Groen in en om de stad is belangrijk voor het welzijn en de gezondheid van mensen en dieren. Maar in de praktijk hebben gemeenten nog moeite met vergroenen. Daarom hebben minister De Jonge (Binnenlandse Zaken) en Van der Wal (Natuur) nu de handreiking Groen in en om de Stad gepubliceerd. Een handreiking die gemeentelijke ambtenaren helpt bij het verder vergroenen van steden.
Met de aanhoudende groei van de Nederlandse bevolking de komende jaren, groeit de woningbouwopgave mee. Met de achteruitgang van biodiversiteit en voortgaande klimaatverandering, wordt ook het belang van voldoende groen in en om de stad groter dan het al was. Dat schrijven de ministers in een Kamerbrief over de voortgang Groen in en om de Stad (GIOS).
Vergroenen lastiger dan verwacht
Vergroenen is in gemeenteland aan de orde van de dag. Toch blijkt het goed meenemen van de groenopgave in de praktijk vaak lastig. Het alternatief – niet vergroenen – heeft echter negatieve gevolgen voor de stad en de omgeving. Denk aan hittestress, luchtverontreiniging, verlies van biodiversiteit, waterbeheerproblemen en een lagere kwaliteit van leven. Groen draagt bij aan meer
beweging en sociale cohesie.
Meer duidelijkheid voor ontwikkelaars
De handreiking Groen in en om de Stad geeft adviezen om groen volwaardig mee te nemen in planvorming voor bijvoorbeeld nieuwe woonwijken. Er staan richtlijnen in voor de aanleg van groen in de stad, maar ook in een straat, buurt of wijk. Ook biedt de handreiking informatie over de voordelen van groen en het gebruik van de juiste vegetatie. Het stappenplan helpt bij het bepalen van de juiste maatregelen, op het juiste moment en op de juiste plaats. Dit zorgt voor meer duidelijkheid voor ontwikkelaars en ontwerpers over de manier waarop zij groen kunnen meenemen in de planvorming.
Huidige aanpak divers
De huidige aanpak van groen in en om de stad is divers, schrijven de ministers in hun de brief. Tuinen, parken en andere openbaar toegankelijke plekken worden groener en leefbaarder gemaakt via verschillende aanpakken. Gemeenten geven voortvarend zelf uitgangspunten voor vergroening mee in de vorm van richtlijnen of normen bij planvorming en door initiatieven als tegels wippen van Stichting Steenbreek of bomen uitdelen. Ook inwoners starten steeds meer buurtacties om bijvoorbeeld geveltuintjes aan te leggen en samen hun straat te vergroenen. Ook op hoger schaalniveau wordt de opgave van groen in en om de stad meegenomen, zoals in gemeentelijke omgevingsvisies.
Vrijwillig mee aan de slag
Gemeenten kunnen volgens de bewindslieden direct met de handleiding aan de slag, op vrijwillige basis. Qua kosten van vergroenen in de stad zijn 3 scenario’s onderzocht, waarbij is gekeken naar de kosten en opbrengsten. De resultaten laten zien dat het grootste deel van de opbrengsten een grote maatschappelijke meerwaarde heeft en deels niet in geld is uit te drukken. De maatschappelijke kosten van ‘niets doen’ zijn volgens De Jonge en Van der Wal op lange termijn veel groter dan de investeringen die nodig zijn. ‘Een koppeling met andere opgaven in de leefomgeving, waaronder ingrepen rondom de energietransitie en groot onderhoud of vervanging van riolering, kan leiden tot een kostenbesparing.’
Geef een reactie