Huiseigenaren betalen in 2024 gemiddeld 938 euro aan gemeentelijke belastingen en heffingen, 51 euro meer dan dit jaar. Dit blijkt uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis (VEH). Er zijn daarbij weer flinke verschillen tussen gemeenten.
De organisatie nam de woonlasten onder de loep in 110 gemeenten, waarvan de cijfers al bekend zijn. In het eerste kwartaal van 2024 volgt een overzicht van de woonlasten van alle 344 gemeenten.
OZB-aanslag
Gemiddeld stijgt de OZB-aanslag in de gemeenten uit het onderzoek in 2024 met 5,4 procent. Dit is iets meer dan in 2023 en ligt boven het landelijk inflatiecijfer van 4,2 procent. Gemeenten stellen jaarlijks zelf dit tarief vast, waardoor de onderlinge verschillen soms groot zijn. In 46 van de onderzochte gemeenten blijft deze aanslag op of onder het inflatieniveau en in 9 gemeenten daalt de aanslag. De gemeente Renkum valt op met een OZB-stijging van meer dan 20 procent.
Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing stijgt volgend jaar gemiddeld met 6 procent. Huishoudens betalen voor het ophalen en verwerken van hun huisafval gemiddeld 334 euro. Inwoners van Rijswijk zijn hieraan volgend jaar het meeste kwijt, namelijk 533 euro, en inwoners van Nederweert het minste. Hier komt dit bedrag uit op 151 euro. Zeewolde en Heusden verhogen de afvalstoffenheffing in 2024 met meer dan 40 procent, ruim boven het landelijk gemiddelde.
Rioolheffing
Aan rioolheffing moeten huishoudens gemiddeld 4,5 procent meer betalen volgend jaar. In Rhenen, Brummen en Oosterhout gaat de rioolheffing met meer dan 20 procent omhoog. De rioolheffing is in absolute cijfers het hoogst in de gemeente Gouda. Hier betalen inwoners 530 euro. In Koggenland is deze heffing met 102 euro het laagst.
Verschillen verdwijnen niet
Ook in 2022 liep de hoogte van de woonlasten sterk uiteen tussen gemeenten, net als dat het geval was in voorgaande jaren. De cijfers die VEH publiceert zijn afkomstig van de vermelde gemeenten zelf.
Geef een reactie