Het Interprovinciaal Overleg (IPO) wil zo snel mogelijk met de VNG en de Unie van Waterschappen rond de tafel om te kijken hoe zij de energietransitie ook na 2023 van onderop kunnen vormgeven.
Naast de VNG en Unie van Waterschappen wil het IPO ook zo snel mogelijk in gesprek met bedrijven, bewoners en andere belanghebbenden over de energietransitie. Dit naar aanleiding van het Energierapport 2016. Het IPO stelt dat ‘Provincies als gebiedsregisseur de partij bij uitstek zijn die de verschillende ruimtelijk-economische ontwikkelingen in een gebied goed op elkaar kunnen afstemmen, een rol die zij de afgelopen jaren ook al voortvarend hebben opgepakt om de doelen uit het huidige Energieakkoord te realiseren.’
Substantiële toename productielocaties
Het overlegorgaan wijst erop dat de precieze impact van de energietransitie moeilijk in te schatten is, maar dat deze gepaard zal gaan met een substantiële toename van het aantal productielocaties voor hernieuwbare energie en de benodigde infrastructuur voor transport en opslag. Het uiterlijk van woonwijken, industrieterreinen en landelijke gebieden zal daardoor veranderen.
Democratische decentrale bestuurslagen
Volgens het IPO zijn provincies als gebiedsregisseur de partij bij uitstek die de verschillende ruimtelijk-economische ontwikkelingen in een gebied goed op elkaar kunnen afstemmen. ) en zegt bij monde van bestuurslid Arie Stuivenberg (SP, Flevoland): ‘Dergelijke processen zijn juist gebaat bij democratisch bestuurslagen die dicht bij burgers functioneren, zoals provincies en andere decentrale overheden . Autonomie en ruimte voor maatwerk zijn daarbij belangrijke randvoorwaarden. Provincies zijn geen uitvoeringsloketten van de Rijksoverheid.’
Kansen voor regionale economie
Naast de uitdagingen op het gebied van de ruimtelijke aspecten, zien de provincies in de energietransitie veel kansen voor de regionale economie. Bijvoorbeeld op het gebied van energiebesparing op korte termijn, innovaties die nodig zijn om bestaande woningen sneller en goedkoper energieneutraal te maken en innovaties voor energiebesparing in de mobiliteitssector. Dat betekent ook extra werkgelegenheid voor het regionale MKB en dus meer banen.
Transitie van onderop vormgeven
IPO-bestuurder Stuivenberg wil zo snel mogelijk om tafel met de VNG en de Unie van Waterschappen, bedrijven, inwoners en andere organisaties. “We willen samen met de andere organisaties kijken hoe we de energietransitie van onderop vorm kunnen geven en wat er nodig is om dat te bereiken. Dat concrete voorstel willen we dan met de andere koepels aanbieden aan het kabinet. We werken nu al veel samen, maar het is goed alvast de koppen bij elkaar te steken om te kijken hoe we na 2023 verder gaan. Anders lopen we het risico dat we na afloop van het Energieakkoord in 2023 een paar jaar stilstaan. Gezien de hoge ambities, kunnen we ons dat niet permitteren.”
Minister Kamp wil de beleidsagenda eind van dit jaar aan de Tweede Kamer aanbieden.
Geef een reactie