Een uitspraak van de Raad van State rijdt de plannen voor windparken danig in de wielen. Reparatie van de hierbij afgeschoten milieuregelgeving gaat vele jaren duren. Toch zijn er ontsnappingsroutes voor gemeenten.
Eind juni vernietigde de Raad van State de vergunning voor de uitbreiding van windpark Delfzijl Zuid. De uitspraak heeft op het eerste gezicht al vergaande consequenties, en levert grote vertraging op voor de bouw van nieuwe windparken in ons land.
De hoogste bestuursrechter baseerde zijn uitspraak op een arrest vorig jaar van het Europees Hof van Justitie. Die zaak gaat over een windpark in Nevele bij Gent (België). In dit arrest stelt het Hof dat de Vlaamse windturbinenormen onder de Europese richtlijn voor milieueffectbeoordelingen vallen. Voor het bewuste windpark had in de vergunningenprocedure een milieueffectrapport (MER) moeten worden opgesteld. Door dat na te laten, zijn de gevolgen van geluidhinder, slagschaduw en veiligheid voor de omgeving niet beoordeeld. In het verlengde legde de Vlaamse rechter voor de normen in de regelgeving voor windturbines een MER-plicht op.
Rijksregels opzij
Tegenstanders van windmolens in ons land hebben het Nevele-arrest aangegrepen om vergelijkbare plannen voor windparken in Nederland te stoppen. In Delfzijl boekte men succes. De Raad van State oordeelde dat de overheid de normen voor geluid, slagschaduw en lichtschittering van windturbines, vastgelegd in het Activiteitenbesluit, nooit vast had mogen stellen zonder MER. Daarmee zijn de rijksregels buiten werking gesteld. Eerst moet het kabinet een MER maken om de milieunormen te schragen.
Ook door de plannen voor windparken in Houten en Oss heeft de rechter nu een streep gehaald. Op al vergunde windparken heeft de uitspraak niet direct invloed. Al worden er ook procedures gevoerd tegen verleende omgevingsvergunningen waarvoor geen MER is verricht. Eind juli oordeelde de rechtbank Zeeland-West-Brabant in over een in 2017 vergund windpark met vier turbines in de gemeente Noord-Beveland: zoiets ging te ver.
Bij deze uitspraak gaat het echter om een voorlopig oordeel van de Voorzieningenrechter, die vooral naar de betrokken belangen kijkt. Grote vraag is nog wat de uitkomst is, als een volledige beroepsprocedure wordt doorlopen. Maar uitstel van windparken betekent in elk geval een enorme domper voor initiatiefnemers, waarbij toegekende subsidies duurzame-energieregeling SDE+ onmiddellijk in gevaar komen.
Drie of minder kan
Gemeenten hoeven beslist niet bij de pakken neer te gaan zitten, stelt omgevingsjurist Rachid Benhadi van Hekkelman Advocaten. Hij schreef onlangs een een analyse over de plaatselijke problematiek. Belangrijk, aldus Benhadi, is allereerst dat de RvS-uitspraak geen gevolgen heeft voor één of twee losse windturbines. ‘Ik merk dat velen dit is ontgaan. Deze nuance zit nogal verstopt in de uitspraak. Zolang je het aantal van drie windturbines maar niet overschrijdt, is er niets aan de hand, en kun je nog steeds verwijzen naar het Activiteitenbesluit. Je ziet solitaire windturbines vaak op industrieterreinen of op distributiecentra langs snelwegen. Dat soort projecten kan dus onveranderd doorgang vinden.’
Ook bij grotere windparken zijn keuzemogelijkheden, zegt Benhadi. ‘Gemeenten kunnen in een bestemmingsplan of omgevingsvergunning zelf milieunormen formuleren voor nieuwe windparken. Zo kunnen ze stellen dat de rijksnormen in het Activiteitenbesluit te slap zijn en zelf strengere normen vaststellen of omgekeerd minder rigide normen maken. Ook kunnen gemeenten zelf bepalen wat acceptabel is als het gaat om slagschaduw. Daarvoor zullen ze een onderzoek door slagschaduwexperts uit moeten laten voeren, want zoiets hangt natuurlijk sterk af van de feitelijke situatie. Maar voorop staat de belangenafweging in de raad. Gemeenten hebben grote energieopgaven. Het belang van duurzaamheid kan zwaarder wegen en om die reden kan de conclusie zijn dat bewoners een bepaalde mate van slagschaduw voor lief moeten nemen.’
‘Alles maatwerk’
Wezenlijk, aldus de milieujurist, is dat een gemeente met een goede motivering komt. ‘De normering moet exact zijn toegespitst op de situatie die zich bij dat ene windpark voordoet. Alles draait om maatwerk.’ Praktisch gezien kunnen gemeenten aansluiten bij de geluidsnormen voor de industrie of voor het wegverkeer. ‘Daar is in de praktijk al veel ervaring mee opgedaan. In zaken voor de rechter pakt dit vaak goed uit, al zal de Raad van State een zwaardere motivering eisen als enkele honderden woningen in het geding zijn in plaats van maar een handvol.’ zegt Benhadi.
Gemeenten krijgen dus extra huiswerk te doen, maar volgens Benhadi is het niet zo moeilijk een juridische uitweg te vinden uit de ontstane impasse. ‘Gemeenten kunnen projecten nog steeds doorzetten. De vertraging zal waarschijnlijk erg beperkt zijn.’
Benhadi adviseert lokale overheden zorgvuldig te letten op het fenomeen van laagfrequent geluid rond de windturbines. ‘Veel bezwaarmakers richten zich hierop. De Raad van State stapte er tot nu toe vrij gemakkelijk overheen. Maar ik voorzie dat dit een issue gaat worden.’ De raadsman zou er voor de zekerheid maar alvast rekening mee houden.
Onderzoeken
Eemsdelta is ondertussen nog aan het onderzoeken of de gemeente normen vast zal stellen in het bestemmingsplan voor Delfzijl Zuid, laat een woordvoerder weten. Als het plan wordt gewijzigd, heeft dat gevolgen voor de vergunning en moet er eerst met de provincie worden overgelegd.
Begin juli meldde demissionair staatssecretaris Yeşilgöz (Klimaat) in een Kamerbrief dat het kabinet de normering in het Activiteitenbesluit gaat repareren met een plan-MER. De staatssecretaris zegt daar anderhalf tot twee jaar voor nodig te hebben. ‘Dat lijkt mij erg optimistisch,’ reageert Benhadi, ‘want er komt nog een inspraakprocedure bij. Ook zal de opgestelde MER door tegenstanders ongetwijfeld voor de rechter ter discussie worden gesteld. In Vlaanderen trekt men drie jaar voor de MER uit. Als je als gemeente serieus werk wilt maken van je duurzaamheidsambities, zou ik dáár dus niet op gaan wachten.’
Jan says
Ik lees hier dat 3 nog kan, in het artikel waar naar verwezen wordt zijn het er 2. Wat is nu de werkelijkheid?