Het aantal gemeenten met een verbod op ballonoplatingen is ten opzichte van vorig jaar verdubbeld. Dat blijkt uit onderzoek van Stichting De Noordzee. Vorig jaar had in maart 17 procent van de gemeenten een verbod op het oplaten van ballonnen, nu is dat 41 procent. In 2018 was er maar in 5 procent van de gemeenten een verbod.
Inmiddels zijn er volgens Stichting De Noordzee, die het verbod op ballonoplatingen propageert, 145 gemeenten waar geen ballonnen opgelaten mogen worden. Sinds de verantwoordelijkheid hiervoor in 2014 bij de gemeenten werd gelegd houdt de stichting de stand van zaken bij in de ‘Ballonnenmonitor’. De afgelopen twee jaar zien ze de cijfers sterk stijgen. Minstens twaalf gemeenten buigen zich op dit moment nog over een verbod en zullen dat naar verwachting komende maanden vastleggen in hun Algemene Plaatselijke Verordening.
Kustprovincies
In alle kustprovincies ligt het aantal gemeenten met een verbod harder dan het landelijk gemiddelde. Friesland staat bovenaan met 78 procent, Noord-Holland volgt met een verbod in 60 procent van de gemeenten. In Groningen, Zeeland en Zuid-Holland geldt in meer dan de helft van de gemeenten een verbod.
Schone zee
‘Elke ballon die de lucht in gaat, komt weer naar beneden,’ aldus Ewout van Galen, programmaleider Schone zee. ‘Veel ballonnen belanden zo in zee. Daarom is het fantastisch dat zoveel gemeenten inmiddels besloten hebben om ballonoplatingen niet meer toe te staan. Zij dragen zo bij aan een schone en gezonde Noordzee.’
Geef een reactie