Op verschillende plekken worden proeven gehouden met deelfietsen. Recent startte Den Haag een grootschalig experiment en sinds kort kleurt Utrecht oranje door zevenhonderd exemplaren.
De gemeente Utrecht onderzoekt samen met de Universiteit Utrecht en Hogeschool Windesheim het effect van deelfietsen en hoe deze bijdragen aan een ‘gezonde en bereikbare stad’. Het praktijkonderzoek is onderdeel van het landelijke programma Smart Cycling Futures. Doel daarvan is om ‘fietsgebruik op een vernieuwende manier te vergroten’.
Ontlasten drukke routes
De proef is in eerste instantie gericht op betere bereikbaarheid en ontlasting van het drukke openbaar vervoer tussen het Utrecht Science Park en het centrum. De gemeente hoopt dat mensen vaker een tweewieler kiezen als vervoermiddel. Wethouder Lot van Hooijdonk: ‘Fietsen is vaak ook nog eens het snelste vervoermiddel in de stad. De deelfietsen zijn een stap op weg naar een systeem waarbij je je vervoer zelf en op maat kunt regelen via je smartphone. Het is een extra manier om Utrecht Science Park te bereiken en verbetert daarmee de bereikbaarheid van dit gebied.’
‘Hubs’
De zevenhonderd deelfietsen worden op verschillende plekken in de stad geplaatst in bestaande rekken in de stad en bij de verschillende treinstations. De fietsen zijn te vinden via de app van het bedrijf, waarmee de fiets ook gehuurd wordt. Het streven is om een netwerk aan te bieden waarbij een gebruiker altijd binnen 150 meter een fiets kan lenen. Tijdens de proef wordt gemonitord of de fietsen verkeerd geplaatst zijn of voor overlast zorgen. Een belangrijk onderdeel van de proef, aldus de gemeente. Zowel in Rotterdam en Amsterdam was er eerder sprake van overlast, bijvoorbeeld door rondslingerende deelfietsen. In Amsterdam werden de deelfietsen zelfs uit de stad verbannen, maar ze komen terug. De komende twee jaar gaat de gemeente kleinschalige experimenten toestaan.
Proef in Den Haag
Ook in Den Haag startte recent een proef met maximaal 1150 deelfietsen en 200 (elektrische) deelscooters. Vier bedrijven bieden hier hun deelvervoer aan. De pilot is een opmaat naar een structureler aanbod van deelvervoer in de stad, zo schrijft de gemeente. ‘Dit is een van de mogelijke oplossingen om ervoor te zorgen dat onze drukke stad bereikbaar blijft. We hebben duidelijke afspraken met de vier aanbieders gemaakt en zullen de proef evalueren,’ aldus wethouder Robert van Asten. Als de proef slaagt, heeft dat volgens Den Haag verschillende voordelen. Zo zouden veel mensen geen tweede fiets meer nodig hebben. Ongeveer 45 procent van de plekken in de stallingen bij de stations wordt nu bezet gehouden door tweede fietsen.
Europese proef met hubs
En zo zijn er meer experimenten met deelvervoer. In Arnhem en Nijmegen gaat binnenkort een pilotprogramma van start met ehubs. Dit zijn plekken waar op wijkniveau voorzieningen voor duurzaam deelvervoer bij elkaar komen. Je kunt er niet alleen gebruik maken van een elektrische (bak)fiets of e-scooters, maar bijvoorbeeld ook van openbaar vervoer of er je elektrische deelauto opladen.
Het programma heeft als doel om schoner vervoer te stimuleren en slimmer en duurzamer reizen wordt zo makkelijker. Hiervoor werken aanbieders van elektrische deelfietsen samen met onderzoeksinstellingen. Arnhem en Nijmegen behoren tot de Europese pilotsteden die meedoen, samen met Amsterdam, Manchester, Leuven, Dreux en Kempten. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door bijdragen vanuit het Interreg-programma Noordwest-Europa van de Europese Commissie.
Geef een reactie