Zonder extra middelen is het onmogelijk om wijken van het aardgas af te halen en duurzaam te verwarmen. Dat stellen de veertig middelgrote gemeenten (G40) in een brief aan de Tweede Kamer en verantwoordelijke ministers.
Dat een groot deel van de uitvoeringslasten van het Klimaatakkoord bij de gemeenten terechtkomt, bleek afgelopen maand al uit een advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). De extra kosten van het klimaatbeleid voor gemeenten komen neer op zo’n 600 miljoen euro per jaar. De 40 middelgrote gemeenten in Nederland, verenigd in de G40, speelt in op dit advies met een oproep aan de Tweede Kamer en de ministers van Economische- en Binnenlandse Zaken. In een brief pleiten ze voor meer geld voor de uitvoering van de warmtetransitie. En ook voor oplossingen voor de meerkosten van duurzaam verwarmen en voor meer wettelijke bevoegdheden.
Ambitie in gevaar
‘Wij willen graag een bijdrage leveren aan de afspraken in het Klimaatakkoord’, aldus Karin Dekker, voorzitter voor het thema duurzaamheid van de G40. ‘Maar de huidige middelen en instrumenten zijn simpelweg niet toereikend.’ De G40-gemeenten doen daarom nu een appél op de landelijke politiek. Zij vrezen dat ze de ambitie voor de verduurzaming van de warmtevoorziening zo niet kunnen verwezenlijken. In de Kamerbrief wordt een vergelijking getrokken met de decentralisatie van de zorg. Ook die gaf volgens de G40 ‘een forse taak aan onze organisaties, met veel te weinig middelen voor een goede uitvoering’.
Haalbaar en betaalbaar
Om de klimaatdoelstelling alsnog te halen, 1,5 miljoen huizen in 2030 van het aardgas af, is dan ook meer nodig. Om te beginnen moet er een heldere en gezamenlijke boodschap komen. Daarbij is het volgens de G40 essentieel dat het kabinet de urgentie van de energietransitie in wijken steviger benadrukt. ‘Als overheden moet er een duidelijke en gezamenlijke boodschap worden uitgedragen.’
Ten tweede is het volgens de gemeenten noodzakelijk dat de transitie rechtvaardig en inclusief is, ofwel iedereen moet eraan mee kunnen doen. De meerkosten voor het halen van de klimaatdoelstelling lopen volgens diverse bronnen in de tientallen miljarden. Dat ligt niet alleen in een hogere prijs voor duurzame energie, maar ook aan extra kosten op wijkniveau, zoals een nieuwe infrastructuur. Het Programma Aardgasvrije Wijken is intussen zo populair, dat gemeenten in de wachtrij staan voor een derde ronde dit jaar. Zolang er geen geld is, kunnen die niet van start. De transitie moet haalbaar en betaalbaar zijn voor bewoners en daarbij moet financiering van alle huiseigenaren mogelijk zijn. Dat vereist een structurele oplossing van het Rijk voor de hoge kosten die hiermee samenhangen.
Wettelijke bevoegdheid nodig
Een wijk volledig laten omschakelen naar duurzame verwarming is volgens de G40 meestal de goedkoopste optie. Zeker als het aardgasnet toch al aan vervanging toe is. De wettelijke bevoegdheid om dit op te leggen ontbreekt echter. Gemeenten kunnen daarom een wijk niet in zijn geheel van het aardgas afhalen. Ook niet als dat in het kader van het algemeen maatschappelijk belang nodig is. Die bevoegdheid moet er daarom snel komen. De G40 zien dit als een voorwaarde voor het realiseren van betaalbare verduurzaming van de warmtevraag.
Ook wordt er in de brief aan de kamer nog aandacht gevraagd voor de belasting die de warmtetransitie met zich meebrengt voor het gemeentelijk apparaat. Er wordt immers veel extra gevraagd aan expertise en inzet van de medewerkers.
Geef een reactie