Huis aan huis aanbellen en het gesprek aangaan. Dat helpt inwoners energie te besparen, stellen gemeenten met ervaring op dit gebied.
Wie het over energiebesparing in huis heeft, belandt als snel in de wereld van ‘serious gaming’, per smartphone bedienbare thermostaten en andere slimme oplossingen. Om tot daadwerkelijke resultaten te komen heeft de nationale energiebesparingsaanpak Meer Met Minder aan den lijve ondervonden dat een iets minder high tech middel uiteindelijk de doorslag geeft: huis aan huis aanbellen en het gesprek aangaan.
Het is niet zo dat Meer Met Minder vies is van moderne technologie. In tegenstelling, aldus projectleider Niels Hanskamp. “Het gaat om de combinatie van middelen. In onze Energielabelatlas staat voor elke woning een officieel of indicatief energielabel geregistreerd. Hierdoor kan, samen met betreffende gemeente, op straat- en wijkniveau bepaald worden wat kansrijke gebieden voor energiebesparende maatregelen zijn. Wij sturen dan vervolgens teams de wijk in die van deur naar deur contact maken met de woningeigenaar. Jonge, goed opgeleide mensen, voorafgegaan door een aankondiging vanuit de gemeente.
“Deze teams maken gebruik van een iPad, waarop de looproutes zijn geprogrammeerd. Samen met de bewoner worden de woningkenmerken geregistreerd in woningdossier.nl, wat een accuraat indicatief energielabel oplevert en inzicht biedt in de nog te nemen energiebesparende maatregelen. Daarmee werken we dus actief aan bewustwording. Tevens wordt de interesse gepeild voor een collectieve inkoop van energiebesparende maatregelen, waarbij bewoners zelf kunnen zien wie in de buurt meedoen. Op basis van dit contact worden geïnteresseerde bewoners benaderd voor een offerte. Dit kan ook een vervolgactie zijn zoals een bijeenkomst”
Groen kleuren
De resultaten van deze ‘D2D’-aanpak liegen er niet om met conversie die in sommige gevallen boven de twintig procent ligt. Zo voert de gemeente Hardenberg in een consortium met Meer Met Minder en verschillende partijen in de plaatsen Balkbrug en Dedemsvaart een blok-voor-blokproject uit. Daarbij wordt draagvlak gecreëerd om energiebesparende maatregelen op grote schaal in bestaande bouw door te voeren. Dit kan variëren van het aanbrengen van isolatie in vloer, wanden en dak tot de installatie van zonnepanelen.
Projectleider Gertjan Brand vertelt: “In Hardenberg is tachtig á 85 procent van de woningen particulier bezit. Als je een slag wil maken, moet je dus de huizenbezitters benaderen. Met een ‘Kleur uw gemeente groen’-pilot hebben we drieduizend huishoudens persoonlijk benaderd. Met het Woningdossier in de hand hebben we echt in contact kunnen komen met huiseigenaren en mensen inzicht kunnen bieden in mogelijkheden voor energiebesparing. Ruim 350 woningen hebben nu maatregelen getroffen en we hebben het project uitgebreid naar Gramsbergen en Slagharen.”
Tachtig procent
Ook de gemeente Goes gebruikte het Meer Met Minder Woningdossier om het gesprek aan te gaan met haar inwoners. In ‘s-Heer Hendrikskinderen was na de deur-aan-deurgesprekken tachtig procent van de inwoners op basis van hun indicatieve energielabel geïnteresseerd in het treffen van energiebesparende maatregelen. “Het doel was niet alleen maar energie besparen, maar ook om mensen te interesseren om de woning levensloopbestendig te maken”, vertelt Maarten Dobbelaer, beleidsmedewerker Klimaat & Energie.
“De gemeente Goes streeft naar een klimaatneutrale bestaande woningvoorraad in 2035. Om deze ambitieuze beleidsdoelstelling te behalen, is het Woningdossier van Meer Met Minder erg nuttig om de burger erbij te betrekken.”
Energieke Regio
Ook de gemeente Goeree-Overflakkee streeft naar ernaar het gehele eiland energieneutraal te krijgen. Daarvoor sloeg zij de handen ineen met de lokale Rabobank, het Ministerie van I&M en het onderzoeks- en achitectenbureau van Krijn Ratsma. Deze laatste is gevestigd in een energieneutraal bedrijfspand, één van de projecten die dienden als inspiratie voor het uiteindelijke verduurzamingsproject ‘Energieke Regio’.
“Het Ministerie zag de succesvolle aanpak van Goeree-Overflakkee en wil dat in een landelijk project opschalen naar andere regio’s”, vertelt Ratsma. In de regio werd tachtig procent van de benaderde bedrijven en instellingen deelnemer aan het project. Meer Met Minder sloot zich aan bij ‘Energieke Regio’ en zet aanvullende instrumenten in voor de particuliere markt.
Ratsma: “De tools kunnen op gemeente- of regionaal niveau worden gebruikt. We gebruiken het Woningdossier om per gemeente vast te stellen hoe het zit met de energieprestatie van woningen. De Rabobank kan de tools van Meer Met Minder ook gebruiken om een indicatief energielabel vast te stellen voor de woningen waarvoor zij een hypotheek hebben verstrekt, en aanvullende financiering voor vergroening van de woning voorstellen.”
Uitrol
Dat de aanpak van Goeree-Overflakkee werkte, was aanleiding voor de uitrol naar andere regio’s. “De kracht van Meer Met Minder is dat de consument zelf de regie in handen houdt”, gaat Ratsma verder. “Meer Met Minder is transparant en ontzorgt mensen. En wij kunnen in complexe gevallen individueel met mensen in gesprek gaan en verdergaande besparingsmogelijkheden voorleggen.”
Geef een reactie