinig doen, want de installaties voldoen aan de wettelijke normen. ‘We zijn in gesprek met het warmtebedrijf om meer te doen dan de wet vereist om de emissies terug te dringen. Dat levert resultaat op. Het bedrijf is bereid dit jaar en volgend jaar extra maatregelen te treffen, maar onderzoekt nog wat technisch en financieel haalbaar is. De provincie wil mogelijk financieel bijdragen. Het bedrijf snapt dat het in ieders belang dat er draagvlak blijft voor het warmtenet in Ede. Wij hopen dat we de onrust bij inwoners zo weg kunnen menen of in elk geval kunnen verminderen.’ zegt Hoefsloot.
Beeld was al aan het kantelen
De kritiek op biomassa is niet nieuw. Het positieve beeld van de groene krachtpatser tegen de klimaatverandering was al aan het kantelen. Bio-energie zou niet CO2-neutraal zijn en niet duurzaam. Ook wetenschappers mengen zich in de discussie met pro’s en contra’s. De hoogleraren Louise Vet en Rudy Rabbinge in de commissie-Remkes zijn fervent tegenstander van het gebruik van biomassa. Het kabinet en ook de Europese Commissie zien biomassa daarentegen als hernieuwbare energiebron met een wezenlijke bijdrage aan het halen van de energie- en klimaatdoelen.
Afgelopen mei bevestigde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat biomassa onmisbaar is voor een haalbare en betaalbare energietransitie, maar wees het wel op de noodzaak van duurzaamheidscriteria. In de Tweede Kamer lijkt eveneens een kentering op gang. De fracties van GroenLinks en Partij voor de Dieren zinspeelden in november met een motie op een stop van de subsidieverstrekking voor biomassa, totdat er meer duidelijkheid is over de mate van duurzaamheid en de bijkomende luchtvervuiling. Coalitiepartijen ChristenUnie en D66 drongen begin juni nog aan op een subsidiestop voor nieuwe biomassa-initiatieven.
Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) heeft begrip voor de zorgen, maar wil de maatschappelijke discussie over het onderwerp nog verder voeren. Biomassa uitsluiten van SDE+-steun is niet aan de orde, aldus Wiebes. Het kabinet komt binnenkort met een lijst van duurzaamheidsregels waar biomassa aan moet voldoen. De SER is daar al langer dan een jaar mee bezig.
Discussie vervuild
Wethouder Hoefsloot constateert dat in de discussie over biomassa alles over één kam wordt geschoren. ‘Het is jammer dat er eerder op landelijk niveau is begonnen met het subsidiëren van het bijstoken van biomassa in energiecentrales. Daar zijn hele scheepsladingen van houtkorrels voor nodig die van ver over de wereld hierheen komen. Dat heeft de discussie vervuild. Met de inzet van reststromen uit de plaatselijke omgeving of regio is namelijk niks mis. Ik hoop dat deze nuance een plek krijgt in het nationale beleid.’
Francinia says
In Nederland worden de mijnen al heel lang niet meer geëxploiteerd. Toch bleven de pompen decennia lang water wegwerken, vanwege het feit dat aan de andere kant van de grens, in Duitsland die exploitatie nog wel door ging.
Sinds enkele jaren is ook Duitsland daarmee gestopt. En zijn de pompen uit gezet. Waarna het grondwater flink steeg. Dit tot groot verdriet van veel huisbezitters, die hun huizen moesten opgeven of herbouwen op grotere hoogte. Ze kregen geen enkele vergoeding.
– Is het grondwater dat nu in de mijnen staat een belemmering voor de vergisting?
– Als de pompen weer aan zouden worden gezet, wat gebeurd er dan met de huizen die verhoogd zijn?
– Wordt de winst voldoende om de Limburgse bevolking dit keer wel te compenseren of laten we (de overheid) ze weer vallen, net als enkele jaren geleden? ( Een overheid die al decennia wist dat het gas op zou raken, zorgde niet eens voor een potje om de energietransitie van te betalen of om de wegzakkende Groningse bewoners te compenseren. Dus mijn vertrouwen daarin is miniem. Wat dat betreft is het NL beleid niets beter dan het Chinese.)
Ik ben erg benieuwd naar de antwoorden.
J.C. Souverein-Bouwman says
N.a.v. van uw artikelen over energie breng ik graag mijn vernieuwende ideeën die voor Nederland belangrijk kunnen zijn onder uw aandacht.
Betreft: Octrooi NL1016461, nl.espacenet.com, vergisting van echte biomassa in holtes in aardlagen.
Duurzame innovaties kunnen behoorlijk anders zijn dan op dit moment toegepast worden.
Wat te denken van de zoutcavernes en kolenmijnen die buiten gebruik zijn waarin uit biomassa d.m.v. natuurlijke vergisting o.a. groene energie gewonnen kan worden.
Het op bovengenoemde wijze vergisten van organische grondstoffen zal gezien de huidige kennis geen onoverkomelijke problemen geven; is doelmatig en veilig.
Het milieu van de ondergrond wordt niet belast.
Het idee om echt biomassa in holtes in de aarde te laten vergisten is door emeritus hoogleraar dr. R.D Schuiling van Geochem Research en een medewerker van TNO-NITG zeer positief ontvangen.
“De BV Nederland kan profiteren van de uitwerking van een echte innovatie, de beschikking over een nieuwe vrij belangrijke alternatieve energiebron, een extra mogelijkheid om aan de Kyoto-normen te voldoen, en de oplossing van het slepende probleem van de mestoverschotten”. Aldus dr. R.D. Schuiling.
Kolenmijnen
De diepte van de kolenmijnen is in de orde van 600-800 meter. De biomassa zal er uit zichzelf vergisten. Bij een gemiddelde jaartemperatuur van 11 graden aan het aardoppervlak is de temperatuur op deze diepte 30 a 35 graden, een ideale temperatuur voor vergisting.
De exploitatie van gedeelten van de mijnen is realiseerbaar.
Zoutmijnen
De cavernes liggen tot ca. 500 meter diep. Het milieu is geschikt voor vergisting.
De methaanvorming stopt zelfs niet bij een pekelgehalte van 20%. De wanden van de mijnen kunnen met een coat bedekt worden waardoor er geen contact van biomassa met de wanden is.
Voordelen voor de boeren en andere leveranciers van biomassa:
• Grotere bestaanszekerheid
• Minder en vereenvoudigde administratie
• Minder kans op boetes
• Minder stress
Voordelen voor Nederlanders:
• Beschikking over echte groene energie
• Mineralen zoals fosfor, calcium, kalium en magnesium blijven in het
digestraat achter en kunnen winstgevend gemaakt worden
• Stikstof en fosfaat zijn in de vergiste mest beter opneembaar voor
gewassen dan de gebruikelijke onbewerkte mest waardoor minder
stankoverlast
• De vergiste mest vermindert de uitstoot van methaan in het milieu
(een 20 keer zo sterk broeikasgas als CO2) aanzienlijk
• In de mijnen kan o.a. uit de dierlijke mest ammoniak d.m.v. vergisting
gewonnen worden. Dus geen/minder ammoniakproductie ten koste van
aardgas. Voor de ammoniakproductie koopt OCI Nitrogen jaarlijks
meer dan 1 miljard m3 aardgas in (zie http://www.ocinitrogen.com/ammonia)
• Voor het ondergrondse vergistingsproces is geen warmtebron (energie)
nodig, zoals bij bovengrondse vergisting
• Geen uitstoot, opvang en verwerking (asfalt, beton en cement) van het
giftige vliegas veroorzaakt door uitstoot van energiecentrales.
• Geen vervoer van slachtafval, mest en vliegas naar het buitenland
waardoor minder vrachtverkeer en hierdoor minder CO2-uitstoot
• Geen milieuvervuilende import van z.g. “groene energie”.
Ook de kolenmijnen kunnen gedeeltelijk geschikt gemaakt worden voor exploitatie.
Bij SodM Heerlen, zijn 15 staatsmijnen. Volgens de heer Wiel Miseré is een verbinding maken met de ondergrond realiseerbaar.
Volgens Ir J.A.M.J. Franssen, manager Business Development van Chemelot Services bij DSM, is er gelegenheid tot faciliteren.
Het op bovengenoemde wijze vergisten van organische grondstoffen zal gezien de huidige kennis geen onoverkomelijke technische problemen geven, is doelmatig en veilig. Het milieu van de ondergrond zal niet belast worden.
Frits de Groot, Teammanager Milieu, Energie, Ruimtelijke Ordening, Transporten Infrastructuur VNO-NCW–MKB-Nederland reageerde op mijn informatie met o.a.: “Ik denk dat u een zeer interessante innovatie bij de kop heeft en verwacht dat dit in de markt zeker zal aanslaan. Ik wens u daar alle succes mee.”