Lawaaioverlast door warmtepompen wordt steeds vaker voor de rechter uitgevochten. En die eist van gemeenten dat ze de gevolgen voor de omgeving onderzoeken en rekening houden met aanvaardbare geluidsniveaus. Gemeenten zijn gewaarschuwd.
Sinds april dit jaar gelden voor warmtepompen landelijke geluidseisen. Volgens de wettelijke normen in het Bouwbesluit mogen warmtepompen ’s avonds en ’s nachts op de perceelgrens niet meer dan 40 dB (decibel) produceren richting woningen. Overdag niet meer dan 45 dB. De normen gelden voor nieuwe en bestaande bouw. Voor installateurs gelden scherpe eisen. Veel warmtepompen voldoen namelijk nog niet aan de 40 dB-norm en moeten een geluidsisolerende omkasting krijgen.
De apparaten dienen te worden geplaatst op een plek met de minste geluidsoverlast. Akoestische berekeningen vooraf moeten aannemelijk maken dat een apparaat aan de geluidseisen voldoet. Vooral apparaten met een buitenunit aan gevel of tuin, kunnen voor overlast zorgen. Meer in het bijzonder rond blokken rijtjeshuizen en appartementencomplexen. Al voor de invoering in april was duidelijk dat de weinig strenge normering lokaal maatwerk onmogelijk maakt.
Brummen faalde: geen onderzoek
Inmiddels zijn de eerste zaken voor de rechter geweest. Eind juli oordeelde de Raad van State dat Brummen in een eerder vastgesteld bestemmingsplan heeft gefaald. De Gelderse gemeente wil samen met de woningbouwvereniging op het lege terrein van een gesloopt schoolgebouw zestien ‘bijna-energieneutrale’ woningen met warmtepompen neerzetten. Volgens de RvS had de gemeente moeten onderzoeken of de geluidsoverlast tot een aanvaardbaar niveau beperkt blijft. Naar de nieuwe geluidsnormen kon de gemeente nog niet verwijzen, omdat het bestemmingsplan december vorig jaar al is goedgekeurd door de raad.
Brummen heeft tot begin oktober om het plan te repareren met een onderzoek naar de effecten van de warmtepompen op het woon- en leefklimaat. En om alsnog aan te sluiten bij de geluidsnormen uit het Bouwbesluit. Daarna doet de hoogste bestuursrechter definitief uitspraak.
‘Ministerie wil niet luisteren’
Directeur Erik Roelofsen van de Nederlandse Stichting Geluidshinder (NSG) constateert dat steeds meer geschillen rond warmtepompen voor de rechter komen. ‘Naast deze zaak zijn er meer procedures, waarin gemeenten onderuit zijn gegaan. Ik waarschuw hier al lange tijd voor, maar ook het ministerie wil niet luisteren.’
De huidige geluidsnormen, stelt Roelofsen, zijn te ruim om de kern van het probleem te dekken, namelijk het cumulatief effect van brommende warmtepompen. ‘Er wordt geen rekening mee gehouden dat als je in een wijk tientallen warmtepompen bij woningen op het dak plaatst, de impact op de omgeving substantieel groter is. Individueel voldoet een warmtepomp dan aan de norm, maar als geheel zeker niet. De rechter gaat hierin mee en concludeert dat de huidige normen geen goede bescherming bieden voor de brede omgeving. Gemeenten zullen daar in hun toekomstige plannen nadrukkelijker naar moeten kijken.’
Hét gasloze alternatief?
Ontwikkelaars en bouwers hebben hun hoop juist op de warmtepomp gevestigd. In juli 2018 is de gasaansluitplicht voor nieuwe woningen in de aangepaste Gaswet vervallen. De warmtepomp geldt als het belangrijkste gasloze alternatief voor de bestaande verwarmingssystemen. Vooral nu de komst van warmtenetten door het uitstel van de Warmtewet-2 langer op zich laat wachten. Naar verwachting worden de duurzaamheidseisen verder opgevoerd in een volgende aanpassing van het Bouwbesluit, die de opwek van een minimale hoeveelheid hernieuwbare energie voorschrijft bij de renovatie van woningen. Hierdoor zal de populariteit van de warmtepomp verder toenemen.
NSG-directeur Roelofsen adviseert gemeenten en initiatiefnemers bij een ontwikkelingsproject vooraf te kijken of een collectieve warmtevoorziening niet beter is dan al die individuele warmtepompen. ‘Dat lijkt me ook duurzamer, want het zijn bovendien enorme energieslurpers.’
Jack Puts says
Beste mensen,
Reactie op brommende warmtepompen waarover de rechter iets van mag vinden.
Nog erger is dat de wetgever is vergeten c.q. weigert ook de geluidnormen van artikel 3.8, lid 2 Bouwbesluit 2012 van toepassing te verklaren voor bestaande installaties voor koude- en warmteopwekking. Er zijn technisch voldoende mogelijkheden om overmatige geluidhinder van dergelijke installaties te reduceren.
De APV is in veel gevallen geen goed vangnet en geen bescherming voor burgers die overlast ervaren door overmatig brommende bestaande installaties. Overleg met buren werkt vaak niet.
Gemeenten gaan verder wel of niet op niets zeggende artikelen over overige geluidshinder handhaven.
De overheid moet de overlast ondervindende burgers beschermen door deugdelijk wetgeving.
Wim says
Goed en interessant artikel. Eigenlijk bevestiging van wat iedereen kan en moet weten. Hopelijk zullen onze beleidsmakers hier ook wat meedoen.