Aquathermie prijkt op de energietransitielijst van menig gemeente. Maar de duurzame energiebron kent nog veel knelpunten, te beginnen bij de financiering.
In de transitie naar een duurzame energievoorziening staan ook rivieren, kanalen, het riool en drinkwaternetten op het netvlies. Thermische energie uit oppervlaktewater (TEO), afvalwater (TEA) en drinkwater (TED) staat bekend onder de parapluterm ‘aquathermie’. Het principe is als volgt: draag in de zomer warmte – via een warmtewisselaar – over op een apart leidingnet, en verwarm zo ’s winters vanuit een buffer in de bodem woningen en gebouwen.
Alleen warmtepomp nodig
Daarbij is alleen nog een warmtepomp nodig om de temperatuur enigszins op te krikken voor gebruik. Het constant warme rioolwater is direct zonder bodemopslag inzetbaar. Drinkwaterleidingen kennen ook een redelijk constante temperatuur, tussen de 10 en 15 graden. Daarmee is tapwater het hele jaar rond in te zetten voor het binnenklimaat: niet alleen als warmtebron, maar ook voor koeling in de zomer.
Aan goede prognoses schort het niet. Op de lange termijn heeft aquathermie volgens kennisinstituut Deltares uitstekende kansen, om tot 50 procent in de warmtevraag van huishoudens te voorzien.
De voordelen tegenover windturbines, zonnepanelen en aardwarmte zijn evident: aquathermie neemt weinig ruimte in, heeft geen invloed op het landschap en boringen in de diepe ondergrond zijn niet nodig. Belangrijke pluspunten, want daardoor valt niet veel maatschappelijk verzet te verwachten.
Hete adem van de transitievisie
Met de verplichting voor gemeenten om eind dit jaar de Transitievisie Warmte op te leveren, is de interesse in aquathermie toegenomen als optie voor het aardgasvrij verwarmen van de gebouwde omgeving. Om gemeenten te helpen de meest kansrijke locaties in beeld te krijgen, heeft onderzoeksinstituut STOWA van de waterschappen een aquathermie-viewer ontwikkeld.
Het Programma Aardgasvrije Wijken, kortweg PAW, telt acht gemeentelijke proeftuinen voor aquathermie. Amsterdam, Arnhem, Doesburg en Venlo hebben een PAW-subsidie gekregen om de techniek te beproeven. Deventer is dit jaar begonnen met de grondwerkzaamheden voor een warmtenet om energie te winnen uit gezuiverd afvalwater. In de recent afgesloten aanvraagronde voor 2022 dingt inmiddels een groot aantal aquathermieprojecten mee naar de PAW-pot.
Toch houdt het aantal gerealiseerde aquathermieprojecten nog niet over. De projectenkaart van het Netwerk Aquathermie oftewel NAT, telde begin november zo’n tachtig systemen in ons land. Het gaat om projecten van enkele tientallen tot zo’n 1500 woningen. Het NAT komt voort uit de in 2019 beklonken Green Deal Aquathermie. Doel is de technologie als volwaardig alternatief mee te kunnen wegen bij het verduurzamen van de warmtevoorziening in de gebouwde omgeving.
Openstaande vragen
De inzet van aquathermie is nog lang geen gemeengoed voor installateurs, projectontwikkelaars en ook gemeenten en waterbeheerders, stelt het NAT. De techniek is volwassen, maar er komt meer bij kijken. Nog openstaande vragen zijn hoe waterbeheerders de teruglozing van kouder water beoordelen, welke spelers er in de warmteketen zitten en wat zij bijdragen.
Het NAT heeft deze kennis de afgelopen jaren op een rij gezet, en nu is aquathermie toe aan opschaling in de praktijk. Volgens het NAT zijn er zeker al zo’n vijftig initiatieven in beeld, tot zo’n tienduizend woningen. Dit bewijst dat aquathermie groot kan worden, aldus het kennisnetwerk.
Financieel risicovol
Maar financiering blijkt een obstakel. Uit recent onderzoek dat de waterschappen lieten uitvoeren, blijkt dat subsidieregelingen niet volstaan om initiatieven voor aquathermie van de grond te krijgen. Projecten zijn niet kostendekkend en daarmee financieel risicovol. Funest voor het animo voor de techniek. Het nieuwe kabinet zou met een degelijker stimuleringsbeleid moeten komen, aldus de waterschappen.
In Apeldoorn, waar aquathermie alweer zo’n drie jaar geleden in de gemeentelijke Warmtekansenkaart een plek verwierf, wees voormalig wethouder Maarten van Vierssen er vorig jaar op, dat aquathermie een financieel en organisatorisch ingewikkeld proces omvat waar veel partijen voor nodig zijn. De gemeente kreeg uit het PAW-programma 7,3 miljoen euro voor een onderzoek naar een warmtenet in de wijk Kerschoten uit de jaren zestig, gevoed door het warme water van een nabijgelegen rioolwaterzuivering van Waterschap Vallei en Veluwe.
Isolatiekosten besparen
De businesscase onder dit project oogt al veel gezonder dan bij doorsnee projecten. Vanwege de hoge temperatuur van het effluent van de rioolwaterzuivering, die als aquathermiebron moet dienen, hoeven de woningen in Kerschoten niet met isolatie te worden aangepast. Bij aquathermienetten die op lage temperatuur draaien, is dat doorgaans wel nodig. Hier zijn aanzienlijke kosten mee gemoeid. Desondanks bleef nog lang onduidelijk of er een realistisch en betaalbaar bod op tafel zou komen voor de bewoners van de wijk.
In mei 2019 kreeg de gemeente al eerder de kous op de kop met aquathermie. In enkele honderden woningen in laagbouwwijk De Matenhoeve wilde Apeldoorn de warmte van vijvers en sloten benutten. Dit moest de eerste Apeldoornse buurt worden die met aquathermie van het aardgas af zou gaan. De provincie Gelderland wees de subsidieaanvraag echter af. De plannen zouden onvoldoende uitgewerkt zijn, en voorstellen van Arnhem en Ermelo beloofden sneller resultaat.
Geef een reactie