Mensen zijn zich nog veel te weinig bewust van de hoeveelheden lood in onze leefomgeving en van de risico’s aan blootstelling daaraan. Sanering van al dat lood is praktisch onhaalbaar, maar voorlichting kan wel.
Dat zou dan ook veel meer gedaan moeten worden. Dat stelt geochemicus Nikolaj Walraven, die onderzoek deed naar lood in de bodem in Nederland.
‘Lood is een sluipmoordenaar. Het zit op veel plekken, we krijgen het binnen en worden er niet acuut ziek van. Maar het kan bij kinderen wel leiden tot groei- of mentale achterstand. Dat kan dan weer gelinkt zijn aan criminaliteit, is uit eerder onderzoek gebleken’, aldus Walraven. ‘In het Groene Hart zit veel lood in de bodem, en in het centrum van oude steden zoals Amsterdam, Haarlem en Utrecht ook. Veel mensen weten dat niet.’
‘Saneren van al het lood in onze leefomgeving kost veel geld. Dat geld wordt eerder gestoken in het saneren van bijvoorbeeld asbest, dat op korte termijn veel schadelijker is. Dat is heel logisch. Maar er valt nog veel winst te behalen als we mensen bewust maken van de gevaren’, vindt Walraven.
‘Sommige gemeenten, waar de bodem ernstig is verontreinigd, raden hun inwoners aan om geen groenten en fruit te eten dat ze zelf verbouwen. In andere gemeenten met dezelfde loodconcentraties gebeurt dit niet.’
Walraven geeft het voorbeeld van twee gemeenten met een vergelijkbaar – torenhoog – loodgehalte in de grond. ‘Het oude centrum van Fijnaart is helemaal gesaneerd, in De Rijp is het lood nog aanwezig.’
Lood zit niet alleen in de bodem, maar ook in oude bouwmaterialen.
Walraven pleit ervoor dat daar meer aandacht voor komt. ‘Als je je huis renoveert, is het niet alleen van belang dat je de loodhoudende materialen, zoals oude waterleidingen weghaalt, maar ook dat dat materiaal goed wordt opgeruimd. Anders ga je zelf de grond vervuilen.’
De geochemicus promoveert volgende week bij de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam op zijn bevindingen.
Geef een reactie