Het kabinet stelt versneld 200 miljoen euro beschikbaar voor het tegengaan van energiearmoede door de inzet van energiefixers. Zij helpen kwetsbare huishoudens in huur- en koopwoningen op korte termijn hun energieverbruik te verlagen. Daarnaast komt 100 miljoen euro eerder vrij uit het Nationaal Isolatieprogramma voor de lokale isolatieaanpak van gemeenten.
Vooruitlopend op de voorjaarsbesluitvorming stelt het kabinet 300 miljoen euro beschikbaar in 2023 voor de lokale isolatieaanpak van gemeenten in kwetsbare koopwoningen en voor de opschaling van energiefixers. Dat schrijft minister De Jonge van Volkshuisvesting in een brief aan de Tweede Kamer.
Samen met de reeds beschikbare budgetten is er daardoor 500 miljoen euro beschikbaar in 2023 voor deze doeleinden. Daarbij worden huishoudens actief benaderd en geholpen. ‘We gaan alles op alles zetten om voor het komend stookseizoen zoveel mogelijk huizen van huishoudens in energiearmoede te laten bezoeken en verbeteren,’ schrijft De Jonge.
Lokale isolatieaanpak
In de eerste ronde van de lokale isolatieaanpak zouden gemeenten daardoor ruim 200.000 slecht geïsoleerde woningen kunnen aanpakken. Dit is onderdeel van het Nationaal Isolatieprogramma (NIP). Zoveel mogelijk woningen moeten daarmee sneller beter worden geïsoleerd. Daarom wordt dit jaar 100 miljoen euro extra voor de lokale aanpak dit jaar beschikbaar gesteld.
Gemeenten kunnen daarmee in totaal dit jaar 300 miljoen euro aanvragen. Ook in 2024 en in 2025 ze geld aanvragen. In totaal moeten 750.000 koopwoningen in de lokale aanpak worden geïsoleerd.
Energiefixteams
De zogeheten energiefixteams, zoals de Fixbrigade, gaan via gemeenten huis-aan-huis langs in buurten of complexen met woningen die slecht geïsoleerd zijn en waar mensen met lage inkomens wonen. Zij helpen onder meer bij het goed afstellen van de verwarmingsinstallatie en het plaatsen van radiatorventilatoren- en folie, tochtstrippen en ledlampen waarmee het energieverbruik daalt.
De bedoeling is vóór komende winter energiefixteams uit te breiden en zoveel mogelijk huizen te bezoeken. Met extra aandacht voor de 20 stedelijke focusgebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid.
Geef een reactie