De weerstand tegen het instellen van een sloopfonds voor kantoren groeit. Het aantal gemeenten dat er niets in ziet, neemt toe.
Drie maanden geleden zette de VNG haar handtekening nog onder het 'Convenant Aanpak Leegstand Kantoren', een convenant tussen het Rijk, provincies, gemeenten, projectontwikkelaars en beleggers waarin een gezamenlijke aanpak van de kantorenleegstand werd afgesproken. Maar doordat er nu al een aantal gemeenten zich duidelijk uitspreekt tegenhet sloopfonds, lijkt de waarde van de handtekening snel af te nemen. Overigens had de VNG bij het tekenen wel al het voorbehoud opgenomen dat de leden het convenant nog moeten goedkeuren.
De gemeenten zien dus vooral niks in het sloopfonds dat een belangrijk onderdeel is van het convenant. Gemeenten, huurders en projectontwikkelaars zouden geld in dit fonds stoppen om eigenaren van leegstaande kantoren te compenseren bij herbestemming of sloop.
Als een van de eerste liet Rotterdam al weten niets in een fonds te zien. Omdat de 15 procent leegstand van kantoren een zaak van de markt is en niet van gemeenten, zo stelde Rotterdam. Het Financieel Dagblad vroeg meerdere gemeenten naar mening over het convenant en het daarbij behorende sloopfonds. Uit die rondgang bleek dat Rotterdam niet alleen staat in het standpunt dat dit niet primair een zaak is voor de lokale overheid.
Onder meer de Brabantse gemeenten Eindhoven, Breda, Tilburg, Den Bosch en Helmond keren zich volgens het dagblad tegen het convenant en het fonds. Van de G4 is alleen Amsterdam nog voorstander.
Geef een reactie