In de Rotterdamse wijk Overschie is een pilot uitgevoerd om looproutes voor ouderen te verbeteren. Het in kaart brengen van zogenoemde ‘plusroutes’, de verbinding tussen veelgebruikte voorzieningen, helpt om prioriteiten te stellen in beheer en onderhoud.
Voorafgaand aan deze pilot zijn de demografische gegevens, woon- en verblijfsplekken en belangrijke looproutes van ouderen in de wijk inmiddels in kaart gebracht. Denk aan routes tussen ouderenlocaties en bus en tramhaltes, winkelgebieden, zorginstellingen, openbare gebouwen (zoals de bibliotheek) en ontmoetingsplekken in de buurt. Op basis daarvan is een ‘plusroutekaart’ ontwikkeld. Van de 128 kilometer aan voetpaden in de wijk, is 25 kilometer onderdeel van zo’n route. In de wijk staan 231 bankjes in totaal. Daarvan staan er 108 op een ‘plusroute’.
Tijdens de pilot is de theorie getoetst aan de praktijk. Zo onderzocht een groep ouderen samen met professionals zoals ouderencoaches, wijkregisseurs en wijkverpleegkundigen, een aantal van de routes in Overschie. Er werd onder andere gekeken welke onvolkomenheden zij onderweg tegenkwamen.
Slimmere beheerkeuzes
Op de looproutes geldt een strengere richtlijn en waarschuwingsgrens voor oneffenheden, zo staat in Assetmanagement: hetzelfde als rationeel wegbeheer? (pdf). Een voetpad moet er veilig te gebruiken zijn, zonder obstakels en ernstige verzakking. Op basis van de ‘looproutekaart’ kan de gemeente keuzes maken in beheer en onderhoud en een afweging tussen risico’s, kosten en prestaties.
Het overzicht van de routes helpt om prioriteiten te stellen. ‘De ambitie is een basiskwaliteitsniveau van alle Rotterdamse voetpaden. Maar de ene looproute is belangrijker dan de andere. Door de juiste prioriteiten te stellen en beheermaatregelen in te zetten waar dat het meest nodig is, kan binnen de huidige budgettaire kaders de gebruikswaarde van de openbare ruimte voor de Rotterdammer worden verhoogd,’ zo is te lezen in Een toegankelijke stad voor iedereen (pdf).
Meer maatschappelijke waarde
Daarnaast wordt bekeken of er mogelijk bij andere gemeentelijke programma’s of behoeften kan worden aangehaakt. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door het toevoegen van andere doelgroepen of locaties aan de analyse. Denk bijvoorbeeld aan gehandicaptenparkeerplaatsen. De werkwijze van de pilot zal ook in andere delen van Rotterdam worden ingezet. Op 20 februari gaan wethouders Sven de Langen (ouderen) en Bert Wijbenga (buitenruimte) in gesprek met de gebruikers en geven een terugkoppeling van de pilot.
jomkitalari says
Dank u, dank u ?